Commissie: Telecommunicatiediensten
Categorie: Telefoonnummer
Jaartal: 2015
Soort uitspraak: -
Uitkomst: -
Referentiecode:
TEL09-0843
De uitspraak:
Onderwerp van het geschil
Het geschil betreft een mobiele telefoonaansluiting. Standpunt van de consument Het standpunt van de consument luidt in hoofdzaak als volgt. Omdat de consument enige tijd in het buitenland zou gaan wonen, heeft hij op 16 april 2007 [zijn mobiele nummer] laten porteren naar de bij de ondernemer gekochte simkaart. Het betreft een gemakkelijk nummer dat voor de consument als verzamelaar grote waarde heeft. In april 2009 wilde de consument dit nummer gaan gebruiken. Toen bleek dat de ondernemer het mobiele nummer van de consument vanwege zes maanden inactiviteit had verkocht. De consument stelt zich op het standpunt dat de zes maanden termijn pas ingaat na het eerste gesprek. Ter zitting heeft de consument verder nog – in hoofdzaak – het volgende aangevoerd. Dat de zes maanden periode pas ingaat na het eerste gesprek blijkt uit artikel 4.5 van de algemene voorwaarden van de ondernemer. De simkaart was niet geregistreerd bij de ondernemer. De ondernemer was echter wel bekend met de adresgegevens van de consument, omdat de consument deze had doorgegeven bij het verzoek om portering en bij een door hem ingediende klacht. De ondernemer heeft gehandeld in strijd met de Opta-beleidsregels. De consument verlangt teruggave van het telefoonnummers, althans een financiële compensatie. Standpunt van de ondernemer Het standpunt van de ondernemer luidt in hoofdzaak als volgt. Het porteren geldt als een activeren van de simkaart. Hierna is het nummer 23 maanden, in ieder geval langer dan zes maanden, niet gebruikt. De gebruiksduur van een simkaart is zes maanden, die verlengd wordt zolang er actief gebruik gemaakt wordt van de simkaart (artikel 4.4 algemene voorwaarden). De prepaid aansluiting is op 21 maart 2009 (23 maanden na laatste gebruik) vervallen en het nummer is uitgegeven aan een nieuwe klant. De consument had meer moeten doen om zijn nummer te beschermen, namelijk het nummer gebruiken, de simkaart opladen of zijn contactgegevens bij de ondernemer bekend maken. Ter zitting heeft de ondernemer verder nog – in hoofdzaak – het volgende aangevoerd. De simkaart is niet door de consument gebruikt. Er is geen beleid over de termijn waarna een niet gebruikt nummer komt te vervallen. De consument ontvangt één maand voor het vervallen van zijn nummer per sms een waarschuwing. Dat de consument dit bericht niet ontvangt indien hij de simkaart niet gebruikt, komt voor zijn rekening en risico. In dit geval kon de consument niet schriftelijk gewaarschuwd worden, omdat de simkaart niet geregistreerd was en de ondernemer de adresgegevens niet kende. Dat deze gegevens mogelijk uit andere hoofde (portering, klacht) aan de ondernemer bekend konden zijn, leidt niet tot een andere conclusie, omdat de ondernemer deze gegevens niet zonder toestemming van de consument mag gebruiken. Beoordeling van het geschil De commissie heeft het volgende overwogen. Anders dan de ondernemer is de commissie met de consument van oordeel dat de in artikel 4.5 van de algemene voorwaarden van de ondernemer bedoelde termijn van zes maanden niet al in 2007 na de portering van het nummer van de consument is gaan lopen. Artikel 4.5 van de algemene voorwaarden van de ondernemer spreekt immers van een “eerste actief gebruik van de Dienst door de Klant”. In artikel 1 van de algemene voorwaarden van de ondernemer wordt onder de Dienst verstaan het -kort gezegd – voeren van telefoongesprekken en het ontvangen en verzenden van sms-berichten. Derhalve niet het porteren. Daar komt bij dat het porteren niet door de consument gebeurt. De consument verzoekt enkel om portering. De portering wordt uitgevoerd door de ondernemer. Voor zover de ondernemer bedoeld heeft het porteren wel als een eerste actief gebruik van de Dienst door de consument te bestempelen, blijkt dit onvoldoende duidelijk uit de algemene voorwaarden van de ondernemer. Deze onduidelijkheid mag niet op de consument worden afgewenteld, maar dient voor rekening en risico van de ondernemer te blijven. De commissie heeft naar aanleiding van hetgeen de consument daartoe heeft aangevoerd niet kunnen vaststellen dat de ondernemer tevens beleidsregels van de Opta heeft overtreden. De ondernemer heeft het telefoonnummer van de consument ten onrechte aan een andere klant uitgegeven. Op grond van het voorgaande is de commissie van oordeel dat de klacht gegrond is. De commissie is echter van oordeel dat van de ondernemer niet gevergd kan worden het telefoonnummer aan de consument terug te geven. De gerechtvaardigde belangen van de andere klant die het nummer thans in gebruik heeft, verzetten zich hiertegen. De consument heeft de door de ondernemer aangeboden nummers als compensatie voor het verlies van zijn eigen nummer afgewezen. De commissie is niet gebleken dat de consument zich hierbij onredelijk heeft opgesteld. Blijft over een financiële compensatie. De commissie acht een vergoeding van € 800,– in dit geval redelijk. De commissie betrekt hierbij de prijzen die de ondernemer zelf in rekening brengt voor het verkrijgen van bijzondere telefoonnummers en het gegeven dat de ondernemer bereid was twee bijzondere telefoonnummers aan de consument ter compensatie te geven. Ook betrekt de commissie hierbij het bedrag dat de consument destijds zelf voor het telefoonnummer zou hebben betaald en de prijzen voor bijzondere telefoonnummers die volgens de consument via [een website] worden gerealiseerd, welke bedragen niet door de ondernemer zijn betwist. Derhalve wordt als volgt beslist. Beslissing De ondernemer betaalt aan de consument een vergoeding van € 800,–. Betaling dient plaats te vinden binnen een maand na de verzenddatum van dit bindend advies. Bovendien dient de ondernemer overeenkomstig het reglement van de commissie een bedrag van € 50,– aan de consument te vergoeden ter zake van het klachtengeld. De commissie wijst het meer of anders verlangde af. Aldus beslist door de Geschillencommissie Telecommunicatie op 12 november 2009.