Noodgedwongen inschakelen andere vliegtuigmaatschappij door reisorganisator, die vervoer hond in cabine niet als essentie erkent, is geen overmacht. Annulering voor rekening reisorganisator.

  • Home >>
  • Reizen >>
De Geschillencommissie




Commissie: Reizen    Categorie: Aansprakelijkheid    Jaartal: 2014
Soort uitspraak: -   Uitkomst: -   Referentiecode: REI05-0577

De uitspraak:

Onderwerp van het geschil
 
Het geschil vloeit voort uit een op 3 september 2004 via een boekingskantoor met de reisorganisator tot stand gekomen overeenkomst, waarbij de reisorganisator zich heeft verplicht tot het leveren van een vliegreis voor twee personen naar La Palma in Spanje, met verblijf in Appartementen Sol La Palma op basis van logies, gedurende de periode van 6 tot en met 27 januari 2005, voor de som van € 2.288,–. De reis werd op 4 januari 2005 op verzoek van klager geannuleerd. 
 
Standpunt van klager
 
Het standpunt van klager luidt in hoofdzaak als volgt.
 
Evenals enkele voorgaande reizen hebben wij ook deze reis speciaal (via het boekingskantoor) bij de reisorganisator geboekt omdat deze de vluchten uitvoerde met DutchBird. Wij hebben geboekt onder de voorwaarde dat vervoer van ons hondje van 8 kilogram in een speciaal daarvoor bestemde leeftas, was toegestaan in de cabine van het vliegtuig. Bij DutchBird was vervoer van honden tot 10 kilogram in de cabine toegestaan. Vervoer van het hondje wordt op de boekingsbevestiging bevestigd.
 
Na het faillissement van DutchBird is de vlucht omgeboekt naar Transavia. Transavia stelt als eis dat een hondje maximaal 5 kilogram mag wegen voor vervoer in de cabine. Het alternatieve voorstel om ons hondje te vervoeren in het ruim hebben wij afgewezen omdat deze wijze van vervoer geen pretje is voor een dier en de kans op psychische schade reëel aanwezig is.
 
Vervolgens hebben wij helaas moeten besluiten de reis te annuleren. Uitdrukkelijk zij opgemerkt dat de annulering niets te maken heeft met de vluchtwijziging.
 
Ten aanzien van de annulering merk ik nog op dat wij eerst op 3 januari 2005 van het reisbureau te horen kregen dat er definitief geen mogelijkheden waren om de hond in de cabine te vervoeren. De hierdoor late annulering betekende voor ons tevens dat er slechts 10 % van de reissom is terugbetaald. Eerdere annulering werd ons door het reisbureau afgeraden mede omdat het definitieve besluit over het vervoer van het hondje pas bekend zou zijn op het moment dat de datum van de terugvlucht bekend was, namelijk 31 december 2004.
 
Klager verlangt een vergoeding van € 2059,20, zijnde de betaalde annuleringskosten.
 
Standpunt van de reisorganisator
 
Het standpunt van de reisorganisator luidt in hoofdzaak (samengevat) als volgt.
 
Klager heeft reeds bij de boeking aangegeven dat hij een hond van maximaal 10 kilogram wilde meenemen en deze pertinent in de cabine wilde vervoeren. Inzake het vervoeren van huisdieren hanteerde de luchtvaartmaatschappij DutchBird een eigen norm met betrekking tot het gewicht van maximaal 10 kilogram. Bij andere luchtvaartmaatschappijen is dit maximaal 5 kilogram. Gezien het gewicht van de hond ging de voorkeur van klager derhalve uit naar een reis waarbij de vluchten door DutchBird zouden worden uitgevoerd. Daar wij in de brochure vermelden dat de vluchten van en naar La Palma door DutchBird zouden worden uitgevoerd heeft klager, overigens niet voor de eerste keer, zijn vakantiereis ondergebracht bij onze organisatie.
 
Wij zijn ons ervan bewust dat wij met het zo duidelijk noemen van de naam DutchBird in onze prijsbijlage, onze gasten min of meer een belofte doen die wij uiteraard gestand moeten doen. Echter overmachtsituaties, zoals een faillissement, zijn doorgaans niet te voorzien. Daarnaast menen wij dat onze cliënten kennis moeten nemen van onze algemene voorwaarden, alvorens zij een reis uit ons programma reserveren. In deze algemene voorwaarden wordt onder andere duidelijk omschreven dat in de door klager geboekte pakketreis een vlucht per charter is begrepen. Wij vermelden dat de mogelijkheid bestaat dat het vluchtschema van de chartervlucht wijzigt. Voor wijzigingen in het vluchtschema en de daaruit voortvloeiende gevolgen aanvaarden wij geen aansprakelijkheid.
 
Door het faillissement van DutchBird moesten wij uitwijken naar een andere luchtvaartmaatschappij, in dit geval Transavia. Onder de vervoersvoorwaarden van Transavia bleek het onmogelijk om een hond van 8 kilogram in de cabine te vervoeren. Navraag bij Transavia leerde ons dat klager slechts één oplossing kon worden geboden, te weten: de hond vervoeren in het ruim. Met het aanbieden van deze alternatieve vervoersmogelijkheid menen wij klager voldoende te zijn tegemoetgekomen, temeer gezien het gegeven dat deze mogelijkheid altijd al aanwezig is geweest. Klager heeft dit alternatief echter geweigerd en heeft besloten de gehele boeking te annuleren.
 
