Notaris heeft gemotiveerd betwist dat hij partijdig is, klacht is ongegrond

De Geschillencommissie




Commissie: Notariaat    Categorie: Kwaliteit dienstverlening    Jaartal: 2020
Soort uitspraak: bindend advies   Uitkomst: Ongegrond   Referentiecode: 18012/25984

De uitspraak:

Waar gaat de uitspraak over

De partner van de cliënte is overleden. De notaris zorgt voor de afwikkeling van de nalatenschap. De cliënte is het niet eens met de handelswijze van de notaris. Zij vindt dat de notaris partijdig is, te veel mee gaat in het standpunt van de erfgenamen en niet open staat voor de visie van de cliënte. Haar vertrouwen in de notaris is onherstelbaar beschadigd. De notaris vindt het jammer dat de cliënte geen vertrouwen meer in hem heeft. De erfgenamen van de partner van cliënte hebben duidelijk gemaakt dat cliënte de financiële lasten van de legaten niet kan dragen en zijn met een oplossing gekomen. Deze oplossing heeft de notaris enkel met de cliënte besproken en uitleg over gegeven, maar hij heeft deze oplossing niet voor waar genomen. Hij heeft aangegeven dat de cliënte zelf kan bepalen of zij de legaten accepteert. De notaris heeft betwist dat hij partijdig zou zijn geweest bij de afwikkeling. Dat verwijt van de cliënte vindt de commissie, gelet op de uitgebreide en gemotiveerde betwisting van de notaris, onvoldoende onderbouwd. Daarnaast wijst de commissie de door de cliënte verzochte vergoeding van de juridische kosten, die volgens de commissie verband houden met de ruzie tussen de cliënte en de erfgenamen waarvan niet is gebleken dat deze is veroorzaakt door de notaris, af. De klacht is ongegrond.

Volledige uitspraak

Onderwerp van het geschil
De cliënte heeft de klacht voorgelegd aan de notaris.

Het geschil betreft de kwaliteit van dienstverlening

Standpunt van de cliënte
Voor het standpunt van de cliënte verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het standpunt op het volgende neer.

De partner van de cliënte (hierna: erflater) is op 23 januari 2019 overleden. Erflater heeft uit een door echtscheiding ontbonden huwelijk drie volwassen kinderen. Bij testament van 6 september 2017 heeft erflater over zijn nalatenschap beschikt, zijn drie kinderen tot erfgenamen benoemd en de cliënte twee legaten toegekend (het recht van bewoning van de woning te [plaatsnaam 1] en het vruchtgebruik van twee appartementen in [plaatsnaam 2]). Erflater heeft zijn zoon [naam zoon] benoemd tot executeur en heeft de notaris aangewezen zijn nalatenschap af te wikkelen.

Tussen de erfgenamen en de cliënte is er discussie ontstaan of de cliënte financieel in staat is de legaten te accepteren vanwege de daaraan verbonden lasten. Het is daarbij onduidelijk welke lasten van de woning en de appartementen voor haar rekening komen.

In de periode van 7 maart 2019 tot 7 november 2019 heeft een aantal gesprekken plaatsgevonden met de notaris. De cliënte heeft (onder meer) verslagen van de gesprekken bij haar klacht als bijlagen gevoegd.

De klacht van de cliënte heeft betrekking op de handelswijze van de notaris. De cliënte verwijt de notaris dat hij partijdig is, ten gunste van de erfgenamen en ten nadele van haar (de legataris). Verder heeft de notaris onvoldoende voortvarend gehandeld, heeft hij haar onvoldoende en verkeerd geïnformeerd en heeft hij haar te veel zelf laten doen.

