Commissie: Notariaat
Categorie: Kosten
Jaartal: 2014
Soort uitspraak: -
Uitkomst: -
Referentiecode:
77879
De uitspraak:
Onderwerp van het geschil
Het geschil betreft de kosten van een informatief gesprek op 1 februari 2013 naar aanleiding van het overlijden van de moeder van de cliënte.
De cliënte heeft een bedrag van € 307,01 niet betaald en bij de commissie gedeponeerd.
De cliënte heeft op 12 april 2013 de klacht voorgelegd aan de notaris.
Standpunt van de cliënte
De cliënte heeft haar klachten vermeld in het door haar d.d. 19 juni 2013 ingevulde klachtenformulier en de daarbij behorende bijlagen, waarvan de kern – kort en zakelijk – als volgt wordt weergegeven:
De cliënte is geen overeenkomst met de notaris aangegaan. De cliënte heeft gevraagd om een informatiegesprek. Zij heeft op voorhand via e-mail en telefoon duidelijk om een kostenopgave gevraagd. De cliënte is medegedeeld dat er aan het informatiegesprek op 1 februari 2013 geen kosten verbonden zouden zijn. De cliënte is van mening dat de notaris haar niet duidelijk heeft geïnformeerd, hoewel de cliënte met heel veel vragen zat. Daarom heeft zij besloten geen gebruik te maken van de diensten van de notaris. De notaris heeft boos gereageerd op deze beslissing van de cliënte. De cliënte is bereid om de 15 minuten uitloop van het gesprek te betalen.
Voorafgaand aan de zitting heeft de cliënte nog een brief aan de commissie gestuurd, waarin zij het volgende aangeeft. De rechtbank heeft beslist dat de factuur van de notaris niet uit de vereffening betaald had mogen worden, maar aan de lijst van schuldeisers moet worden toegevoegd. Er is door de notaris, na uitdrukkelijk er om gevraagd te hebben, geen kostenopgave gegeven voor een vrijblijvend informatief gesprek. Wel ontving de cliënte een offerte voor een akte van erven, waarom de cliënte echt niet had gevraagd. Na de bespreking op het kantoor van de notaris heeft de cliënte slechts eenmalig gebeld met de vraag wat er zou gebeuren als de erven de erfenis zouden weigeren. Een vraag die naar de mening van de cliënte direct beantwoord had moeten kunnen worden.
Standpunt van de notaris
Voor het standpunt van de notaris verwijst de commissie naar het verweer van de notaris d.d. 17 juli 2013. In de kern komt het verweer van de notaris op de klacht van de cliënt op het volgende neer.
De cliënte erkent dat de bespreking heeft plaatsgevonden en ook dat nadien telefoongesprekken met de kandidaat-notaris zijn gevoerd. Van een vrijblijvende bespreking is geen sprake geweest, mede gelet op de lange duur daarvan. Van deze bespreking zijn dertig minuten niet doorberekend aan de cliënte. De kandidaat-notaris is nadien nog op drie dagen gebeld en er zijn aan haar vragen gesteld waarvan de beantwoording meer tijd heeft gevergd dan is doorberekend aan de cliënte. De notaris heeft dus uit coulance een forse tegemoetkoming in de kosten verleend. Reden waarom er thans geen aanleiding voor de notaris meer bestaat om met de cliënte een schikking te treffen. De medewerkster van de notaris, [naam medewerkster notaris], stelt dat zij niet heeft gezegd dat sprake zou zijn van een gratis informatief gesprek.
Beoordeling van het geschil
Naar aanleiding van het over en weer door partijen gestelde overweegt de commissie het volgende.
De commissie beslist naar redelijkheid en billijkheid met inachtneming van de tussen partijen gesloten overeenkomst, waarbij zij als maatstaf voor het handelen van de notaris hanteert dat deze heeft gehandeld zoals verwacht mag worden van een redelijk bekwame en redelijk handelende notaris.
Kern van het geschil betreft de vraag of de notaris de cliënte kosten voor het informatieve gesprek op 1 februari 2013 in rekening had mogen brengen.
De commissie overweegt als volgt.
Uit hetgeen partijen in deze over en weer hebben gesteld en hebben ingebracht en als onvoldoende weersproken hebben gesteld, komt de commissie tot de vaststelling dat de notaris een bespreking heeft gevoerd met de cliënte, welk gesprek 1 uur en 6 minuten heeft geduurd. De notaris heeft 30 minuten van dit gesprek niet doorberekend aan de cliënte. Daarnaast zijn een brief aan de gemeente Roosendaal en 24 minuten advieswerkzaamheden door de kandidaat-notaris bij de cliënte in rekening gebracht. De kantoorkosten, die 4% over het honorarium bedragen, heeft de notaris niet aan de cliënte doorberekend. De notaris heeft een bedrag van € 307,01 bij de cliënte in rekening gebracht. Over de hoogte van het in rekening gebrachte uurtarief heeft de cliënte niet geklaagd. De commissie is van oordeel dat de hoogte van dit bedrag niet onevenredig is en in verhouding staat tot de inspanning die de notaris heeft geleverd.
Aan het standpunt van de cliënte dat [naam medewerkster notaris] – medewerkster van het kantoor van de notaris – heeft aangegeven dat het gesprek kosteloos zou zijn gaat de commissie voorbij, nu de notaris dit verweer gemotiveerd heeft weersproken en de cliënte dit standpunt onvoldoende heeft onderbouwd. Uit de overgelegde stukken is ook niet gebleken dat een gratis gesprek bij de notaris tot de mogelijkheden behoort.
Uit de voorafgaand aan de zitting door cliënte verstrekte informatie leidt de commissie af dat de nalatenschap beneficiair is aanvaard en dat de declaratie van de notaris op de lijst van concurrente schuldeisers had moeten worden geplaatst, omdat deze niet preferent is. Deze opvatting wordt niet gevolgd. Cliënte heeft nu juist geen opdracht gegeven aan de notaris om verdere werkzaamheden ten behoeve van de boedelafwikkeling te verrichten. De gemaakte kosten zijn dus advieskosten aan cliënte en moeten dus ook door haar worden voldaan.
Gelet op het vorenstaande acht de commissie de klacht niet gegrond en dient de vordering van de cliënte te worden afgewezen.
Derhalve dient als volgt te worden beslist.
Beslissing
De commissie:
– verklaart de klacht van de cliënte niet gegrond en wijst het door de cliënte verzochte af;
– bepaalt dat het door de cliënte betaalde depotbedrag aan de notaris wordt uitgekeerd;
– wijst af het meer of anders verzochte.
Aldus beslist door de Geschillencommissie Notariaat op 11 september 2013.