
Commissie: Groen
Categorie: (On)deugdelijke uitvoering overeenkomst
Jaartal: 2020
Soort uitspraak: niet-ontvankelijkverklaring
Uitkomst: niet-ontvankelijk
Referentiecode:
21229/21248
De uitspraak:
Waar gaat de uitspraak over
De ondernemer heeft in 2015 een tuin inclusief (zwem)vijver bij de consument aangelegd. De consument heeft eerder, in 2018, bij de commissie geklaagd over de vijver. Partijen hebben toen een schikking getroffen. De ondernemer heeft verschillende werkzaamheden verricht om er voor te zorgen dat de vijver helder bleef. Na enige tijd bleek dat onderhoud aan de filter nodig was. De consument zou dit oppakken. Hierna heeft de ondernemer niets meer gehoord. Hij stelt dat de consument niet eerst geklaagd heeft, voordat hij een geschil bij de commissie aanhangig heeft gemaakt. Naar het oordeel van de commissie is de oude klacht na het bereiken en uitvoeren van de schikking afgedaan. Daarom is nu sprake van een nieuwe klacht. De consument heeft de ondernemer niet op de hoogte gesteld van deze nieuwe klacht. De commissie beslist dan ook dat de consument niet-ontvankelijk is in haar klacht. De klacht wordt niet inhoudelijk behandeld.
Volledige uitspraak
Onderwerp van het geschil
Het geschil vloeit voort uit een op 13 juli 2015 tussen partijen tot stand gekomen overeenkomst. De ondernemer heeft zich daarbij verplicht tot aanleg van een tuin inclusief – voor zover thans aan de orde – de aanleg van een (zwem)vijver/waterpartij.
De overeenkomst is uitgevoerd op of omstreeks 20 augustus 2015.
Standpunt van de consument
Het standpunt van de consument luidt in hoofdzaak als volgt.
De zwemvijver is destijds in 2015 aangelegd met de garantie dat het water van de zwemvijver helder zou blijven. Elk voorjaar blijkt dat niet zo te zijn en neem ik contact op met de ondernemer en lijkt vervolgens het probleem opgelost. Eerder (in 2018) is hierover geklaagd door mij bij de Geschillencommissie. Tot een behandeling/beoordeling is het toen niet gekomen omdat partijen een schikking hebben getroffen. De ondernemer heeft op basis daarvan toen enkele wijzigingen doorgevoerd aan de vijver. Er is een filter geplaatst en er zijn heldere instructies gegeven. Dit alles in de hoop dat de oorspronkelijke klacht (geen heldere zwemvijver) verholpen is. Dit heb ik de commissie op 27 maart 2019 ook bericht onder het uitspreken van de verwachting dat de oorspronkelijke klachtzaak niet gesloten wordt.
Nu, 7 januari 2020, wil ik weer verwijzen naar mijn oorspronkelijke klacht. Het herstel op basis van onze schikking is helaas zonder resultaat gebleven. In de zomer van 2019 bleek de vijver weer onhelder. Hier is toen melding van gemaakt waarop de ondernemer toen in die zomer het advies heeft gegeven een steur in de vijver te doen en het filter schoon te maken. Ook werd gezegd dat de ondernemer in het najaar van 2019 nog eens langs zou komen. Ik heb tot nu toe niets meer van de ondernemer vernomen en kan geen energie meer opbrengen om contact te leggen. Wat moet ik doen om een einde te maken aan het feit dat ik veel geld heb betaald voor een ‘schone vijver’ en deze tot nu toe niet schoon is gebleken? Wat kan de geschillencommissie nog voor mij betekenen?
De e-mail van de ondernemer van 24 oktober 2019 heeft mij niet bereikt.
De consument verlangt (nog steeds) volledige her-aanleg van de vijver door een specialist in zwemvijvers.
Standpunt van de ondernemer
Het standpunt van de ondernemer luidt in hoofdzaak als volgt.
Onlangs ontvingen wij een bericht over klacht [klachtnummer 1], het gaat hierbij naar zeggen om de heropening van de klacht uit 2018 onder nummer [klachtnummer 2]. De consument heeft gevraagd deze klacht opnieuw te behandelen. Gezien de inspanningen die we hebben verricht was dit voor ons onverwacht.
