Nu vast staat dat in onderhavige woning geen warm water wordt geleverd, is de warmtewet niet van toepassing en is de ondernemer niet verplicht het NMDA principe te hanteren.

  • Home >>
  • Energie >>
De Geschillencommissie




Commissie: Energie    Categorie: Omvang levering    Jaartal: 2015
Soort uitspraak: -   Uitkomst: -   Referentiecode: 95338

De uitspraak:

Onderwerp van het geschil

Het geschil betreft de tarieven van de aansluiting op en levering van stadsverwarming.

De consument heeft op 23 oktober 2014 de klacht bij de ondernemer aangekaart.

Standpunt van de consument

Het standpunt van de consument luidt in hoofdzaak als volgt.

Volgens de “bronwarmtewijzer” van de ondernemer hanteert zij het zogenaamde NMDA (Niet Meer Dan Anders) tarief voor de tarieven zoals die gelden voor de WKO installatie te [plaatsnaam]. Deze bronwarmtewijzer is verstrekt aan de consument bij de oplevering van zijn woning.
De consument heeft getracht inzicht te krijgen in de opbouw van de tarieven en de jaarnota’s. Met de ondernemer is gecorrespondeerd, maar de ondernemer weigert antwoord te geven op de bij de consument levende vragen. Zo vraagt de consument zich af hoe het kan dat de vastrechtkosten aan het eind van het jaar hoger uitgevallen zijn dan dat er maandelijks is betaald. Voorts vraagt de consument zich af op grond waarvan een prijsstijging van 2% voor 2015 op basis van de CPI kan worden berekend, terwijl de stijging volgens het CPI over 2014 maar 1% was. Het NMDA tarief blijkt ineens niet meer van toepassing te zijn.

De consument wenst dat de ondernemer haar beweringen uit de bronwarmtewijzer nakomt en het zogenaamde NMDA principe toepast op de tarieven voor de WKO [plaatsnaam] dan wel inzicht verschaft in de huidige opbouw van de tarieven.

Standpunt van de ondernemer

Het standpunt van de ondernemer luidt in hoofdzaak als volgt.

Bij besluit van 18 december 2014 heeft de ACM (Autoriteit Consument en Markt) besloten dat de Warmtewet niet van toepassing is wanneer er geen sprake is van levering van warm water.
Van levering van warm water is sprake wanneer het water op het moment dat het de woningen binnenkomt de geschikte temperatuur heeft om direct te worden ingezet voor huishoudelijke doeleinden. In de woning van de consument wordt het door de ondernemer geleverde water naar een hogere temperatuur gebracht middels een in de woning aanwezige individuele warmtepomp, waardoor er geen sprake is van levering van warm water.

Nu de Warmtewet niet van toepassing is op de woning van de consument, is de ondernemer niet verplicht het NMDA beginsel te hanteren. De ondernemer heeft zich daartoe ook niet verplicht in de van toepassing zijnde bronwarmtewijzer.

In de bronwarmtewijzer wordt uitgelegd hoe de bronwarmteprijs tot stand komt. De tarieven worden bij de bouw vastgesteld en opgenomen in een contract met de gemeente, projectontwikkelaar of woningbouwcorporatie. Deze tarieven worden jaarlijks geïndexeerd volgens de Consumenten Prijs Index (CPI) van het Centraal Bureau voor Statistiek.

De ondernemer hanteert deze methode bij al haar projecten met uitzondering van het project [projectnaam]te [plaatsnaam]. De bronwarmtewijzer waar de consument naar verwijst is uitsluitend van toepassing op het project Boschkens.

Helaas is door een medewerkster van de ondernemer ten onrechte aan de consument medegedeeld dat de NMDA van toepassing is. Die informatie sluit niet aan op de eerder en later aan de consument toegestuurde berichten, waarin steeds is aangegeven dat de NMDA niet van toepassing is op de woning van de consument.

Voor de bewoners van een eengezinswoning in de [plaatsnaam] bestaat het te betalen tarief uit twee componenten, te weten een vastrecht en een huurprijs warmtepomp.