De cliënte licht het een en ander toe met voorbeelden. De notaris heeft haar al in het eerste gesprek geadviseerd afstand te doen van het legaat betreffende de woning in [plaatsnaam 1]; vanwege de hoge servicekosten zou zij dat niet kunnen betalen. De notaris heeft de door de erfgenamen gemaakte berekeningen van de kosten voor juist aangenomen en deze berekeningen zonder enige controle aan de cliënte gepresenteerd. De notaris heeft ook onvoldoende rekening gehouden met een verschil in opleidingsniveau en financieel inzicht tussen de erfgenamen en de cliënte en leek de ondersteuning die de cliënte kreeg van haar zoon maar lastig te vinden. De notaris had een meer actieve rol op zich moeten nemen om er voor te zorgen dat zij goed op de hoogte was van haar juridische en financiële rechten en plichten. De notaris verdedigde in het gesprek van 7 november 2019 ook de afspraken die de erfgenamen met de cliënte wilden maken, opgenomen in een bijlage bij de concept akte. Daarmee probeerden de erfgenamen alle toekomstige risico’s en kosten van het onroerend goed voor haar rekening te laten komen, waardoor zij voor duizenden euro’s per jaar zou worden benadeeld. In de bedoelde bijlage staat onder meer dat zij gehouden is om de onroerend zaakbelasting te betalen voor de woning in [plaatsnaam 1], maar deze komt, zo stelt de cliënte, voor rekening van de erfgenamen. Toen de cliënte dit terugkoppelde aan de notaris gaf hij aan dit op te nemen met de erfgenamen, maar zei hij dat hij niks kon garanderen.

De erfgenamen verlangen dat de legaten zo spoedig mogelijk worden geleverd en de notaris oefent veel druk uit op de cliënte om aan het passeren van de akte mee te werken. Dit terwijl voor de cliënte nog veel onduidelijkheid bestaat.

De cliënte ziet als oplossing van het geschil, zo stelt zij in het bij de commissie ingediende vragenformulier, dat een andere partij haar belangen bij de afwikkeling van het testament zal gaan behartigen. Haar vertrouwen in de notaris is, ook gezien het verloop van de communicatie tussen hen in december 2019, onherstelbaar beschadigd. Zij verzoekt daarnaast vergoeding van de door haar gemaakte juridische kosten.

De cliënte heeft, gedateerd op 1 juni 2020, nog een uitgebreide reactie op het verweer van de notaris ingestuurd. De cliënte betwist daarin de voorstelling van zaken gegeven door de notaris in zijn verweerschrift en stelt bij haar standpunt te blijven dat de notaris te veel mee ging in het standpunt van de erfgenamen, niet open stond voor haar visie en dat zij zelf acties heeft moeten nemen en zaken uit heeft moeten (laten) zoeken. Voor wat betreft dit laatste verwijst de cliënte ook naar de kwestie van de onroerende zaakbelasting en de hoogte van de huurinkomsten. De notaris fungeerde slechts als doorgeefluik van de erfgenamen. De cliënte wijst er ook op dat de notaris heeft gezegd “Soms komen we erachter dat een legaat meer kosten met zich meebrengt dan dat er opbrengsten zijn”. Ook heeft de notaris in het gesprek op 7 maart 2019 diverse keren uitgesproken “U kunt dit niet betalen“, “U bent beter af met een goedkoper appartement met minder servicekosten”.

De cliënte stelt – anders dan de notaris suggereert – dat zij niet teleurgesteld is in hetgeen erflater aan haar heeft nagelaten. Het testament wordt op een wijze uitgelegd die in strijd is met de bedoeling van erflater. Zij is daarbij teleurgesteld in de opstelling en voorstelling van zaken en de handelswijze van de notaris. De cliënte benadrukt nogmaals dat de notaris met de erfgenamen heeft getracht haar te laten geloven dat het wellicht beter was dat zij afstand zou doen van het recht van gebruik en bewoning omdat de kosten zo hoog waren. Er werd een overzicht verstrekt van kosten, die veel te hoog waren ingeschat. Onder meer werden de volledige VVE kosten opgevoerd, hetgeen iets anders is dan ‘servicekosten’. De notaris heeft standpunten ingenomen, waarmee hij druk op de cliënte uitoefende. Verder is de notaris wel degelijk op standpunten teruggekomen (erfrechtbelasting, beheer appartementen, onroerende zaakbelasting en termijn van twee jaar). De opmerking van de notaris in zijn verweerschrift, dat hem niet is gebleken dat de cliënte een laag opleidingsniveau heeft en, als dat al het geval zou zijn, dat werd gecompenseerd door haar zoon en diens partner acht de cliënte schokkend.

