Commissie: Thuiswinkel
Categorie: Levertijd/levering
Jaartal: 2013
Soort uitspraak: -
Uitkomst: -
Referentiecode:
THU04-0139
De uitspraak:
Onderwerp van het geschil
Het geschil vloeit voort uit een op 13 september 2004 tussen partijen totstandgekomen overeenkomst. De ondernemer heeft zich daarbij verplicht tot het leveren van een printer tegen de daarvoor door de consument te betalen prijs van € 154,70. Levering heeft niet plaatsgevonden. De consument heeft op 28 september 2004 de klacht voorgelegd aan de ondernemer. Standpunt van de consument Het standpunt van de consument luidt in hoofdzaak als volgt. Ik heb de printer op 13 september 2004 bij de ondernemer besteld en betaald. De printer zou op 16 september verzonden zijn, maar is nooit bij mij aangekomen. Navraag bij de ondernemer leverde aanvankelijk niets op. Uiteindelijk ontving ik van de ondernemer een zgn. Proof of Delivery (POD) met een handtekening erop. Die handtekening is mij onbekend. De ondernemer stelt zich nu op het standpunt dat ik maar aangifte wegens fraude of valsheid in geschrifte bij de politie moet doen. Ik heb dat geprobeerd, maar de politie wil de aangifte niet in behandeling nemen, omdat ik nooit opzet van benadeling door de onbekende ontvanger jegens mij zou kunnen aantonen. De ondernemer weigert mij alsnog de bestelde printer te sturen. Hij legt het probleem bij mij. Ik ga hiermee uiteraard niet akkoord. Ik weet niet wat er is gebeurd. Ik heb niemand toestemming gegeven de printer voor mij in ontvangst te nemen. Ter zitting heeft de consument verder nog – in hoofdzaak – het volgende aangevoerd. Van de website van de door de ondernemer ingeschakelde vervoerder heb ik de zendingsgegevens gedownload. Ik heb 2 “resultaten van opzoeking” ontvangen. Het ene betreft mijn printer, het andere betreft een andere levering op dezelfde dag. Het merkwaardige is dat het leveringstijdstip van beide leveringen exact hetzelfde is, namelijk 18:52:03, terwijl de adressen blijkens hun postcodes circa 10 kilometer uit elkaar liggen. Hier klopt dus iets niet en ik vind het absoluut onjuist dat de ondernemer het risico op mij afschuift. Behalve mijn vrouw en ik woont er niemand anders op ons adres. Standpunt van de ondernemer Het standpunt van de ondernemer luidt in hoofdzaak als volgt. Uit het onderzoek dat wij hebben ingesteld naar aanleiding van de klacht van de consument dat hij de printer niet zou hebben ontvangen, blijkt dat de vervoerder de printer heeft geleverd aan het adres van de consument en dat er voor goede ontvangst is getekend. Dit blijkt ook uit het POD. Als de handtekening niet klopt, zoals de consument beweert, betekent dit dat iemand anders op het adres van de consument voor ontvangst heeft getekend. Om dat te kunnen omzetten in een claim richting vervoerder is aangifte bij de politie nodig. Als de politie die aangifte niet in behandeling wil nemen, is dat aan de politie te verwijten, niet aan ons. Beoordeling van het geschil De commissie heeft het volgende overwogen. Als een consument stelt dat hij een besteld artikel niet heeft ontvangen, is het aan de ondernemer om te bewijzen dat de aflevering aan de consument heeft plaatsgevonden. De commissie acht een POD met een handtekening niet voldoende bewijs als het niet zeker is dat die handtekening afkomstig is van de consument of van een door de consument aangestelde vertegenwoordiger. De handtekening op het POD is totaal anders dan de handtekening van de consument onder het klachtenformulier en nu de consument heeft gesteld niemand opdracht te hebben gegeven de printer voor hem in ontvangst te nemen, moet de commissie aannemen dat iemand anders voor ontvangst heeft getekend zonder toestemming van de consument. Dat hoeft niet op het woonadres van de consument te zijn gebeurd, ook al is dat adres op het POD vermeld. Een sterke aanwijzing dat er met de aflevering iets niet in orde is geweest vormen de door de consument ter zitting overgelegde zendingsgegevens, die voor twee verschillende afleveringen aan verschillende adressen op dezelfde dag exact hetzelfde afleveringstijdstip vermelden. Nu de ondernemer geen andere gegevens heeft overgelegd waaruit onomstotelijk blijkt dat aflevering van de printer aan de consument heeft plaatsgevonden, moet de ondernemer geacht worden niet aan zijn leveringsverplichting te hebben voldaan en is hij voor de gevolgen daarvan jegens de consument aansprakelijk. De ondernemer kan die aansprakelijkheid niet afwentelen op de consument door deze naar de politie te verwijzen. De overeenkomst dient derhalve te worden ontbonden en de ondernemer dient de koopsom aan de consument terug te betalen. De commissie acht het redelijk dat de ondernemer tevens de wettelijke rente over de koopsom aan de consument vergoedt vanaf het tijdstip van betaling daarvan door de consument. Op grond van het voorgaande is de commissie van oordeel dat de klacht gegrond is. Derhalve wordt als volgt beslist. Beslissing De overeenkomst d.d. 13 september 2004 wordt ontbonden verklaard. Dit betekent dat de ondernemer de koopsom ad € 154,70 aan de consument terugbetaalt, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 14 september 2004 tot de dag der voldoening. Bovendien dient de ondernemer overeenkomstig het reglement van de commissie een bedrag van € 25,– aan de consument te vergoeden ter zake van het klachtengeld. Aldus beslist door de Geschillencommissie Thuiswinkel op 12 april 2005.