Commissie: Recreatie
Categorie: Vakantieverblijf
Jaartal: 2014
Soort uitspraak: -
Uitkomst: -
Referentiecode:
78899
De uitspraak:
Onderwerp van het geschil
Het geschil heeft betrekking op een van de ondernemer gehuurde vakantiebungalow in de periode van 29 maart 2013 tot 1 april 2013 voor een bedrag van € 248,60. De consument heeft op 1 april 2013 de klacht voorgelegd aan de ondernemer. Standpunt van de consument Het standpunt van de consument luidt in hoofdzaak als volgt. We hebben in het paasweekend een zogenaamde comforthome geboekt op [naam vakantiepark]. De stacaravan was niet warm te krijgen. Ook bleken de leidingen van het zwembad twee weken daarvoor gesprongen te zijn. Ten slotte was de caravan absoluut niet schoon. Ter zitting heeft de consument verder nog – in hoofdzaak – het volgende aangevoerd. We zijn één nacht gebleven. De volgende dag zijn we via [plaatsnaam] teruggereden en we hebben daar gelogeerd omdat we al kaartjes hadden gekocht voor [pretpark]. De extra reiskosten houden onder meer daarmee verband. Ook hebben we in [plaatsnaam] gebruik gemaakt van het zwembad, wat we anders in het vakantiepark van de ondernemer zouden hebben gedaan. Met de waardebon die ons is aangeboden gaan we niet akkoord. De consument verlangt dat de ondernemer de gehele huursom terugbetaalt en de extra reiskosten (€ 41,60) en zwembadkosten (€ 14,10) vergoedt. Standpunt van de ondernemer Het standpunt van de ondernemer luidt in hoofdzaak als volgt. Tijdens het paasweekend van 2013 was sprake van de laagste temperaturen sinds 1984. Ondanks de benaming ‘comforthome’ hebben onze stacaravans beperkingen waar het betreft het verschaffen van een optimale temperatuur bij extreme weersomstandigheden. We werden door de lage temperaturen verrast en voor een keuze geplaatst: een grote schare clientèle teleurstellen en de boekingen annuleren of hopen op een meevaller. Voor het laatste werd gekozen. Voor het ongemak hebben we de consument een waardebon aangeboden voor gratis verblijf op één van onze parken. De ondernemer heeft d.d. 29 augustus 2013 een waardebon zoals hiervoor omschreven aangeboden. Beoordeling van het geschil De commissie heeft het volgende overwogen. De ondernemer heeft de klachten van de consument niet weersproken zodat die klachten vaststaan.
Tot de inhoud van de door partijen gesloten overeenkomst tot huur en verhuur van de stacaravan moet in redelijkheid worden gerekend dat de caravan bij lage buitentemperaturen zodanig kan worden verwarmd dat in de caravan tenminste een aanvaardbare temperatuur heerst die een recreatief verblijf aldaar door de consument en haar gezelschap mogelijk maakt. Uit de onweersproken gebleven stellingen van de consument moet echter worden afgeleid dat een dergelijke aanvaardbare temperatuur niet kon worden bereikt. Verder geldt dat de consument evenzeer had mogen verwachten dat de temperatuur in het zwembad aanvaardbaar zou zijn zodat zij en de haar vergezellende personen in redelijkheid van dat zwembad gebruik konden maken. Dat laatste was kennelijk niet het geval. Ook mocht zij verwachten dat de stacaravan schoon zou zijn.
Eén en ander betekent dat de ondernemer in zoverre tekort geschoten is in de nakoming van de overeenkomst met de consument. Deze tekortkomingen kunnen aan de ondernemer worden toegerekend. Ofschoon de lage buitentemperaturen in het betrokken weekend niet aan de schuld van de ondernemer te wijten zijn, dienen zij in ieder geval krachtens de in het rechtsverkeer geldende opvattingen voor zijn rekening te komen. Daarbij geldt dat de betrokken temperaturen wellicht als uitzonderlijk voor de tijd van het jaar moeten worden aangemerkt, maar dat niet gebleken is dat zij zodanig uitzonderlijk zijn dat de ondernemer in zijn relatie tot de consument daarmee geen rekening hoefde te houden of in verband daarmee geen voorziening hoefde te treffen. Een en ander betekent dat de ondernemer de schade moet vergoeden die de consument door de tekortkomingen heeft geleden. Naar de consument onweersproken heeft gesteld bedraagt die schade de betaalde huur circa van € 248,60 (€ 75,– via vakantieveilingen.nl en € 173,60 via het park). De consument heeft recht op betaling daarvan. Ook de extra reiskosten van € 41,60 komen voor vergoeding in aanmerking, nu die in redelijkheid zijn gemaakt. Ten aanzien van de zwembadkosten is de commissie van oordeel dat die reeds vergoed worden door terugbetaling van de door de consument betaalde huursom, waarin ook een vergoeding is begrepen voor het gebruik van het zwembad in het park van de ondernemer. Het daarnaast vergoeden van de door de consument gemaakte zwembadkosten zou neerkomen op een dubbele vergoeding, zodat die extra kosten niet voor vergoeding in aanmerking komen. Op grond van het voorgaande is de commissie van oordeel dat de klacht gegrond is. Derhalve wordt als volgt beslist. Beslissing De ondernemer betaalt aan de consument een vergoeding van € 290,20. Betaling dient plaats te vinden binnen een maand na de verzenddatum van dit bindend advies. De commissie wijst het meer of anders verlangde af. Bovendien dient de ondernemer overeenkomstig het reglement van de commissie een bedrag van € 50,84 aan de consument te vergoeden ter zake van het klachtengeld. Overeenkomstig het reglement van de commissie is de ondernemer aan de commissie als bijdrage in de behandelingskosten van het geschil een bedrag verschuldigd van € 90,–. Aldus beslist door de Geschillencommissie Recreatie.