
Commissie: Notariaat
Categorie: Kosten
Jaartal: 2014
Soort uitspraak: -
Uitkomst: -
Referentiecode:
76854
De uitspraak:
Onderwerp van het geschil
Het geschil betreft de hoogte van de declaratie.
De cliënte heeft een bedrag van € 2.450,25 niet aan de notaris voldaan. In overeenstemming met het reglement van de commissie is dit bedrag in depot gestort.
Standpunt van de cliënte
Voor het standpunt van de cliënte verwijst de commissie naar de overgelegde stukken.
In de kern komt de klacht op het volgende neer.
De cliënte is van mening dat de notaris meer uren heeft gedeclareerd dan normaal gesproken nodig waren om een nalatenschap af te handelen. Voorts heeft de notaris voor werkzaamheden die een secretaresse verricht het notaristarief gehanteerd en heeft de notaris werkzaamheden in rekening gebracht waartoe geen opdracht is gegeven.
De cliënte verzoekt een aanpassing van de nota en om in redelijkheid en billijkheid een vergoeding vast te stellen.
Standpunt van de notaris
Voor het standpunt van de notaris verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het verweer op het volgende neer.
De notaris heeft op 22 augustus 2012, bevestigd per e-mail op 23 augustus 2012, opdracht ontvangen van de cliënte voor het opmaken van een in eerste instantie verklaring van executele en vervolgens van erfrecht en executele. De cliënte was alleen op de dag van de uitvaart in Nederland en wenste op die dag de benodigde stukken te ondertekenen. Omdat er geen overlijdensbewijs voorhanden was diende de Gemeentelijke Basis Administratie (verder GBA) meerdere malen te worden geraadpleegd. Bij het passeren van de verklaring van erfrecht en het ondertekenen van beide andere stukken op 29 augustus 2012 bleek er nog geen boedelbeschrijving te zijn opgemaakt en was er derhalve onduidelijkheid over de omvang van de nalatenschap. De notaris heeft de cliënte daarop geadviseerd de nalatenschap pas te aanvaarden nadat de omvang van deze bekend zou zijn.
De notaris heeft alle benodigde handelingen voor het opmaken van de stukken zelf uitgevoerd bij gebrek aan ondersteunend personeel en omdat de cliënte persé op 29 augustus 2012 de stukken wenste te ondertekenen. Toen de cliënte de opdracht maanden later introk heeft de notaris de overige erfgenamen geïnformeerd over de situatie waartoe hij, gezien zijn ambt, verplicht was.
Ter zitting heeft de notaris meegedeeld dat hij tijdens een eerste gesprek aan de cliënte heeft gemeld wat zijn uurtarief was en welke werkzaamheden dienden te worden verricht.
De notaris verzoekt de commissie om de klacht van de cliënte ongegrond te verklaren en het door de cliënte verzochte af te wijzen.
Beoordeling van het geschil
Naar aanleiding van het over en weer door partijen gestelde overweegt de commissie het volgende.
De commissie beslist naar redelijkheid en billijkheid met inachtneming van de tussen partijen gesloten overeenkomst, waarbij zij als maatstaf voor het handelen van de notaris hanteert dat deze heeft gehandeld zoals verwacht mag worden van een redelijk bekwame en redelijk handelende notaris.
Kern van het geschil betreft de hoogte van de declaratie en de vraag of de notaris kosten in rekening heeft gebracht voor werkzaamheden waarvoor hij geen opdracht zou hebben ontvangen.
De commissie stelt vast dat, in weerwil van het betoog van de cliënte dat zij aan de notaris geen opdracht heeft gegeven voor bepaalde werkzaamheden, de notaris op 23 augustus 2012 aan haar een schriftelijke bevestiging heeft gestuurd van de opdracht tot het opmaken van een in eerste instantie verklaring van erfrecht en vervolgens van erfrecht en executele. Niet gebleken is dat de cliënt hierover op enige wijze op- of aanmerkingen jegens de notaris heeft gemaakt.
Voorts stelt de commissie vast dat onder deze werkzaamheden tevens dient te worden begrepen alle handelingen waartoe de notaris uit hoofde van zijn ambt wettelijk is gehouden, zoals het informeren van de mede-erfgenamen, ongeacht of de executeur testamentair hiertoe opdracht heeft gegeven.
Uit de door de cliënte niet weersproken onderliggende stukken en het verhandelde ter zitting is het de commissie niet gebleken dat de notaris werkzaamheden heeft gedeclareerd waarvoor hem geen opdracht was verleend of waartoe hij niet volgens de daartoe geldende wettelijke bepalingen was gehouden. De commissie verklaart dit onderdeel van de klacht dan ook ongegrond.
Gelet op de door de notaris geschetste en door de cliënte niet weersproken omstandigheden is de commissie van oordeel dat de notaris voor zijn werkzaamheden in deze niet excessief heeft gedeclareerd en daarbij in aanmerking genomen de tijdsdruk die de cliënte op de notaris heeft gelegd met betrekking tot het afhandelen van de nalatenschap op de dag van de begrafenis acht de commissie het in deze niet onredelijk dat de notaris de afhandeling zelf ter hand heeft genomen teneinde te bewerkstelligen dat de stukken op 29 augustus 2012 beschikbaar zouden zijn. De commissie acht de klacht ook op dit punt ongegrond.
Ter afwikkeling van het geschil bepaalt de commissie, gelet op al hetgeen hiervoor is overwogen, dat de cliënte aan de notaris de kosten van de nog openstaande declaratie – een bedrag van € 2 450,25 – dient te voldoen. Derhalve dient als volgt te worden beslist.
Beslissing
De commissie verklaart de klacht van de cliënte ongegrond en bepaalt dat de cliënte een bedrag van
€ 2.450,25 aan de notaris verschuldigd is. Dit bedrag zal uit het depot aan de notaris worden uitgekeerd.
Aldus beslist door de Geschillencommissie Notariaat op 7 augustus 2013.