Nota brandschade; normale risicoverdeling. Dat consument onderverzekerd is geweest, is voor zijn eigen rekening en risico.

  • Home >>
  • Energie >>
De Geschillencommissie
Print Friendly, PDF & Email




Commissie: Energie    Categorie: Schade    Jaartal: 2013
Soort uitspraak: -   Uitkomst: -   Referentiecode: OPN-D03-0243

De uitspraak:

Onderwerp van het geschil

Het geschil betreft een door de ondernemer aan de consument gezonden nota wegens brandschade.
 
De consument heeft een bedrag van € 1.130,- niet betaald en bij de commissie gedeponeerd.
 
De consument heeft op 1 mei 2002 de klacht voorgelegd aan de ondernemer.
 
Standpunt van de consument
 
Het standpunt van de consument luidt in hoofdzaak als volgt.
 
Door een ons onbekende oorzaak is ons huis op 5 maart 2002 afgebrand. De brandhaard bevond zich in de aan de woning aangebouwde schuur. De ondernemer heeft ons een gespecificeerde nota gezonden voor werkzaamheden en verloren gegane eigendommen als gevolg van de brand voor een bedrag van € 2.122,94. Deze nota heeft de ondernemer gemotiveerd met haar algemene voorwaarden, die bepalen dat de afnemer aansprakelijk is voor de schade, als deze het gevolg is van een tekortkoming die de afnemer aangerekend kan worden. Wij hebben de ondernemer laten weten dat wij het niet met de nota eens zijn, omdat wij vinden dat de schade ons niet kan worden aangerekend. Weliswaar is de brand in de schuur ontstaan, dus niet buiten onze woning, maar wij hebben niets gedaan of nagelaten waardoor de brand is veroorzaakt. Bovendien heeft de ondernemer te veel in rekening gebracht, aangezien er volgens dezelfde algemene voorwaarden een maximale bijdrage van toepassing is van € 1.130,– per afnemer en per gebeurtenis. Dit laatste heeft de ondernemer erkend, zodat er € 992,94 is gecrediteerd. Wij willen om bovengenoemde reden echter ook het restant ad € 1.130,– niet voor onze rekening nemen. In dit verband hebben wij ons ook op het standpunt gesteld dat de betreffende bepaling in de algemene voorwaarden onredelijk bezwarend is in de zin van artikel 6:233 BW en dus jegens ons nietig.
 
Ter zitting heeft de consument verder nog – in hoofdzaak – het volgende aangevoerd.
 
De opstalverzekering heeft de brandschade gedekt, maar ons niet de volledige schade uitgekeerd, omdat wij onderverzekerd waren. Het schadebedrag van de ondernemer komen wij hierdoor te kort.
 
De consument verlangt kwijtschelding van de nota.
 
Standpunt van de ondernemer
 
Het standpunt van de ondernemer luidt in hoofdzaak als volgt.
 
Volgens artikel 20.7 van onze algemene voorwaarden is de consument aansprakelijk voor de kosten ten gevolge van de brand op 5 maart 2002. In onze optiek is een brand niet toerekenbaar aan de afnemer in het geval dat de brand door een oorzaak van buitenaf of door brandstichting door derden is ontstaan. De brand is binnen de woning van de consument ontstaan en derhalve in die zin toerekenbaar aan de consument. Of de consument schuld draagt aan de brand is in dit verband niet relevant. Het beroep op artikel 6:233 BW gaat ons inziens niet op. Onder meer door de maximalisatie van de vergoeding die de afnemer moet betalen is naar onze mening geen sprake van een bepaling die gelet op de aard en de overige inhoud van de overeenkomst, de wijze waarop de voorwaarde tot stand is gekomen, de wederzijds kenbare belangen van partijen en de overige omstandigheden van het geval onredelijk bezwarend is.
 
Beoordeling van het geschil
 
De commissie heeft het volgende overwogen.
 
Artikel 20.7 van de toepasselijke algemene voorwaarden kan naar het oordeel van de commissie redelijkerwijs niet anders worden geïnterpreteerd dan dat de schade voor rekening van de afnemer is, indien de oorzaak van de brand is gelegen binnen diens woning, ook al is geen sprake van opzet of grove schuld. De commissie acht deze bepaling niet onredelijk bezwaarlijk voor de consument, niet alleen op grond van de door de ondernemer genoemde omstandigheden, maar ook omdat dit artikel een normale risicoverdeling geeft. De ondernemer heeft immers geen mogelijkheid om brand binnen een woning te voorkomen, zoals de bewoner geen mogelijkheid heeft om een van buiten komende oorzaak of brandstichting door derden te voorkomen. Daarbij komt dat de onderhavige schade geacht moet worden te vallen onder de dekking van de opstalverzekering. Het feit dat de consument blijkbaar onderverzekerd is geweest is voor zijn rekening en risico.
 
Op grond van het voorgaande is de commissie van oordeel dat de klacht ongegrond is.
 
Derhalve wordt als volgt beslist.
 
Beslissing
 
Het door de consument verlangde wordt afgewezen.
 
Het depotbedrag wordt aan de ondernemer overgemaakt.

Aldus beslist door de Geschillencommissie Openbare Nutsbedrijven, op 31 juli 2003.