Notaris slordig in versturen van verklaring van erfrecht, maar geen sprake van schade

  • Home >>
  • Notariaat >>
De Geschillencommissie




Commissie: Notariaat    Categorie: Kwaliteit dienstverlening / Schade    Jaartal: 2021
Soort uitspraak: bindend advies   Uitkomst: Ongegrond   Referentiecode: 30050/43973

De uitspraak:

Waar gaat de uitspraak over

De cliënte klaagt over de dienstverlening van de notaris. De notaris heeft toegezegd om de verklaring van erfrecht aan alle erfgenamen toe te sturen en niet alleen aan de executeur. De notaris stuurde echter alleen de executeur een exemplaar toe. De cliënte en haar broer moesten gehaast goederen uit de woning halen met financiële en emotionele schade tot gevolg. Deze schade willen zij op de notaris verhalen. De notaris kan zich niet vinden in het verwijt dat de notaris aansprakelijk is voor schade. Als betrokken notaris heeft zij de verplichting om afschriften te verstrekken aan de opdrachtgever/executeur en niet aan de erfgenamen. De commissie acht het slordig dat de notaris wel heeft toegezegd een afschrift van de verklaring aan alle erfgenamen toe te sturen, maar dit vervolgens heeft nagelaten. Dit is wel hersteld door de notaris, waarbij zij ook haar excuses voor heeft aangeboden. Onvoldoende is komen vast te staan dat de door de cliënte gestelde schade is terug te voeren op het niet tijdig verstrekken van de verklaring van erfrecht door de notaris. De klacht is ongegrond.

Volledige uitspraak

Onderwerp van het geschil
De cliënte heeft de klacht voorgelegd aan de notaris.

Het geschil betreft de kwaliteit van dienstverlening van de notaris.

Standpunt van de cliënte
Voor het standpunt van de cliënte verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het standpunt op het volgende neer.

De notaris heeft toegezegd, zowel mondeling als schriftelijk, om na opmaak van de verklaring van erfrecht deze aan alle erfgenamen toe te sturen en niet alleen aan de executeur, te weten de zus van de cliënte.
De overige erfgenamen, te weten de cliënte en haar broer, hadden de verklaring van erfrecht nodig voor de verkoop van de ouderlijke woning uit een nalatenschap van de vader. De notaris stuurde echter alleen de executeur een exemplaar toe. De cliënte en haar broer ontvingen de verklaring pas vijf weken later.
De executeur eiste vervolgens verkoop van het huis terug op en ontzegde de overige erfgenamen toegang tot de ouderlijke woning. Hierdoor hebben de cliënte en haar broer hals over kop goederen uit de woning moeten halen met financiële en emotionele schade tot gevolg. De cliënte vordert in de procedure excuses en vergoeding van kosten die zij en haar broer onverhoeds hebben moeten maken. De kosten zijn ontstaan door het veel te laat toegestuurd krijgen van de verklaring van erfrecht aan de cliënte en haar broer.

Standpunt van de notaris
Voor het standpunt van de notaris verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het standpunt op het volgende neer.

Door de notaris is een verklaring van executele afgegeven inzake de nalatenschap van de vader van de cliënte. De opdracht daartoe is verstrekt door de executeur in deze, de zus van de cliënte, die ook wettelijk de bevoegdheid heeft deze opdracht te verstrekken. Derhalve is de notaris als betrokken notaris, en niet als boedelnotaris, bij de afgifte van de verklaring van executele betrokken geweest. Op 31 december 2019 is door de notaris een verklaring van erfrecht afgegeven. De opdracht daartoe is wederom verstrekt door de executeur in deze, belast met de afwikkeling van de nalatenschap. Ook deze opdracht is verstrekt aan de notaris als betrokken notaris en niet als boedelnotaris. De verklaring van erfrecht zou wenselijk zijn in verband met de verkoop van de woning uit de nalatenschap. In dit verband is contact gezocht met de erfgenamen, teneinde zich uit te spreken over het wel of niet aanvaarden van de nalatenschap, dan wel het aanvaarden onder het voorrecht van boedelbeschrijving. Allen hebben de nalatenschap zuiver aanvaard. Omdat gebleken is, dat er onenigheid is tussen de erfgenamen, is vanuit het kantoor een toezegging gedaan, dat alle erfgenamen een afschrift van een verklaring van erfrecht zouden ontvangen.

