Notaris handelde transparant: cliënte moet volledige factuur voldoen

De Geschillencommissie




Commissie: Notariaat    Categorie: Kosten    Jaartal: 2024
Soort uitspraak: Bindend Advies   Uitkomst: ongegrond   Referentiecode: 586164/733603

De uitspraak:

Waar gaat de uitspraak over?

De cliënte vond dat de notaris haar onterecht een veel hoger bedrag had gefactureerd dan was afgesproken. Volgens haar was er een offerte van € 1.675,– voor het opstellen van een testament, een levenstestament en een verklaring van erfrecht, en had zij nooit bericht gekregen dat er extra kosten zouden worden gerekend. Toen de uiteindelijke factuur opliep tot bijna € 2.900,–, voelde zij zich misleid. Ze was bereid een redelijk bedrag bij te betalen, maar vond de verhoging buiten proportie en weigerde het resterende bedrag van ruim € 1.100,– te voldoen.

De notaris stelde dat zij de cliënte wel degelijk vooraf had geïnformeerd over de mogelijkheid van extra kosten, zowel in de offerte als in begeleidende toelichtingen. Ook bij vervolgafspraken was duidelijk gemaakt dat deze op uurtarief zouden worden afgerekend. Volgens de notaris was de uiteindelijke factuur gebaseerd op daadwerkelijk bestede tijd, en was het verschil met de offerte slechts € 31,–. Dit bedrag wilde zij zelfs crediteren, maar dat aanbod werd afgewezen.

De commissie oordeelde dat de notaris voldoende transparant is geweest over de kosten en dat de cliënte had kunnen begrijpen dat aanvullende werkzaamheden extra kosten met zich mee zouden brengen. De notaris heeft bovendien enkele kostenposten bewust niet in rekening gebracht. De klacht werd daarom ongegrond verklaard en de cliënte moet het openstaande bedrag alsnog betalen.

 

Volledige uitspraak

in het geschil tussen

[naam], wonende te [plaats]

(hierna te noemen: de cliënte)

gemachtigde: [naam] en

[notariskantoor], gevestigd te [plaatsnaam]

(hierna te noemen: de notaris).

Behandeling van het geschil

Partijen zijn overeengekomen dit geschil bij bindend advies door de Geschillencommissie Notariaat (verder

te noemen: de commissie) te laten beslechten.

De commissie heeft kennisgenomen van de overgelegde stukken.

Op 21 januari 2025 heeft te Den Haag door middel van een digitale verbinding de mondelinge behandeling

van het geschil door de commissie plaatsgevonden.

Partijen zijn tijdig en behoorlijk opgeroepen ter zitting te verschijnen.

Partijen hebben digitaal aan de zitting deelgenomen en hun standpunten toegelicht. De cliënte werd bijgestaan door haar gemachtigde en door haar andere dochter. De notaris werd bijgestaan door haar medewerkster [naam]\, die verantwoordelijk is voor de facturatie (hierna te noemen: de medewerkster).

Onderwerp van het geschil

Het geschil betreft de door de notaris in rekening gebrachte kosten.

De cliënte heeft een bedrag van € 1.131,69 niet aan de notaris betaald en bij de commissie in depot gestort.

Standpunt van de cliënte

Voor het standpunt van de cliënte verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het standpunt op het volgende neer.

De echtgenoot van de cliënte is in oktober 2022 overleden. Daarna heeft een bespreking met de notaris plaatsgevonden. Deze was puur informatief en oriënterend.
In april 2023 is bij de notaris een offerte aangevraagd voor het regelen van een levenstestament, een testament en een verklaring van erfrecht.
De totale kosten daarvan zouden € 1.675,– bedragen. De cliënte is er – als leek – vanuit gegaan dat de notaris uitsluitend dit bedrag in rekening zou brengen. In de algemene voorwaarden van de notaris is bepaald dat de notaris tijdig aan de cliënten meedeelt wanneer meer kosten in rekening zullen worden gebracht dan afgesproken. De cliënte is nooit gewezen op extra kosten en had deze dus ook niet hoeven verwachten.

