Ondernemer adequaat gehandeld na incidenten

De Geschillencommissie




Commissie: Kinderopvang    Categorie: (On)Zorgvuldig handelen    Jaartal: 2024
Soort uitspraak: bindend advies   Uitkomst: Ongegrond   Referentiecode: 265365/393869

De uitspraak:

Waar gaat de uitspraak over?

Het geschil betreft het handelen door de ondernemer, nadat zich op de BSO vier incidenten hebben voorgedaan waarbij de kinderen van de consument en een ander kind betrokken zijn. Volgens de consument is door de ondernemer hierop niet serieus gehandeld. De ondernemer heeft na de melding door de consument diverse acties ingezet, echter desondanks heeft de consument geen vertrouwen meer in de ondernemer. Naar het oordeel van de commissie heeft de ondernemer een zorgvuldige professionele afweging gemaakt en heeft voldoende adequaat opgetreden door opvanggroepen (de jongere kinderen en de oudere kinderen) te scheiden, zodat samen spelen werd voorkomen en meer toezicht mogelijk was. Ook heeft de ondernemer Veilig Thuis betrokken bij de situatie. Daarnaast zijn diverse gesprekken gevoerd met de ouders van het betrokken kind. De commissie heeft uit de stukken en hetgeen is besproken, niet kunnen opmaken dat het incident op 14 februari 2024 van dien aard was dat zwaardere maatregelen noodzakelijk waren. De klacht is ongegrond.

Volledige uitspraak

Onderwerp van het geschil

De consument heeft de klacht voorgelegd aan de ondernemer.

Het geschil betreft de vraag of de ondernemer voldoende adequaat heeft gehandeld na incidenten op de opvang.

Standpunt van de consument

Voor het standpunt van de consument verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het standpunt op het volgende neer.

Op de BSO hebben zich vier incidenten voorgedaan waarbij de kinderen van de consument en een ander kind betrokken zijn. Een jongen heeft de dochter van de consument aangerand. Dit is niet serieus opgepakt door de ondernemer en de jongen is niet aangesproken op de ernst van zijn gedrag.

Daarnaast klaagt de consument over het feit dat de ondernemer de gegevens van de betreffende jongen niet wil delen met de politie.

Standpunt van de ondernemer

Voor het standpunt van de ondernemer verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het standpunt op het volgende neer.

Op 13 februari 2024 ontving de ondernemer via het ouderportaal een bericht van de consument waarin zij haar zorgen uit over een aantal situaties die hadden plaatsgevonden waarbij haar kinderen zich onveilig hebben gevoeld door het gedrag van een ander kind. De consument wilde hierover in gesprek met de ondernemer en verzocht haar dochter tot die tijd in een andere groep te plaatsen. De teamcoördinator geeft aan dat de voorvallen te betreuren zijn en uiteraard met de consument in gesprek te willen gaan. Afgesproken is dat alle medewerkers zeer alert zijn op de situatie en de kinderen goed in de gaten houden.

Op 20 februari 2024 vond een gesprek plaats tussen de pedagogisch medewerker, de teamcoördinator en ouders. In het ouderportaal geeft de consument aan dat het gesprek goed is verlopen, maar dat haar dochter die dag wederom een onveilige situatie ervaarde. Ondanks extra alertheid heeft de ondernemer de betreffende situatie niet zien gebeuren. Er zijn naar aanleiding van de melding diverse acties ingezet:

– Meerdere keren intern overleg, wat onder andere heeft geleid tot het besluit om de twee BSO-groepen (4+ en 7+) die soms ook samen speelden, te scheiden om meer rust en veiligheid te creëren en daarnaast extra toezicht in te stellen;
– Er is aandacht besteed aan het betrokken kind en er zijn meerdere gesprekken gevoerd met de ouders van dit kind;
– Er is contact geweest met Veilig Thuis om advies te vragen. Zij onderschreven de aanpak van de ondernemer;
– De manager heeft een aantal keren gevraagd om persoonlijk een gesprek. Er is hier geen gebruik van gemaakt.

Op 28 februari 2024 ontving de ondernemer een e-mail dat de consument geen vertrouwen meer heeft in de opvang en het contract wordt opgezegd voor beide kinderen. De ondernemer wil ondanks de opzegging alsnog graag in gesprek en vindt het spijtig dat dit niet is gelukt.

Delen van gegevens
Bij het delen van gegevens van kinderen met derden hanteert de ondernemer de privacywetgeving. Enkel wanneer er sprake is van een formeel onderzoek door de politie kan de ondernemer de gevraagde gegevens delen. In deze situatie was daar geen sprake van en daarom heeft de ondernemer geen gegevens van het andere kind gedeeld.

Beoordeling van het geschil

De commissie heeft het volgende overwogen.

Op de BSO heeft een viertal incidenten plaatsgevonden waarbij de veiligheid van de kinderen van de consument in het geding was. Op 14 februari heeft zich een incident voorgedaan waarbij de dochter van de consument volgens de consument onzedelijk is betast door een ander kind van oudere leeftijd. De consument is van mening dat de ondernemer op deze situatie onvoldoende serieus en doortastend heeft gehandeld.

Heeft de ondernemer voldoende adequaat gehandeld naar aanleiding van de incidenten?
Bij de commissie ligt de vraag voor of de ondernemer naar aanleiding van het laatste, ernstige incident op 14 februari (waarbij de commissie niet met zekerheid kan vaststellen wat precies heeft plaatsgevonden) voldoende adequaat heeft gehandeld.

Naar aanleiding van dit incident heeft de ondernemer twee opvanggroepen (de jongere kinderen en de oudere kinderen) gescheiden zodat samen spelen werd voorkomen en meer toezicht mogelijk was. Ook heeft de ondernemer Veilig Thuis betrokken bij de situatie. Daarnaast zijn diverse gesprekken gevoerd met de ouders van het betrokken kind.

Naar het oordeel van de commissie heeft de ondernemer een zorgvuldige professionele afweging gemaakt en door het scheiden van de groepen en het contact met Veilig Thuis voldoende adequaat opgetreden. Uit de stukken en het besprokene ter zitting kon de commissie niet opmaken dat het incident op 14 februari 2024 van dien aard was dat zwaardere maatregelen noodzakelijk waren.
Dat de consument het handelen van de ondernemer anders heeft ervaren kan niet voor rekening van de ondernemer komen, nu de consument het contact afhield en de ondernemer een en ander niet heeft kunnen toelichten.

Delen gegevens
Met de ondernemer is de commissie van mening dat geen sprake was van een strafrechtelijk onderzoek. De ondernemer had dan ook reden om het verzoek om de persoonsgegevens van het andere kind door de politie te weigeren.

Derhalve wordt als volgt beslist.

Beslissing

De commissie:
– verklaart de klachten van de consument ongegrond.

Aldus beslist door de Geschillencommissie Kinderopvang, bestaande uit de heer mr. A.R.O. Mooy, voorzitter, de heer Y. Dragstra, de heer drs. H. Grachten, leden, in aanwezigheid van mevrouw mr. S.M.E. Balfoort, secretaris, op 10 september 2024.