Notaris mag onderzoek doen naar juistheid volmacht voordat hij deze accepteert

De Geschillencommissie




Commissie: Notariaat    Categorie: Kwaliteit dienstverlening    Jaartal: 2019
Soort uitspraak: bindend advies   Uitkomst: Ongegrond   Referentiecode: 10184/14588

De uitspraak:

Waar gaat de uitspraak over

De vader van de klager heeft de klager gevraagd om namens hem op te treden bij de afwikkeling van de nalatenschap van de oma van de klager. Hiervoor heeft hij hem een getekende volmacht gegeven. De klager klaagt over het feit dat de notaris deze volmacht niet heeft geaccepteerd. De notaris geeft als reden voor de weigering aan dat de familieverhoudingen tussen de erfgenamen verstoord is. Daarom wil hij onderzoek doen naar de juistheid van de volmacht door de vader van de klager uit te nodigen voor een gesprek. Uiteindelijk heeft de notaris de vader niet kunnen spreken. De commissie kan niet uitsluiten dat de problemen tussen partijen mede zijn ontstaan door de manier van communiceren van de notaris, die niet altijd optimaal was. Dit is echter onvoldoende om er vanuit te gaan dat de notaris niet heeft gehandeld zoals van hem mag worden verwacht. De klacht is ongegrond.

Volledige uitspraak

Onderwerp van het geschil
Het geschil betreft de weigering van de notaris om een door de vader van klager getekende volmacht te accepteren.

Standpunt van klager
Voor het standpunt van klager verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het standpunt op het volgende neer.

De vader van klager heeft klager gevraagd om namens hem op te treden bij de afwikkeling van de nalatenschap van de oma van klager. Hij heeft klager hiervoor een volmacht gegeven. Echter, de notaris accepteert de volmacht niet. Op voorstellen van klager om de handtekening op de volmacht te laten legaliseren of om bij een andere notaris een volmacht te laten opstellen, is de notaris niet ingegaan. De notaris heeft de deur meteen dichtgegooid.
Door de opstelling van de notaris kan klager niet optreden als gemachtigde voor zijn vader en wordt de afwikkeling van de nalatenschap vertraagd.

Klager verzoekt de commissie te bepalen dat de notaris de volmacht alsnog accepteert.

Ter zitting heeft klager onder meer aangevoerd dat hij nog steeds belang heeft bij zijn verzoek, omdat hij vragen heeft met betrekking tot de door de notaris opgestelde berekening van de legitieme portie en de aangifte erfbelasting, waarvan hij een onderbouwing mist. Hij kan hiervoor niet bij de executeur terecht, omdat deze de volmacht ook niet accepteert.

Standpunt van de notaris
Voor het standpunt van de notaris verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het standpunt op het volgende neer.

In de nalatenschap van de oma van klager heeft de oom van klager (de executeur) de notaris de opdracht gegeven om werkzaamheden te verrichten.
Klager heeft de notaris een volmacht, ondertekend door zijn vader, doen toekomen. Als notaris dient de notaris zich ervan te overtuigen dat een ondertekende verklaring overeenkomt met hetgeen daadwerkelijk door de ondertekenaar wordt gewenst. Mede gelet op de verstoorde familieverhoudingen wilde de notaris zich hiervan in een persoonlijk gesprek met de vader van klager overtuigen en heeft hem daartoe uitgenodigd. Hij heeft de vader van klager uiteindelijk niet gesproken.

Inmiddels heeft de executeur de opdracht ingetrokken, zodat acceptatie van de volmacht niet meer nodig is.

Beoordeling van het geschil
Naar aanleiding van het over en weer door partijen gestelde overweegt de commissie het volgende.

De commissie beslist naar redelijkheid en billijkheid met inachtneming van de tussen partijen gesloten overeenkomst, waarbij zij als maatstaf voor het handelen van de notaris hanteert dat deze heeft gehandeld zoals verwacht mag worden van een redelijk bekwame en redelijk handelende notaris.

Klager klaagt over het feit dat de notaris een door zijn vader getekende onderhandse volmacht niet heeft geaccepteerd. De notaris heeft als reden voor deze weigering aangegeven dat de familieverhoudingen tussen de erfgenamen verstoord waren.
Gelet op de bijzondere positie van de notaris in het rechtsverkeer en een eventuele eigen aansprakelijkheid stond het hem naar het oordeel van de commissie vrij om in deze situatie onderzoek te doen naar de juistheid van de volmacht, alsmede naar de vraag of de volmachtgever in staat is geweest zijn wil te bepalen. Het stond de notaris evenzeer vrij om daarover contact met de volmachtgever op te nemen. Immers, – anders dan de klager kennelijk van mening is -, betekent het enkele feit dat er een onderhandse volmacht is gegeven niet dat daarmee het contact tussen de notaris en de volmachtgever/erfgenaam wordt afgesneden.

De commissie kan niet uitsluiten dat de problemen tussen partijen mede zijn ontstaan door de wijze van communiceren van de notaris die wellicht niet altijd even gelukkig is geweest. Echter, dit is onvoldoende voor de conclusie dat de notaris niet heeft gehandeld zoals mag worden verwacht van een redelijk bekwame en redelijk handelende notaris.

De cliënt beklaagt zich er nog over dat hij geen stukken van de notaris heeft ontvangen, maar hiervoor lijkt hij zich – nu de notaris heeft aangegeven dat hij geen opdracht meer heeft – in dit stadium tot de executeur te moeten wenden.

Gelet op het voorgaande zal de commissie de klacht van klager ongegrond verklaren en het door hem verzochte afwijzen.

Nu de klacht van klager ongegrond wordt verklaard, is het naar het oordeel van de commissie gerechtvaardigd dat het klachtengeld voor rekening van klager komt. Klager heeft het klachtengeld reeds voldaan, zodat de commissie daarover niet meer hoeft te beslissen.

Hetgeen partijen ieder voor zich verder nog naar voren hebben gebracht, behoeft – naar het oordeel van de commissie – geen verdere bespreking, nu dat niet tot een ander oordeel kan leiden.

Derhalve wordt als volgt beslist.

Beslissing
De commissie verklaart de klacht van klager ongegrond en wijst het door hem verzochte af.

Aldus beslist door de Geschillencommissie Notariaat, bestaande uit de heer mr. J. van der Groen, voorzitter, de heer mr. R.J. Holtman en mevrouw drs. P.C. Hoogeveen – de Klerk, leden, in aanwezigheid van mevrouw mr. drs. I.M. van Trier, plaatsvervangend secretaris, op 4 december 2019.