In het najaar van 2018 zijn twee opties besproken om de vijver van helder water te voorzien. Een optie met een vijverfilter waarbij zeer weinig tot geen onderhoud nodig was met bijbetalen van extra kosten. Een optie zonder bijbetalen en aanpassing van het bestaande filter. Er is bij wijze van schikking gekozen voor aanpassen zonder bijbetalen. Hier is zeer nadrukkelijk aangegeven dat het filter regelmatig onderhoud nodig heeft. Deze werkzaamheden zijn in de winterperiode 2018-2019 uitgevoerd, waarbij tevens kosteloos een ander probleem, met doorgroeiende wortels door de folie, is opgepakt. Op 14 maart 2019 is ter plaatse samen met de klant vastgesteld dat de werkzaamheden naar tevredenheid zijn opgelost. Op 19 juni 2019 zijn we ter plaatse geweest en is geconstateerd dat het filter sterk vervuild was en dat onderhoud achterwege was gelaten. Er is nogmaals benadrukt dat er onderhoud aan het filter nodig is, dit zou door de consument opgepakt worden. Als het onderhoud gedaan zou zijn zouden we contact met elkaar hebben. Het idee van de steur in de vijver komt van een van onze medewerkers die veel affiniteit heeft met vijvers en vissen. Dit voorstel is in maart 2019 gedaan, waarbij we hebben aangeboden de vis in de zomerperiode op te vangen in een vijver bij ons bedrijf. Op 19 juni was er geen steur in de vijver. Op 24 oktober 2019 is een email gestuurd waarin we refereren aan het bezoek van 19 juni 2019 en hoe de stand van zaken is. Hier is helaas geen antwoord of foutmelding op gekomen waarbij we het dossier voor ons afgesloten hebben.
Beoordeling van het geschil
De commissie heeft het volgende overwogen.
Vastgesteld moet worden dat partijen in de destijds door de consument bij deze commissie aanhangig gemaakte klachtzaak [dossiernummer] op 14 augustus 2018 een schriftelijk vastgelegde schikking hebben getroffen. Die schikking bevindt zich bij de stukken. Ter uitvoering van die schikking zijn door de ondernemer aanpassingen verricht aan deze (zwem)vijver. Op 20 december 2018 en op 15 januari 2019 zijn na vervolgklachten van de consument (steeds) rechtstreeks gericht aan het adres van de ondernemer, door de ondernemer vervolgwerkzaamheden verricht aan de (zwem)vijver, waaronder het verhelpen van (door doorgroei) lekkend folie. Het “natuurfilter” is verwijderd, de vijverrand is aangepast en het plantvak grenzend aan de vijver is aangevuld. Het voor rekening van de ondernemer aangebrachte doorstroom-vijverfilter is schoon gemaakt en op een andere wijze aangesloten op de vijver, en de consument is er (weer) op gewezen dat dat filter schoongehouden moet worden. Op 14 maart 2019 is “het werk gezamenlijk opgenomen” en heeft de ondernemer nog enkele weken controle op de helderheid van het water toegezegd.
Op basis hiervan moet naar het oordeel van de commissie de conclusie zijn dat de oude klachtzaak na het bereiken en uitvoeren van het door partijen getroffen vergelijk is afgedaan en thans (dus) in juridische zin sprake is van een nieuwe klacht.
Van het door partijen overeengekomene maken deel uit Algemene Consumentenvoorwaarden. In artikel 18 lid 2 van die voorwaarden is vastgelegd dat een geschil door de Geschillencommissie slechts in behandeling kan worden genomen, indien de consument de klacht eerst bij de ondernemer heeft ingediend. Daarvan is in casu geen sprake geweest. Door de ondernemer is in dat licht beschouwd dan ook terecht aangevoerd dat het instellen van de klacht voor haar onverwacht is geweest. De commissie merkt dit aan als een verweer strekkend tot het niet-ontvankelijk verklaren van de consument.
Op grond van het voorgaande is de consument niet-ontvankelijk in haar klacht.
Derhalve wordt als volgt beslist.
Beslissing
De consument wordt in haar klacht niet-ontvankelijk verklaard.
Aldus beslist door de Geschillencommissie Groen, bestaande uit mr. M.L.J. Koopmans, voorzitter, mr. M.J Boon en de heer R. Ruijs, leden, op 15 mei 2020.