Commissie: Taxivervoer
Categorie: Schadevergoeding
Jaartal: 2013
Soort uitspraak: -
Uitkomst: -
Referentiecode:
TAX08-0036
De uitspraak:
Onderwerp van het geschil
Het geschil betreft de vraag of voldoende zorg is betracht bij het vervoer van de consument. Standpunt van de consument Het standpunt van de consument luidt in hoofdzaak als volgt. Op 29 maart 2008 is met de ondernemer overeengekomen dat ik op 31 maart 2008 om 8.30 uur met mijn rolstoel zou worden opgehaald bij [mijn huis] om naar [het ziekenhuis] te worden gebracht. Daar had ik een afspraak om 9.30 uur. Na drie telefoongesprekken om 9.00, 9.15 en 9.30 uur was het duidelijk dat er geen taxi zou komen. Ik heb toen zelf voor vervoer gezorgd. Mijn hulpverlener heeft mij gebracht, op mij bij [het ziekenhuis] gewacht en mij weer teruggebracht naar huis. De consument verlangt schadevergoedingen ter zake van ongemak tot een bedrag van in totaal € 1.000,– en het bedrag van de kosten van het door haar zelf uiteindelijk ingeschakelde vervoer ad € 81,90. Ter zitting heeft de consument verder nog – in hoofdzaak – het volgende aangevoerd. Hoewel in de brief van de ondernemer aan de commissie d.d. 17 april 2008 wordt gesteld dat ik tien minuten voor het arriveren van het voertuig wordt gebeld, ben ik nog nooit door de ondernemer gebeld bij het ophalen van mij door de ondernemer. Standpunt van de ondernemer Het standpunt van de ondernemer luidt in hoofdzaak als volgt. Gestreefd wordt de afspraken binnen de marge van 30 minuten na te komen. Dit wordt aan de diensten meegedeeld. In casu is de marge van 30 minuten inderdaad overschreden. Erkend wordt dat de consument in het geheel niet is afgehaald en dat zij zelf voor vervangend vervoer heeft moeten zorgen en daarvoor kosten heeft moeten maken ten bedrage van € 81,90. De ondernemer betreurt dit. Beoordeling van het geschil De commissie heeft het volgende overwogen. De commissie stelt vast dat, zoals de ondernemer zelf ook stelt, de marges voor aanrijtijden zijn overschreden en het zelfs in het geheel niet van het afhalen van de consument heeft kunnen komen. Hoewel enig begrip kan bestaan voor het feit dat de verkeerssituatie somtijds problematisch is, ligt het op de weg van de ondernemer om jegens de passagier de verplichtingen na te komen die men op zich heeft genomen. Dit klemt temeer nu iemand als de consument, aangewezen zijnde op rolstoelvervoer en vaak gehouden tot wachten in de buitenlucht, zich in een kwetsbare positie bevindt en afhankelijk is van dit vervoer voor de noodzakelijke afspraken die zij, bijvoorbeeld in verband met haar gezondheidstoestand, nu eenmaal heeft te maken. Dit heeft tot gevolg dat in ieder geval de geleden schade van € 81,90 moet worden vergoed omdat de consument toen zelf op 31 maart 2008 voor vervoer heeft moeten zorgen. Daarenboven acht de commissie in de gegeven omstandigheden plaats voor vergoeding van het nadeel dat niet in vermogensschade bestaat nu zij in de onderhavige situatie in haar persoon is aangetast, zoals bedoeld in artikel 6:106 lid 1 sub b BW. De commissie zal deze schade stellen op € 50,–. Derhalve dient als volgt te worden beslist. Beslissing De ondernemer betaalt aan de consument een vergoeding van € 131,90. Betaling dient plaats te vinden binnen een maand na de verzenddatum van dit bindend advies. Indien betaling niet tijdig plaatsvindt, betaalt de ondernemer bovendien de wettelijke rente over dit bedrag vanaf de verzenddatum van het bindend advies. De commissie wijst het meer of anders verlangde af. Bovendien dient de ondernemer overeenkomst het reglement van de commissie een bedrag van € 25,– aan de consument te vergoeden ter zake van het klachtengeld. Overeenkomstig het reglement van de commissie is de ondernemer aan de commissie als bijdrage in de behandelingskosten een bedrag verschuldigd van € 23,80. Aldus beslist door de Geschillencommissie Taxivervoer op 25 september 2008.