
Commissie: Installerende bedrijven
Categorie: Kosten
Jaartal: 2014
Soort uitspraak: -
Uitkomst: -
Referentiecode:
72716
De uitspraak:
Onderwerp van het geschil
Het geschil vloeit voort uit een op 17 september 2012 tussen partijen gesloten overeenkomst. De ondernemer heeft zich daarbij verplicht tot het verrichten van werkzaamheden ten behoeve van het riool onder het woonhuis van de consument tegen de oorspronkelijk daarvoor door de consument te betalen prijs van € 440,30 inclusief 19% BTW. De werkzaamheden zijn verricht in september 2012. De consument heeft een bedrag van € 435,– niet betaald en bij de commissie gedeponeerd. Standpunt van de consument Het standpunt van de consument luidt in hoofdzaak als volgt. De consument gaat niet akkoord met het door de ondernemer in rekening gebrachte bedrag. Hij stelt hiertoe het volgende. Oorspronkelijk is een aanneemsom van € 440,30 inclusief BTW overeengekomen. Nadat ik de offerte had ondertekend bleek dat een deel van de werkzaamheden niet noodzakelijk was. Ik heb toen contact opgenomen met de ondernemer en (nader) met hem afgesproken dat ik met de monteur kon overleggen welke werkzaamheden wel en niet dienden te worden uitgevoerd en de prijs zou hierop worden aangepast. In samenspraak met de monteur zijn een aantal werkzaamheden en materialen komen te vervallen. De monteur heeft op de werkbon genoteerd dat er sprake is geweest van 2 uur werkloon, 3 meter pvc buis, 3 beugels, 1 syphon en een mof voor stalen pijp. De consument heeft echter met zijn factuur van 5 oktober 2012 met het nummer 997 de oorspronkelijk overeengekomen aanneemsom in rekening gebracht en weigert deze niet of nauwelijks aan te passen aan de hand van het minderwerk. Ter zitting heeft de consument verder nog – in hoofdzaak – het volgende aangevoerd. Ik kan de juistheid van de factuur van de ondernemer niet controleren. Ik vind het niet redelijk dat anderhalf uur opnemen en calculeren wordt berekend. Ook zijn niet altijd de juiste materialen berekend. Een bedrag van € 250,– exclusief BTW zou ik redelijk vinden voor de uitgevoerde werkzaamheden. Het is niet juist dat ik tussentijds zelf wijzigingen heb aangebracht. Ik had graag gezien dat er een deskundige was ingeschakeld om het werk te beoordelen. De consument verlangt dat de commissie de juiste waarde van de uitgevoerde werkzaamheden en uren vast stelt. Standpunt van de ondernemer Het standpunt van de ondernemer luidt in hoofdzaak als volgt. De ondernemer weerspreekt de klacht van de consument en voert hiertoe het volgende aan. De consument heeft zelf tussentijds wijzigingen aangebracht aan het leidingstelsel zonder ons daarover tijdig te informeren. Dit werd pas duidelijk toen onze monteur ter plaatse was. Inderdaad is afgesproken dat de werkzaamheden zouden worden aangepast maar over eventuele financiële consequenties heb ik geen uitspraken gedaan daar het werk was opgenomen en gecalculeerd door een collega van mij. Omdat niet over financiële consequenties is gesproken en het eindresultaat conform de geaccordeerde offerte was, is hier in eerste instantie de rekening op gebaseerd. De nieuwe rekening is opgesteld op verzoek van de consument conform de daadwerkelijk gemaakte uren en gebruikte materialen. Beoordeling van het geschil De commissie heeft het volgende overwogen. De ondernemer erkent dat de werkzaamheden na de acceptatie van de offerte in onderling overleg zijn aangepast. De ondernemer kan dan voor wat betreft de in rekening te brengen kosten niet zonder meer vasthouden aan de offerte. Bezien zal moeten worden welke werkzaamheden uiteindelijk zijn verricht en welke materialen zijn geleverd en of de in rekening gebrachte kosten redelijk zijn. De verrichte werkzaamheden en geleverde materialen, alsmede de hiervoor berekende kosten, blijken uit de factuur van 9 november 2012 met het nummer 1093. De commissie is van oordeel dat de in rekening gebrachte kosten, gelet op de verrichte werkzaamheden en de geleverde materialen, niet redelijk zijn. Gelet op de wijze waarop een en ander in onderling overleg tussen partijen is verlopen, acht de commissie het niet redelijk dat de ondernemer de consument kosten in rekening brengt voor het opnemen en calculeren van het werk. Ook is de commissie van oordeel dat de ondernemer een te hoog arbeidsloon heeft berekend. Een arbeidsloon van € 40,– exclusief BTW is gebruikelijk en dient bij gebreke van een expliciete afspraak hierover derhalve ook door de ondernemer te worden gehanteerd. Dit komt neer op een bedrag van € 110,– exclusief BTW. Tenslotte is de commissie van oordeel dat de ondernemer een onaanvaardbaar hoog opslagpercentage heeft gehanteerd. Voor de gebruikte materialen acht de commissie een bedrag van € 132,92 exclusief BTW redelijk. Ook dit weer gelet op het feit dat partijen over de prijs van de materialen vooraf geen expliciete afspraak hebben gemaakt. De consument is derhalve in totaal een bedrag van € 242,92 exclusief BTW, oftewel € 293,95 inclusief BTW verschuldigd. Op grond van het voorgaande is de commissie van oordeel dat de klacht gegrond is. De ondernemer dient derhalve het klachtengeld aan de consument te vergoeden. De ondernemer dient de factuur van 9 november 2012 met het nummer 1093 te crediteren voor zover deze hoger is dan het door de consument verschuldigde bedrag. Het door de consument verschuldigde bedrag zal uit het depot bij de commissie worden voldaan aan de ondernemer en het restant zal aan de consument worden terugbetaald. Het door de ondernemer aan de consument te vergoeden klachtengeld zal hiermee worden verrekend. Derhalve wordt als volgt beslist. Beslissing De ondernemer dient zijn factuur van 9 november 2012 met het nummer 1093 te crediteren voor zover deze hoger is dan het door de consument verschuldigde bedrag van € 293,95 inclusief BTW. Bovendien dient de ondernemer overeenkomstig het reglement van de commissie een bedrag van € 76,26 aan de consument te vergoeden ter zake van het klachtengeld. Overeenkomstig het reglement van de commissie is de ondernemer aan de commissie als bijdrage in de behandelingskosten van het geschil een bedrag verschuldigd van € 160,–. Met in achtneming van het bovenstaande wordt het depotbedrag als volgt verrekend. Van het depotbedrag van € 435,– wordt een bedrag van € 217,69 uitbetaald aan de ondernemer en wordt het restant van € 217,31 terugbetaald aan de consument. Aldus beslist door de Geschillencommissie Installerende Bedrijven, op 25 januari 2013.