Commissie: Afbouw
Categorie: (non)conformiteit
Jaartal: 2018
Soort uitspraak: bindend advies
Uitkomst: gegrond
Referentiecode:
114803
De uitspraak:
Waar gaat de uitspraak over
De consument stelt dat het schilderwerk op verschillende plekken loslaat en eraf valt. Het zijn precies de plekken waarvoor de complete muur volledig opnieuw is gestuukt en waarvoor de stukadoor was ingehuurd. De opdracht voor zowel de stukadoorswerkzaamheden als het schilderwerk is gegeven aan de ondernemer. De ondernemer stelt dat de consument heeft geprobeerd het schilderwerk te repareren. De ondernemer heeft geadviseerd om contact op te nemen met de schilder, omdat het gaat om het loslaten van het schilderwerk en niet het stukwerk. De commissie oordeelt dat uit het deskundigenrapport blijkt dat het stucwerk in orde was, maar het schilderwerk niet aan de daaraan te stellen eisen voldoet. De ondernemer had zelf nader onderzoek in moeten stellen naar het vochtgehalte en is ook aansprakelijk voor de gebreken van het schilderwerk. De ondernemer moet de herstelwerkzaamheden uitvoeren. De klacht is gegrond.
Volledige uitspraak
Onderwerp van het geschil
Het geschil vloeit voort uit een op 16 augustus 2014 tussen partijen gesloten overeenkomst. De ondernemer heeft zich daarbij verplicht tot het verrichten van overeengekomen stukadoors- en schilderwerkzaamheden tegen de daarvoor door de consument te betalen prijs van € 5.500,–.
De werkzaamheden zijn verricht op of omstreeks 6 september 2014. De schilderwerkzaamheden zijn in opdracht van de ondernemer uitgevoerd door een schilder uit Oosterbeek.
De consument heeft op of omstreeks 1 juni 2017 de klacht voorgelegd aan de ondernemer.
Standpunt van de consument
Het standpunt van de consument luidt in hoofdzaak als volgt.
Het schilderwerk laat los op verschillende plekken en valt eraf. Het zijn precies de plekken waarvoor de complete muur volledig opnieuw is gestuukt en waarvoor we de stukadoor hebben ingehuurd. We hadden zelf al aangegeven dat we denken dat het probleem groter was dan wat de stukadoor dacht dat het probleem was. Hij is de expert dus we zijn meegegaan in zijn oplossing in wat het probleem kon zijn. Nu blijkt achteraf dat wij gelijk hadden.
De stukadoor blijft de schuld aan de schilder geven. Wij hebben echter de stukadoor ingehuurd en niet de schilder.
Op de website van de ondernemer staat een foto van onze woning met een verkeerd adres.
Ter zitting heeft de consument verder nog – in hoofdzaak – het volgende aangevoerd.
De opdracht voor zowel de stukadoorswerkzaamheden als het schilderwerk is gegeven aan de ondernemer. Alle betalingen zijn gedaan aan de ondernemer. Ik ben het eens met het deskundigenrapport inclusief de aanbeveling om de muren te injecteren. Met de ondernemer is vooraf gesproken over de vochtproblemen en dat het een oude stal is geweest. Het vocht was het probleem dat opgelost moest worden. Herstel door de ondernemer is mogelijk en aanvaardbaar. De kwestie met de website is inmiddels opgelost, aldus de consument.
De consument verlangt – thans nog – dat het probleem goed wordt onderzocht en op kosten van de stukadoor wordt opgelost.
Standpunt van de ondernemer
Het standpunt van de ondernemer luidt in hoofdzaak als volgt.
Het schilderwerk laat los. De consument heeft geprobeerd dit zelf te repareren, maar zonder succes. We hebben geadviseerd contact op te nemen met de schilder, omdat het loslaten van het schilderwerk betreft en niet het stuukwerk.