De eerste declaratie was ongeveer conform het geoffreerde bedrag. Daarna stuurde de notaris echter nog een declaratie, waardoor het totaal in rekening gebrachte bedrag uitkwam op € 2.889,–, derhalve 73% meer dan het geoffreerde bedrag. De cliënte vindt dit buitenproportioneel en gaat hier dan ook niet mee akkoord. Zij voelt zich misleid door de notaris.
De cliënte is bereid om een bedrag van in totaal € 2.179,50 te betalen om eventuele kostenverhogingen en extra kosten te dekken. Zij heeft reeds een bedrag van € 1.756,87 betaald en is dus bereid om nog een bedrag van € 422,63 te betalen. De notaris heeft echter slechts een korting van € 31,– aangeboden. Dit is onacceptabel voor de cliënte.

De cliënte verzoekt de commissie te bepalen dat zij nog slechts een bedrag van € 422,63 aan de notaris is verschuldigd. Voorts verzoekt zij de commissie in redelijkheid en billijkheid een vergoeding vast te stellen voor de schade die zij door toedoen van de notaris heeft geleden.

Standpunt van de notaris

Voor het standpunt van de notaris verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het standpunt op het volgende neer.

Op 21 november 2022 heeft een bespreking plaatsgevonden met de cliënte en haar dochter inzake de nalatenschap van de overleden echtgenoot van de cliënte en inzake andere familieaangelegenheden. Voorafgaand aan deze bespreking is op 2 november 2022 per e-mail een afspraakbevestiging gestuurd.

Op 14 april 2023 heeft de gemachtigde van de cliënte een offerte opgevraagd voor het opstellen voor de verklaring van erfrecht in de nalatenschap van haar vader en voor het opstellen van een testament en een levenstestament voor haar moeder. Deze offerte is dezelfde dag aan haar verzonden met daarbij de toelichtingen op de offerte, zowel voor de verklaring van erfrecht als voor het testament en het levenstestament. In deze toelichtingen is precies vermeld welke werkzaamheden en kosten onder de offerte vallen en welke niet.

Daarna is er op 12 maart 2024 een vervolgbespreking geweest. Ook voorafgaand aan deze bespreking is op 6 maart 2024 een afspraakbevestiging verstuurd waarin is aangegeven dat dit gesprek in rekening zal worden gebracht op basis van de bestede tijd.

Naar aanleiding van de besprekingen is opdracht gegeven voor het opstellen van de verklaring van erfrecht en de inschrijving in het Kadaster en voor het opstellen van een testament en een levenstestament. Na uitvoering van de verzochte werkzaamheden zijn de dossiers gesloten en zijn de declaraties opgemaakt, op basis van de bestede tijd.

Naar aanleiding van de bezwaren van de cliënte tegen deze declaraties heeft de notaris ter verduidelijking voor de cliënte en haar gemachtigde een concept declaratie opgemaakt op basis van de offerte en de toelichtingen. Daarbij is de nodige coulance in acht genomen.

Het verschil aldus berekend bedroeg € 31,–. De notaris heeft aangeboden dit bedrag te crediteren. De cliënte en haar gemachtigde zijn hiermee niet akkoord gegaan.

De notaris is van mening dat zij de cliënte voldoende heeft geïnformeerd over de kosten en dat de declaraties niet buitenproportioneel zijn. Zij verzoekt de commissie de klacht van de cliënte ongegrond te verklaren.

Beoordeling van het geschil

De commissie heeft het volgende overwogen.

De commissie beslist naar redelijkheid en billijkheid, waarbij zij als maatstaf voor het handelen van de notaris hanteert dat deze heeft gehandeld zoals verwacht mag worden van een redelijk bekwame en redelijk handelende notaris.

De commissie stelt vast dat op 21 november 2022 een eerste bespreking heeft plaatsgevonden. Voorafgaand aan deze bespreking heeft de medewerkster in haar e-mail van 2 november 2022 de gemaakte afspraak bevestigd. Daarin heeft zij uitdrukkelijk vermeld:

“In onze agenda is voor de bespreking een half uur gereserveerd. Als de bespreking niet langer duurt dan een half uur en er ook geen andere werkzaamheden voor u worden verricht is deze bespreking kosteloos”.

Vaststaat voorts dat de notaris in april 2023 desgevraagd een offerte heeft opgesteld voor een verklaring van erfrecht, een testament en een levenstestament. Deze heeft zij, vergezeld van toelichtingen voor de kosten van de afzonderlijke akten, aan de cliënte doen toekomen. In de toelichtingen is duidelijk aangegeven welke ‘verplichte en noodzakelijke handelingen’ onder de offerte vallen en dat voor alle extra werkzaamheden, naast de in de offerte gemelde bedragen, kosten in rekening worden gebracht.