Op 31 december 2019 is de verklaring van erfrecht toegezonden naar de executeur. Pas op 17 februari 2020 is deze verklaring per post toegezonden aan de overige erfgenamen, te weten de cliënte en haar broer, nadat zij daarom hadden gevraagd. De notaris betreurt ten zeerste dat deze toezegging vertraging heeft opgelopen. Zij heeft dit ook reeds aan de overige erfgenamen meegedeeld in een mailbericht van 16 maart 2020. De overige erfgenamen stellen de notaris aansprakelijk voor schade, die door hen geleden zou zijn, vanwege het te laat ontvangen van dit afschrift van deze verklaring van erfrecht. Hierin kan de notaris zich niet vinden. Als betrokken notaris is zij gehouden afschriften te verstrekken aan de opdrachtgever/executeur en niet aan de erfgenamen. Na hun verzoek daartoe hebben zij alsnog een afschrift ontvangen. Op 1 juli 2020 is de woning uit de nalatenschap verkocht. Deze levering is geschied door de executeur, die daartoe bevoegd was, omdat de verkoop van de woning nodig was ter betaling van schulden. Krachtens het testament van erflater is de executeur bevoegd om goederen te gelde te maken, voor zover nodig ter betaling van schulden en behoeft hij/zij voor deze te gelde making niet in overleg te treden met de erfgenamen en is hun toestemming ook niet vereist. Kosten die de overige erfgenamen stellen te hebben gemaakt, in verband met het ophalen van goederen en het ontzeggen van toegang tot de woning, kunnen vanwege de rol van de notaris als betrokken notaris niet op haar worden afgewikkeld. Immers, haar rol is slechts geweest het afgeven van een verklaring van executele en de afgifte van een verklaring van erfrecht. Het is aan de executeur om erfgenamen te informeren en goederen te gelde te maken ter betaling van schulden, zoals ook in het testament is vermeld. De notaris merkt tot slot nog op dat de gestelde kosten en schade op geen enkele wijze worden onderbouwd.

Beoordeling van het geschil
De commissie beslist naar redelijkheid en billijkheid met inachtneming van de tussen partijen gesloten overeenkomst, waarbij zij als maatstaf voor het handelen van de notaris hanteert dat deze heeft gehandeld zoals verwacht mag worden van een redelijk bekwame en redelijk handelende notaris.

Naar aanleiding van het over een weer door partijen gestelde, heeft de commissie het volgende overwogen.

Kern van het geschil is dat de cliënte de notaris verwijt dat zij, ondanks haar toezegging daartoe, de verklaring van erfrecht alleen heeft toegestuurd aan de executeur en niet aan de overige erfgenamen.
De vraag die voorligt aan de commissie is of de notaris onder de gegeven omstandigheden mocht volstaan met het toesturen van de verklaring van erfrecht aan de executeur.

De commissie overweegt dat het verstrekken van informatie aan de overige erfgenamen in dit geval een verplichting van de executeur is en niet een verplichting van de notaris. Dat de notaris wel heeft toegezegd een afschrift van de verklaring aan alle erfgenamen toe te sturen en dit vervolgens heeft nagelaten, is slordig. Echter dit is hersteld door de notaris waarbij zij hiervoor tevens haar excuses heeft aangeboden.
De commissie wil dan ook niet zover gaan dat de notaris niet heeft gehandeld zoals verwacht mag worden van een redelijk bekwame en redelijk handelende notaris.

Wat betreft de door de cliënte gestelde schade, maakt het niet-toezenden van het afschrift van de verklaring van erfrecht aan de erfgenamen niet dat de notaris hiervoor schadeplichtig kan worden gehouden. Immers onvoldoende is komen vast te staan dat de door de cliënte gestelde schade is terug te voeren op het niet (tijdig) verstrekken van de verklaring van erfrecht door de notaris.

Gelet op het voorgaande is naar het oordeel van de commissie niet komen vast te staan dat de notaris niet heeft gehandeld zoals verwacht mag worden van een redelijk bekwame en redelijk handelende notaris.
De door de cliënte gevorderde schadevergoeding wordt afgewezen.

Derhalve wordt als volgt beslist.

Beslissing
De commissie:

– verklaart de klacht van de cliënte ongegrond en wijst het door haar gevorderde af.

Aldus beslist door de Geschillencommissie Notariaat, bestaande uit de heer mr. N. Schaar, voorzitter, de heer mr. R.J. Holtman, mevrouw mr. J.M. Schuller, leden, in aanwezigheid van mevrouw mr. M. Gardenier, secretaris, op 8 februari 2021.