Commissie: Notariaat
Categorie: bejegening / Fraude
Jaartal: 2023
Soort uitspraak: bindend advies
Uitkomst: Ongegrond
Referentiecode:
155856/180794
De uitspraak:
Waar gaat de uitspraak over?
Klager stelt dat sprake is van identiteitsfraude. Hij meent dat de notaris niet heeft voldaan aan zijn notariële verplichtingen en hij houdt de notaris verantwoordelijk voor de schade die hij hierdoor heeft geleden. Bij de oprichting van de BV’s is gebruik gemaakt van een door een andere notaris gelegaliseerde volmacht. Die notaris heeft verklaard de identiteit van klager als die van de volmachtgever te hebben vastgesteld.
De notaris weerspreekt met stelligheid de beschuldigingen van klager over het niet hebben voldaan aan zijn notariële verplichtingen. De commissie is van oordeel dat klager niet aannemelijk heeft gemaakt dat de notaris zijn werkzaamheden onzorgvuldig of onjuist heeft uitgevoerd en niet gehandeld zou hebben, zoals je van een redelijk en bekwame en redelijk handelende notaris mag verwachten. De klacht is ongegrond.
De uitspraak
Behandeling van het geschil
Partijen zijn overeengekomen dit geschil bij bindend advies door de Geschillencommissie Notariaat (verder te noemen: de commissie) te laten beslechten.
De commissie heeft kennisgenomen van de overgelegde stukken.
De behandeling heeft plaatsgevonden op 30 januari 2023 te Den Haag.
Partijen zijn tijdig en behoorlijk opgeroepen ter zitting te verschijnen.
Klager heeft, samen met zijn vader [naam], digitaal aan de hoorzitting deelgenomen en ter zitting zijn standpunt mondeling toegelicht. De notaris is niet verschenen.
Onderwerp van het geschil
Klager heeft de klacht voorgelegd aan de notaris.
Het geschil betreft de kwaliteit van dienstverlening van de notaris.
Standpunt van klager
Voor het standpunt van klager verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het standpunt op het volgende neer.
De notaris heeft notariële akten opgesteld ten behoeve van het oprichten van een aantal Bv’s, waarbij klager als opdrachtgever is aangemerkt en als bestuurder en aandeelhouder van de Bv’s is ingeschreven. Klager stelt dat sprake is van identiteitsfraude. Hij meent dat de notaris niet heeft voldaan aan zijn notariële verplichtingen en hij houdt de notaris verantwoordelijk voor de schade die hij hierdoor heeft geleden.
Standpunt van de notaris
Voor het standpunt van de notaris verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het standpunt op het volgende neer.
Bij de oprichting van de Bv’s is gebruik gemaakt van een door een andere notaris gelegaliseerde volmacht. Die notaris heeft verklaard de identiteit van klager als die van de volmachtgever te hebben vastgesteld.
De notaris weerspreekt met stelligheid de beschuldigingen van klager over het niet hebben voldaan aan zijn notariële verplichtingen. Juist als notaris is hij wettelijk verplicht tot uitvoering van de aan hem gegeven opdracht tot het opmaken van de betreffende akten. De notaris stelt de vereiste stappen te hebben genomen om de identiteit van zijn opdrachtgever te controleren. Noch de manier waarop de opdracht werd gegeven (vanaf een e-mailadres met de naam van klager), noch het niet als vermist geregistreerde paspoort van klager, noch de door de BRP verstrekte adresgegevens, noch de door de opdrachtgever beantwoorde vragen in het kader van de WWFT, noch de gelegaliseerde volmacht, noch de betaling van de kosten van de oprichting, gaven aanleiding tot nader onderzoek. De notaris heeft daarmee geheel voldaan aan zijn onderzoeksplicht. Er was geen enkele reden tot twijfel over de bonafide intenties van de oprichter.
De notaris had daardoor de wettelijke verplichting mee te werken aan de oprichtingen van de Bv’s. Het is niet aan de notaris om te beoordelen of de notaris die de volmacht heeft gelegaliseerd zijn werk goed heeft gedaan en of de BRP wel de juiste adresgegevens heeft weergegeven.
Beoordeling van het geschil
De commissie heeft het volgende overwogen.
De commissie beslist naar redelijkheid en billijkheid met inachtneming van de tussen partijen gesloten overeenkomst, waarbij zij als maatstaf voor het handelen van de notaris hanteert dat deze heeft gehandeld zoals verwacht mag worden van een redelijk bekwame en redelijk handelend notaris.
De commissie is van oordeel dat klager niet aannemelijk heeft gemaakt dat de notaris zijn werkzaamheden onzorgvuldig of onjuist heeft uitgevoerd en niet gehandeld zou hebben zoals je van een redelijk en bekwame en redelijk handelende notaris mag verwachten. De notaris kon en mocht erop vertrouwen dat de legalisatie middels het paspoort van klager door de andere notaris op een juiste wijze was geschied. Daarbij is mede van belang dat er ten tijde van de oprichting van de Bv’s geen sprake was van vermissing van het paspoort van klager en dit paspoort ook niet als vermist geregistreerd stond. Er zijn uit hetgeen partijen hebben aangevoerd en ingebracht ook geen andere aanknopingspunten naar voren gekomen waaruit de conclusie zou kunnen worden getrokken dat de notaris in deze niet aan zijn notariële verplichtingen heeft voldaan en niet tot oprichting van de Bv’s had mogen overgaan. Ook van schade door toedoen van de notaris is niet gebleken.
Derhalve wordt als volgt beslist.
Beslissing
De commissie verklaart de klacht van klager ongegrond en wijst het door klager verlangde af.
Aldus beslist door de Geschillencommissie Notariaat, bestaande uit de heer mr. N. Schaar, voorzitter, de heer mr. M. de Waal, de heer H.W. Zuur, leden, in aanwezigheid van mevrouw mr. M. Gardenier, secretaris, op 30 januari 2023.