Daar de boeking twee dagen voor vertrek werd geannuleerd, bracht dit annuleringskosten met zich mee ter hoogte van 90% van de reissom. Hoewel wij de zienswijze van klager begrijpen dat deze annuleringskosten een stuk lager hadden kunnen zijn indien wij hem eerder uitsluitsel hadden gegeven, benadrukken wij dat wij klager eerder op de hoogte hadden gebracht indien wij het definitieve vluchtschema eerder aan klager hadden kunnen bevestigen.
 
Wij zijn van mening dat wij klager geen toezegging hebben gedaan over het meenemen van de hond in de cabine en wij hebben dit evenmin vermeld op onze boekingsbevestiging. Wij benadrukken dat bijzondere bagage nimmer deel uitmaakt van de reisovereenkomst die cliënten met ons aangaan. Reeds bij reservering van de vakantiereis maken wij onze cliënten er dan ook op attent dat het meenemen van bijzondere bagage (waaronder huisdieren) door ons nimmer kan worden gegarandeerd en derhalve op eigen risico geschiedt. Chartervluchtschema’s blijven immers altijd onder voorbehoud van wijzigingen en de vervoersvoorwaarden kunnen per luchtvaartmaatschappij aanzienlijk verschillen. Daarnaast is het vervoer van huisdieren immer onderworpen aan de uitdrukkelijke voorafgaande toestemming van de vervoerder. De vervoerder behoudt zich dan ook het recht voor om tot het laatste moment de wijze van vervoer te bepalen en het aantal (huis)dieren dat op een vlucht kan worden vervoerd te beperken.
 
Ter zitting heeft de reisorganisator verder nog – in hoofdzaak – het volgende aangevoerd.

Zelfs op het moment van inchecken kan de luchtvaartmaatschappij nog wijziging aanbrengen in de wijze waarop een (huis)dier wordt vervoerd.
 
Beoordeling van het geschil
 
De commissie heeft het volgende overwogen:
 
De commissie is van oordeel dat klager genoegzaam aannemelijk heeft gemaakt dat er tussen hem en het boekingskantoor geen enkele twijfel bestaat over het feit dat het boekingskantoor ten tijde van de totstandkoming van de reisovereenkomst op de hoogte was van het belang dat klager hechtte aan het vervoer van de hond in de cabine en dat de reis werd geboekt op voorwaarde dat de hond in de cabine kon worden vervoerd. Dit blijkt onder andere uit de in het dossier opgenomen correspondentie van het boekingskantoor. Hoewel de boekingsbevestiging daarover niet direct uitsluitsel geeft acht de commissie derhalve aannemelijk gemaakt dat tussen klager en het boekingskantoor was begrepen dat het vervoer van de hond in de cabine van het vliegtuig onderdeel uitmaakte van de reisovereenkomst, en derhalve moet worden beschouwd als essentie. Daar het boekingskantoor optrad als de agent van de reisorganisator acht de commissie de reisorganisator gebonden aan de verwachtingen die door het boekingskantoor zijn gewekt met betrekking tot de inhoud van de reisovereenkomst.
 
Wijziging van de reisovereenkomst was vervolgens onderhevig aan hetgeen dienaangaande is bepaald in de artikelen 11 en 12 van de ANVR Reisvoorwaarden, waarbij de commissie van oordeel is dat het in dit geval gaat om een wijziging op een wezenlijk punt. Tevens is de commissie van oordeel dat het faillissement van DutchBird binnen de risicosfeer van de reisorganisator ligt en geen beroep op overmacht rechtvaardigt. Gelet op het voorgaande was de reisorganisator na het faillissement van DutchBird gerechtigd de overeengekomen dienstverlening te wijzigen en had klager vervolgens het recht de wijziging af te wijzen. Omdat de oorzaak van de wijziging aan de reisorganisator kan worden toegerekend komt de hieruit voortvloeiende schade voor rekening van de reisorganisator.
 
Het beroep dat de reisorganisator doet op het in de aanvullende voorwaarden opgenomen voorbehoud ten aanzien van vluchtschema’s en luchtvaartmaatschappijen acht de commissie niet relevant nu niet het vluchtschema dan wel de luchtvaartmaatschappij in geding zijn, maar het vervoer van de hond in de cabine van het vliegtuig.
 
Een voorbehoud ten aanzien van bijzondere bagage, welke geen onderdeel zou uitmaken van de reisovereenkomst, heeft de commissie niet in de aanvullende voorwaarden van de reisorganisator teruggevonden. Evenmin heeft de reisorganisator aannemelijk gemaakt dat klager bij het boeken van de reis op andere wijze is geattendeerd op het feit dat het vervoer van de hond op de door klager noodzakelijk geachte wijze niet door de reisorganisator kon worden gegarandeerd en derhalve voor risico van klager bleef. Integendeel, klager heeft van het boekingskantoor steeds de boodschap gekregen dat alles in orde was.
 
Gelet op het voorgaande is de commissie van oordeel dat de reisorganisator klager een kosteloze annulering had moeten aanbieden toen bleek dat klager niet akkoord kon gaan met de door de reisorganisator voorgestelde wijziging van de reisovereenkomst. De commissie acht het derhalve redelijk dat de reisorganisator de aan klager in rekening gebrachte annuleringskosten volledig restitueert.
 
De commissie is derhalve van oordeel dat de klacht gegrond is.
 
Derhalve wordt als volgt beslist.

Beslissing
 
De reisorganisator betaalt aan klager een vergoeding van € 2.059,20. Betaling dient plaats te vinden binnen een maand na de verzenddatum van dit bindend advies. 

Aldus beslist door de Geschillencommissie Reizen op 20 juni 2005.