Het is de cliënte inmiddels ook gebleken dat de notaris haar een te summier uittreksel van het testament heeft verstrekt. Niet [naam zoon erflater] (een van de kinderen van erflater) maar de notaris is tot executeur benoemd, zo begreep zij uit gevoerde correspondentie tussen haar advocaat en de advocaat van de erfgenamen. Het achterhouden van deze informatie heeft veel gevolgen gehad voor de afwikkeling van de nalatenschap. Ook heeft de notaris onjuiste informatie verstrekt in april 2020 aan de advocaat van de erfgenamen, waardoor haar verstandhouding met de erfgenamen nog verder onder druk is gekomen. Dat de notaris schrijft dat de akte al sinds oktober 2019 ter ondertekening gereed ligt klopt niet. Pas sinds mei 2020 is het nieuwe concept gereed voor ondertekening. Verder heeft de cliënte aan erflater een bedrag van € 7.000,– geleend, met de afspraak dit bedrag in december 2018 terug te ontvangen. Dat de notaris meent dat de nalatenschap is afgewikkeld, behoudens de afgifte van de legaten, is dus onjuist. Hij had er ook voor moeten zorgen dat de schuld aan de cliënte werd afbetaald.

Op 12 juli 2020 heeft de cliënte nog een aanvullende reactie bij de commissie ingediend. Zij heeft hierin opgemerkt dat zij op 20 mei 2020 van de notaris de akte ter ondertekening, alsmede een machtiging, ontving. Op 8 juni heeft zij de machtiging afgegeven. Pas op 4 juli ontving de advocaat van de cliënte een bericht van de advocaat van de erfgenamen dat de akte van afgifte op 18 juni was gepasseerd. De notaris heeft de cliënte hierover niet geïnformeerd. Ook is hij niet ingegaan op het herhaaldelijke verzoek om de verschuldigde € 7.000.– aan de cliënte te doen toekomen. Tot slot stelt de cliënte dat zij in haar klacht een opgaaf heeft gedaan van de kosten van juridische bijstand. Inmiddels zijn de kosten toegenomen. In totaal heeft zij tot nu toe € 6.493,18 betaald aan haar advocaat, kosten die zij niet zou hebben gehad bij juist handelen door de notaris.

Standpunt van de notaris
Voor het standpunt van de notaris verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het standpunt op het volgende neer.

Destijds heeft de notaris met de erflater afgesproken hoe hij wil dat uitvoering wordt gegeven aan zijn testament. Aan de cliënte is ook aangegeven welke zaken door de notaris en welke zaken door zoon [naam zoon erflater], een van de erfgenamen, uitgevoerd zouden worden.

Gezien de legaten heeft de cliënte in beginsel het levenslange gebruiksrecht van de woning in [plaatsnaam 1] en tot haar overlijden recht van de huur van de twee verhuurde appartementen. Ten aanzien van de verhuurde appartementen staat in het testament opgenomen: “Alle lasten en herstellingen komen voor rekening van de vruchtgebruiker.” Ten aanzien van de woning in [plaatsnaam 1]: “De gebruiker is verplicht de servicekosten voor zijn rekening te nemen.” De notaris wijst op artikel 3: 220 van het Burgerlijk Wetboek waarin staat omschreven dat gewone lasten en herstellingen door de vruchtgebruiker gedragen en verricht worden. De bedoeling van de erflater was ook dat de langstlevende partner de kosten zou betalen van de woning. De erflater was van mening dat met de legaten de cliënte verzorgd achter zou blijven.

Over het eerste gesprek merkt de notaris het volgende op. De erfgenamen hebben zelf een berekening gemaakt. De notaris had die berekening niet eerder gezien, niet gemaakt en niet voor waar aangenomen. Hij had op dat moment geen inzicht in de financiële situatie van de cliënte en in de kosten van de woning in [plaatsnaam 1]. De bedoeling van het eerste gesprek was dat het testament uitgelegd zou worden. De notaris is in dat gesprek niet partijdig geweest. Hij heeft niet geadviseerd om de legaten niet te aanvaarden. Hij stuurde daar evenmin op aan. De erfgenamen hadden zelf al allerlei conclusies getrokken en stuurden daar wel op aan. De notaris heeft duidelijk gemaakt dat er niets hals over kop beslist hoefde te worden, dat de financiële situatie bekeken moet worden en dat de cliënte zelf kon bepalen wat zij zou doen. Afgesproken is dan ook dat het een keer rustig samen doorgenomen moest worden. Dat de cliënte een laag opleidingsniveau zou hebben is de notaris niet gebleken. Als dat al het geval zou zijn wordt dit gecompenseerd door haar zoon en zijn partner. Allen kunnen zich goed uitdrukken en tijdens sessies van twee a drie uur is ruim te tijd genomen om alle juridische termen uitgebreid uit te leggen en daarbij zijn de stukken minutieus doorgenomen.