In maart 2024 heeft een (vervolg)bespreking plaatsgevonden. Met betrekking tot de kosten voor deze bespreking is namens de notaris in een e-mail van 6 maart 2024 aan de cliënte medegedeeld dat deze in rekening worden gebracht op basis van de bestede tijd tegen een uurtarief van € 296,45 per uur.

Gelet op het voorgaande is de commissie van oordeel dat de notaris de cliënte voldoende duidelijkheid heeft verschaft over de kosten. Zij heeft duidelijk gecommuniceerd welke werkzaamheden onder de offerte vallen en dat aan aanvullende werkzaamheden extra kosten verbonden zijn.

Op 19 april 2024 zijn het testament en het levenstestament getekend. Op 6 mei 2024 is de verklaring van erfrecht afgegeven. De notaris heeft de cliënte hiervoor declaraties gestuurd op respectievelijk 30 april 2024 en 16 mei 2024. Ter zitting heeft de notaris toegelicht dat de declaraties zijn opgemaakt op basis van de bestede tijd, omdat de cliënte niet (zelf) heeft geklikt op de link om de offerte te accepteren. Wat daar ook van zij, vaststaat dat de cliënte de notaris wel opdracht heeft gegeven en dat de notaris haar werkzaamheden dus bij de cliënte in rekening mocht brengen. Uit de door de notaris overgelegde declaraties blijkt voorts dat als op basis van de offerte zou zijn gedeclareerd, slechts € 31,– minder in rekening zou zijn gebracht. De notaris heeft aangeboden dit verschil te crediteren. Dit is echter niet geaccepteerd door de cliënte, waardoor het aanbod is komen te vervallen.

De cliënte heeft niet betwist dat de werkzaamheden die staan vermeld op de urenspecificaties, door de notaris zijn verricht. Gezien de door de notaris verstrekte informatie mocht zij er niet zonder meer vanuit gaan dat al deze werkzaamheden onder de offerte vielen. Sterker nog, naar het oordeel van de commissie had zij kunnen verwachten dat haar meerwerk in rekening zou worden gebracht.

Het door de notaris hiervoor gedeclareerde bedrag komt de commissie redelijk voor. Daarbij neemt de commissie in aanmerking dat de notaris onweersproken heeft gesteld dat de bespreking van 21 november 2022 één uur en 42 minuten heeft geduurd. Hoewel zij dus – zoals aangekondigd in de e-mail van 2 november 2022 – daarvoor kosten in rekening had mogen brengen, heeft zij dit niet gedaan. Hetzelfde geldt voor het communiceren via de gewone post; de notaris heeft het in de toelichtingen op de offerte voor deze wijze van communiceren vermelde bedrag van € 65,– niet in rekening gebracht.

Het geheel overziende komt de commissie tot de conclusie dat de notaris heeft gehandeld zoals mag worden verwacht van een redelijk bekwame en redelijk handelende notaris. Dit betekent dat de klacht van de cliënt ongegrond zal worden verklaard. De commissie zal bepalen dat de cliënte het openstaande bedrag van € 1.131,69 aan de notaris dient te voldoen.

De door de cliënte verzochte schadevergoeding zal worden afgewezen, nog daargelaten dat van schade door toedoen van de notaris niet is gebleken.

Nu de klacht van de cliënte ongegrond wordt verklaard, blijft het klachtengeld voor rekening van de cliënte.

Derhalve wordt als volgt beslist.

Beslissing

De commissie:

–        verklaart de klacht van de cliënte ongegrond;

–        bepaalt dat de cliënte het openstaande bedrag van € 1.131,69 aan de notaris dient te voldoen. Met inachtneming hiervan wordt dit door de cliënte in depot gestorte bedrag aan de notaris overgemaakt;

–        wijst het meer of anders verlangde af.

Aldus beslist door de Geschillencommissie Notariaat, bestaande uit de heer mr. N. Schaar, voorzitter, mevrouw mr. B. van Dis en de heer H.W. Zuur, leden, in aanwezigheid van mevrouw mr. drs. I.M. van Trier, secretaris, op 21 januari 2025.

Print/PDF