De ondernemer heeft aan de bewonersvertegenwoordiging een overzicht verstrekt van het vastrecht en de huurprijs warmtepomp in de periode 2008 tot en met 2015. Gebleken is dat voor de huurprijs warmtepomp een onjuist starttarief is gehanteerd, dat jaarlijks is geïndexeerd. Inmiddels is aan alle bewoners, waaronder de consument, het teveel betaalde bedrag over de periode van bewoning terugbetaald of verrekend.

De ondernemer heeft veelvuldig en uitvoerig gecorrespondeerd met de consument en daarbij op transparante wijze inzicht gegeven in de tarieven en de wijze van indexering.

De ondernemer geeft in haar verweer antwoord op de door de consument specifiek gestelde vragen.
Zij verwijst daarbij ook naar haar brief van 16 april 2015. De CPI indexering voor 2015 bedraagt 1,2%, anders dan in haar brief van 29 januari 2015 vermeld. De bewoners van de Sniep ontvangen aan het begin van elk jaar een brief inzake de nieuwe warmtetarieven (zie de brieven van 21 november 2014 en 29 januari 2015).

Beoordeling van het geschil

De commissie heeft het volgende overwogen.

De commissie stelt voorop dat vast staat dat in de onderhavige woning geen warm water wordt geleverd. Dit heeft tot gevolg dat de warmtewet niet van toepassing is en de ondernemer niet verplicht is het NMDA principe te hanteren.

Ter zitting heeft de ondernemer verklaard dat zij in haar verweer een verkeerd antwoord heeft gegeven op de eerste aangehaalde vraag van de consument. Zij heeft uitgelegd dat de kosten verbruiksonafhankelijk zijn, maar dat bij het opmaken van de jaarnota in de maand januari de nieuwe tarieven nog niet voorhanden zijn.

Voorts heeft de ondernemer aangegeven dat bij de verstrekking van de bronwarmtewijzer bij verschillende klanten een fout is gemaakt door de bronwarmtewijzer van [projectnaam] te verschaffen, terwijl dit niet kenbaar was voor die klanten. Het enige verschil tussen de twee bronwarmtewijzers is dat in de bronwarmtewijzer van het project [projectnaam] de NMDA van toepassing is verklaard en dat in de andere bronwarmtewijzer de CPI als basis dient.
Onweersproken heeft de consument verklaard dat de oplevering van zijn woning is gedaan door de aannemer [naam aannemer], die geen uitleg heeft gegeven op voormeld punt. Kennelijk heeft ook de ondernemer nagelaten deze discrepantie naar de consument toe te verduidelijken.
Met betrekking tot de CPI heeft de ondernemer uitgelegd dat voor 2015 de verhoging van 1,2% is gebaseerd op de CPI, die in 2014 inderdaad 1% was. De verhoging met 0,2% heeft volgens de ondernemer te maken met het specifieke karakter van de dienstverlening.

Naar het oordeel van de commissie is de ondernemer ook op dit punt in gebreke gebleven te verduidelijken waar die 0,2% op gebaseerd is, nu in de bronwarmtewijzer en bijvoorbeeld in de brief van 21 november 2014 wordt gesproken van een jaarlijkse indexering “met CPI volgens het CBS”.

Het is begrijpelijk dat een en ander voor de consument niet inzichtelijk is geweest en hem ongerief heeft bezorgd.

Op grond van het voorgaande is de commissie van oordeel dat de klacht ten dele gegrond is.
 
De commissie acht het redelijk dat de ondernemer aan de consument een bedrag betaalt van € 100,– ter compensatie van het geleden ongerief.

Mitsdien wordt beslist als volgt.

Beslissing

De commissie is van oordeel dat de klacht ten dele gegrond is als hiervoor overwogen.

De commissie wijst het door de consument verlangde af.

De commissie bepaalt dat de ondernemer binnen veertien dagen na de verzenddatum van dit bindend advies een bedrag van € 100,– aan de consument betaalt ter compensatie van het geleden ongerief.

Bovendien dient de ondernemer overeenkomstig het reglement van de commissie een bedrag van € 27,50 aan de consument te vergoeden ter zake van het klachtengeld.

Aldus beslist door de Geschillencommissie Energie, op 6 augustus 2015.