Tijdens de bespreking van 7 november 2019 is onder meer op verzoek van de erfgenamen de bewuste bijlage doorgenomen. De notaris heeft de bijlage niet verdedigd. Gezamenlijk is de conclusie getrokken dat deze bijlage in plaats van verduidelijking meerdere vragen opwierp. De notaris heeft de erfgenamen dan ook aangegeven dat de bijlage niet aan de akte gehecht zou worden. Daarmee heeft hij de wens van de erfgenamen niet gevolgd. Bij die bespreking is besproken dat naar zijn mening het eigenarendeel van de onroerende zaak belasting voor rekening komt van de erfgenamen. Nog een punt waar hij het dus niet eens is met de erfgenamen.

De notaris komt niet op standpunten terug, maar geeft door wat het standpunt van de erfgenamen respectievelijk het standpunt van de cliënte is.

De notaris heeft bij de erfgenamen afgetast en “gemasseerd” of zij bepaalde kosten niet toch voor hun rekening wilden nemen om tegemoet te komen aan de wens van de erflater om zijn partner verzorgd achter te laten. Echter de erfgenamen waren niet bereid om water bij de wijn te doen en wilden uitdrukkelijk niet afwijken van de inhoud van het testament.

De akten houdende de afgifte van de legaten liggen sinds begin oktober ter ondertekening gereed en zijn inhoudelijk conform het bepaalde in het testament. In 2019 is de gehele afwikkeling tot een einde gekomen behoudens het feit dat de legaten nog afgegeven moeten worden.

De notaris meent dat geen aanleiding bestaat om de cliënte een vergoeding te betalen voor de door haar gemaakte juridische externe kosten. De notaris heeft haar overigens tot op heden geen enkele nota toegestuurd voor de tijd die gemoeid is geweest met het opstellen van de akte houdende de afgifte van de legaten en de uren van de besprekingen op kantoor.

De notaris betreurt het dat de cliënte geen vertrouwen meer in hem heeft. Ook in december 2019 was de notaris nog bereid om in gesprek te gaan met de cliënte. De notaris kan zich er overigens in vinden wanneer de afgifte van de legaten via een andere notaris plaatsvinden. De erfgenamen houden vast aan de wens van erflater dat de notaris het zal afronden.

Als reactie op hetgeen de cliënte nader heeft ingebracht voert de notaris nog het navolgende aan.

De akte houdende de afgifte van de legaten is getekend op 18 juni jl. na ontvangst van de volmacht van de cliënte. Het was bij haar bekend dat de akte zou passeren na ontvangst van haar volmacht. De erfgenamen hebben ruim acht maanden gewacht op haar medewerking aan het passeren van de akte. Deze akte lag namelijk ter ondertekening gereed vanaf 1 oktober 2019. Inhoudelijk is de akte gelijk aan het concept met dien verstande dat in de akte vermeld is dat het legaat van de inboedel feitelijk is afgegeven door middel van bezitsverschaffing en dat de hypotheek inmiddels is afgelost. Dat was nog niet het geval op 1 oktober 2019.

Afschriften worden doorgaans binnen enkele weken na passering verzonden maar de toezending daarvan was enigszins vertraagd door de zomervakantie. De notaris kan niet afwijken van het testament. Het testament is de basis voor de afwikkeling van de nalatenschap. Niet alleen de erfgenamen maar ook de cliënte is gehouden aan de inhoud van het testament en de wet.

Dat de cliënte zelf juridische kosten maakt om te proberen van het testament en de wet af te wijken kan de notaris niet verweten worden. De notaris mist een onderbouwing van de door haar gemaakte kosten. Met de erfgenamen is afgestemd dat, nu de legaten zijn afgegeven, de vordering van de cliënte ten bedrage van € 7.000,– is dan wel wordt voldaan met vergoeding van de wettelijke rente. Daarmee is de nalatenschap afgewikkeld en eindigt de bemoeienis van de notaris ten aanzien van deze nalatenschap.