Deskundigenrapport
De door de commissie ingeschakelde deskundige heeft blijkens zijn rapport van 5 maart 2018, voor zover thans van belang, het volgende vastgesteld.
De schade aan de gevelzijde, op basis van opbollende verfdelen, is veroorzaakt door geconcentreerde vochtuitwerking en zoutkristallisatie. Het in de gevel aanwezige Schrijver vocht onttrekkingssysteem duidt op het aanwezig geweest zijn van een hoog optrekkend vochtgehalte en dus een vochtprobleem. Gezien dit gegeven had voorafgaand aan het stukadoren op basis van het uitvoeren van vochtmetingen een onderzoek kunnen plaatsvinden en geconstateerd kunnen worden dat er nog steeds een verhoogd vochtgehalte aanwezig is. Dit is volgens mededeling van de ondernemer niet gebeurd. Er is door de deskundige geen schade aan het stukadoorswerk achter opgebolde fragmenten verf waarneembaar. Het stucwerk functioneert nog wel. De verf is in situ te dampremmend.
De consument heeft het volgende verklaard. Ten behoeve van het nieuwe stukadoorswerk is de oude gestukadoorde afwerking volledig van de gevel verwijderd tot op het baksteenmetselwerk oppervlak. De nieuwe gevelafwerking laat nu los waar voorheen de oude gevelafwerking ook losliet.
De vertegenwoordiger van de ondernemer heeft het volgende verklaard. Na enige droogtijd heeft een schilder uit Oosterbeek in opdracht van de ondernemer de gevel voorzien van een verfsysteem. Het is niet bekend of deze schilder vooraf vochtmetingen heeft uitgevoerd en welk type verf is toegepast. Het geveloppervlak omvat bruto 43 m² minus enkele gevelopeningen.
Herstel is mogelijk:
Het weggraven van de grond tot op de eerste funderingsverbreding. Het grondig verwijderen van grond- en vuilresten. Het laten drogen van dit gevelgedeelte.
Het horizontaal injecteren van de gevel tegen optrekkend vocht.
Het volledig verwijderen van de gestukadoorde afwerking tot een gevelhoogte van 1 meter.
Herstel op basis van het verbeteren van de dampopenheid van het boven de 1 meter gevelhoogte aanwezige afwerking door het verwijderen van de verf. Dit door middel van mechanische afschuren van de verf. Het grondig laten drogen van de gevel. Het uitvoeren van vochtmetingen. Het toepassen van een vocht- en zoutbestendig saneringspleistersysteem op de onderste meter van deze gevel. Voorzijde nieuw pleistersysteem gelijk houden met voorzijde bestaand pleistersysteem als het bestaande pleistersysteem minimaal 20 mm dik is. Anders het nieuwe pleistersysteem als op liggende plint aan de bovenzijde schuin afsmeren.
Het gevelgedeelte boven 1 meter hoogte indien nodig voorbehandelen met een primer en voorzien van een dunlagige dampopen minerale afwerkpleister, liefst op basis van kalk.
Na volledige droging van het gehele stukadoorswerk over het gehele geveloppervlak een (sol-) silicaat gebonden verfsysteem aanbrengen.
Het gedeelte gevel dat beneden maaiveld komt te liggen afwerken met een bitumen of rubber emulsie systeem. Voor de gevel een grindkoffer met daarin een drainagesysteem aanbrengen.
De herstelkosten bedragen bij benadering:
Werkzaamheden | Hoeveelheid | Kosten excl. BTW | Kosten excl. 21% BTW | Kosten incl. 21% BTW |
Ontgraven en afhakken | 8 m² | 30,00 | 240,00 | 290,40 |
Injecteren | 8 m¹ | 80,00 | 640,00 | 774,40 |
Saneringspleistersysteem | 8 m² | 100,00 | 800,00 | 968,00 |
Kalkgebonden dunpleistersysteem over gehele gevel behalve plint | 27 m² | 30,00 | 810,00 | 980,10 |
Silicaatgebonden verfsysteem | 35 m² | 25,00 | 875,00 | 1058,75 |
Bitumen en drianage | 8 m² | 60,00 | 480,00 | 580,80 |
Steiger | post | 500,00 | 500,00 | |
Totaal | 5152,45 |
Beoordeling van het geschil
De commissie heeft het volgende overwogen.