Beoordeling van het geschil
De commissie heeft het volgende overwogen.

De commissie beslist naar redelijkheid en billijkheid met inachtneming van de tussen partijen gesloten overeenkomst, waarbij zij als maatstaf voor het handelen van de notaris hanteert dat deze heeft gehandeld zoals verwacht mag worden van een redelijk bekwame en redelijk handelend notaris.

De commissie stelt als onbetwist dan wel niet of voldoende weersproken vast dat conform de wens van de erflater de notaris en de zoon van erflater uitvoering hebben gegeven aan de afwikkeling van de nalatenschap waarbij de cliënte een aantal legaten(vruchtgebruik) is toegekend.

Naast betaling van de door de erflater in zijn testament uitdrukkelijk bepaalde kosten door de legataris ten tijde van het vruchtgebruik, geeft artikel 3:220 Burgerlijk Wetboek voor de woning in [plaatsnaam 1] voorts nog aan dat gewone lasten en herstellingen voor rekening komen van de vruchtgebruiker. Voor de woningen in [plaatsnaam 2] geldt het bepaalde in 3 letter l van het testament: Alle lasten en herstellingen komen voor rekening ten laste van de vruchtgebruiker.

De door de erfgenamen naar voren gebrachte omstandigheid dat de cliënte deze lasten niet kan dragen en de door de erfgenamen aangedragen oplossing heeft de notaris met cliënte besproken en daarover uitleg gegeven.

De commissie stelt voorop dat de notaris in deze met partijen in beginsel naar mogelijkheden kan kijken ter oplossing van een tussen hen gerezen dispuut om zo tot een afwikkeling van de nalatenschap te kunnen komen. Echter, indien partijen daar niet uit kunnen komen zullen zij ter beslechting daarvan uiteindelijk zelf initiatief moeten nemen en een en ander in gang moeten zetten eventueel met bijstand van een advocaat en zo nodig via de rechter.

Dat de notaris partijdig zou zijn geweest bij deze afwikkeling ten voordele van de erfgenamen en ten nadele van de cliënte als legataris – zoals gesteld en toegelicht door de cliënte – heeft de notaris gemotiveerd weersproken.

Ook het verwijt onvoldoende voortvarend te hebben gehandeld, de cliënte onvoldoende en verkeerd te hebben geïnformeerd alsmede de cliënte te veel zelf heeft laten doen – zoals gesteld en toegelicht door de cliënte – heeft de notaris gemotiveerd weersproken.

Die verwijten acht de commissie, gelet op deze gemotiveerde betwisting, onvoldoende onderbouwd.

Daarbij is commissie van oordeel dat zij in de overgelegde stukken ook geen gronden of aanwijzingen aantreft voor deze door de consument geformuleerde en door de notaris gemotiveerd weersproken verwijten.

Van schade door toedoen van de notaris is niet dan wel onvoldoende gebleken. De door de cliënte verzochte vergoeding van juridische kosten, die naar het oordeel van de commissie verband houden met het dispuut tussen de cliënte en de erfgenamen en waarvan niet is gebleken dat deze zouden zijn veroorzaakt door toedoen van de notaris, wijst de commissie dan ook af.

Gelet op het voorgaande is naar het oordeel van de commissie niet komen vast te staan dat de notaris in deze niet zou hebben gehandeld zoals verwacht mag worden van een redelijk bekwame en redelijk handelende notaris.

De commissie acht de klacht van de cliënt derhalve ongegrond en zal het door haar verlangde afwijzen.

Hetgeen partijen voorts nog naar voren hebben gebracht behoeft geen bespreking nu dit niet tot een ander oordeel kan leiden.

Derhalve wordt als volgt beslist.

Beslissing
De commissie:

Verklaart de klacht ongegrond en wijst het door de cliënte verlangde af.

Aldus beslist door de Geschillencommissie Notariaat, bestaande uit de heer mr. N. Schaar, voorzitter, de heer mr. R.J. Holtman, de heer H.W. Zuur, leden, in aanwezigheid van mevrouw mr. B.J. van Gent, secretaris, op 24 juli 2020.