Uit het deskundigenrapport, dat door partijen niet is bestreden en ook de commissie juist voorkomt, blijkt dat het door de ondernemer aangebrachte stucwerk (nog) in orde is, maar dat het in opdracht van de ondernemer door een derde uitgevoerde schilderwerk niet aan de daaraan te stellen eisen voldoet. De oorzaak hiervan is volgens de deskundige een verhoogd vocht- en zoutgehalte in de muren.
De deskundige concludeert ook dat op basis van het uitvoeren van vochtmetingen een onderzoek had kunnen plaatsvinden en geconstateerd had kunnen worden dat er nog steeds een verhoogd vochtgehalte aanwezig is. Nu de consument vooraf expliciet met de ondernemer heeft gesproken over de ervaren vochtproblemen, zoals zij onweersproken ter zitting heeft gesteld, had van de ondernemer verwacht mogen worden dat hij nader onderzoek zou hebben ingesteld naar het vochtgehalte in de muren. In zoverre is de ondernemer ook zelf aansprakelijk voor de gebreken in het schilderwerk. De omstandigheid dat de ondernemer niet heeft kunnen reageren op de uitlatingen van de consument ter zitting, komt voor rekening en risico van de ondernemer, die zelf niet ter zitting is verschenen.
Voor het geval dat de ondernemer niet om die reden aansprakelijk gehouden zou kunnen worden voor de gebreken aan het schilderwerk geldt op grond van het bepaalde in artikel 6:76 BW dat de schuldenaar op gelijke wijze als voor eigen gedragingen aansprakelijk is voor de gedragingen van andere personen, van wie hij gebruik maakt bij de uitvoering van een verbintenis. Voor dit geschil betekent dit dat de ondernemer door de consument aansprakelijk kan worden gehouden voor de tekortkomingen van de schilder in de uitvoering van de schilderwerkzaamheden. De ondernemer kan de consument derhalve hiervoor niet naar de schilder verwijzen.
De commissie is van oordeel dat de door de deskundige geadviseerde herstelwerkzaamheden, waarmee de consument heeft ingestemd en de ondernemer geen bezwaar tegen heeft gemaakt, noodzakelijk zijn gelet op de geconstateerde gebreken. De commissie zal de ondernemer dan ook opdragen de door de deskundige aanbevolen herstelwerkzaamheden binnen 6 weken na de verzenddatum van dit bindend advies uit te voeren zonder bijkomende kosten voor de consument.
Op grond van het voorgaande is de commissie van oordeel dat de klacht gegrond is. De ondernemer zal derhalve tevens het door de consument betaalde klachtengeld dienen te vergoeden.
Derhalve wordt als volgt beslist.
Beslissing
De ondernemer voert de volgende herstelwerkzaamheden uit zoals omschreven in het deskundigenrapport van 5 maart 2018.
Een en ander dient te geschieden binnen een termijn van zes weken na de verzenddatum van dit bindend advies, tenzij partijen in onderling overleg een andere termijn afspreken.
De ondernemer brengt de consument ter zake geen kosten in rekening.
Bovendien dient de ondernemer overeenkomstig het reglement van de commissie een bedrag van € 127,50 aan de consument te vergoeden ter zake van het klachtengeld.
Overeenkomstig het reglement van de commissie is de ondernemer aan de commissie behandelingskosten verschuldigd.
De commissie wijst het meer of anders verlangde af.
Aldus beslist op 4 april 2018 door de Geschillencommissie Afbouw, bestaande uit: de heer mr. A.G.M. Zander, voorzitter, mevrouw drs. W. Nienhuis en de heer ir. J.A.A. van Strijp, leden.