Commissie: Kinderopvang
Categorie: Contract
Jaartal: 2016
Soort uitspraak: -
Uitkomst: -
Referentiecode:
2016-101306
De uitspraak:
Onderwerp van het geschil
De ondernemer heeft een foto van het jongste kind gebruikt in een folder, nieuwsbrief en op Facebook. Het gaat om een foto waarop de achterkant van twee geklede, liggende baby’s is te zien, die vrijwel niet herkenbaar zijn. Voor de oudste kinderen had de consument een verklaring getekend waarin zij geen toestemming gaf voor het gebruiken van foto’s. Voor het jongste kind was dit nog niet gebeurd. De ondernemer had moeten weten dat de ouder hiertegen bezwaar had. De klacht is gegrond.
Het geschil betreft in hoofdzaak de vraag in hoeverre de ondernemer onjuist heeft gehandeld door, zonder voorafgaande toestemming van de consument, gebruik te maken van foto’s waar het kind van de consument op staat, alsmede in hoeverre de klachten over veiligheid, hygiëne en spelmateriaal terecht zijn.
De consument heeft op 1 september 2015 de klacht over het gebruik van de foto schriftelijk voorgelegd aan de ondernemer. De klachten over veiligheid, hygiëne en spelmateriaal heeft de consument niet aan de ondernemer voorgelegd, maar bij de GGD gemeld.
Standpunt van de consument
Het standpunt van de consument luidt in hoofdzaak als volgt.
De consument maakt sinds januari 2014 gebruik van buitenschoolse opvang voor één kind, kinderopvang van een tweede kind en sinds maart 2015 kinderopvang van een derde kind bij het bedrijf van de ondernemer. De ondernemer heeft een foto waarop het jongste kind van de consument van achteren te zien is, geplaatst in een advertentie (derhalve met een commercieel oogmerk) in een programmaboekje voor een festival, in een nieuwsbulletin van de [naam van de ondernemer] Kinderopvang en op de openbare Facebook-pagina van de ondernemer.
De consument heeft bij de oudste twee kinderen een verklaring kunnen ondertekenen of er bezwaar bestaat tegen het gebruik van fotomateriaal. Bij beide kinderen heeft de consument deze toestemming schriftelijk geweigerd. Voor het derde kind is een dergelijke verklaring niet aan de consument aangeboden voordat de bedoelde foto’s zijn genomen en door de ondernemer gebruikt.
De consument verwijst voor de klachten over veiligheid, hygiëne en spelmateriaal naar een rapport van de GGD, dat is opgesteld nadat een onderzoek bij de ondernemer is gedaan.
De ondernemer heeft op 21 oktober 2015 naar aanleiding van de klacht over het gebruik van de foto bij wijze van tegemoetkoming een maand gratis kinderopvang van het jongste kind aangeboden. De consument vindt dat onvoldoende. Ze wil schriftelijke excuses en terugbetaling van twee maanden kinderopvang voor haar drie kinderen.
Ter zitting heeft de consument nog het volgende naar voren gebracht. De consument voelt zich door de ondernemer niet serieus genomen. Er werd niet adequaat op e-mails en brieven gereageerd en de excuses zijn volgens de consument niet gemaakt vanuit het bestuur. De consument heeft de overeenkomst nadien opgezegd om meerdere redenen, waaronder de foto’s, de personeelswisselingen en andere zaken. De opzegging zelf is naar behoren verlopen.
Standpunt van de ondernemer
Het standpunt van de ondernemer luidt in hoofdzaak als volgt.
Ten aanzien van de klacht over het gebruik van de foto heeft de ondernemer reeds schriftelijk zijn excuses aangeboden. Deze excuses zijn mede aangeboden namens het bestuur. De klacht is direct opgepakt en de betreffende foto’s zijn verwijderd. De foto in het programmaboekje voor het festival kon niet meer worden verwijderd omdat het boekje al was gedrukt.
De consument is niet ingegaan op het aanbod van de ondernemer van een maand gratis kinderopvang voor het betreffende kind. Nadien is de overeenkomst opgezegd en daarmee is dit aanbod van de ondernemer komen te vervallen.
De klachten over veiligheid, hygiëne en spelmateriaal heeft de consument niet aan de ondernemer gemeld, maar bij de GGD en de pers. Zoals blijkt uit de Inspectierapporten zijn tijdens de inspectie een aantal overtredingen geconstateerd, die binnen de geldende procedures zijn opgelost in samenwerking met de GGD en de gemeente Arnhem.
De ondernemer verzoekt – zo begrijpt de commissie – de klacht ongegrond te verklaren.
Beoordeling van het geschil
De commissie heeft het volgende overwogen.
Voor wat betreft het gebruik van de foto van het jongste kind van de consument heeft de commissie geconstateerd dat het hier gaat om een foto waarop de achterkant van twee geklede, liggende baby’s is te zien, die niet of vrijwel niet herkenbaar zijn. Dit neemt niet weg dat de commissie in dit geval van oordeel is dat de ondernemer zonder toestemming van de ouders geen gebruik van de foto’s had mogen maken. De commissie weegt daarbij mee dat de ouders voor hun eerste twee kinderen een formulier hebben ondertekend, waarin zij toestemming onthielden voor het gebruik van foto’s en dit formulier voor het derde kind nog niet hadden ontvangen. De ondernemer moest ervan uitgaan dat de ouders, als dit formulier wel (tijdig) was aangeboden, ook bij dit kind toestemming zouden weigeren. Voor de ouders geeft het een onveilig gevoel dat van hun jongste kind, in afwijking van de eerdere werkwijze, toch foto’s zijn gemaakt voor communicatiedoeleinden. Gelet op de bij de eerdere formulieren aangegeven bezwaren, mochten zij erop vertrouwen dat dit zonder hun toestemming niet zou gebeuren.
De commissie constateert dat de ondernemer schriftelijke excuses voor het gebruik van de foto’s heeft aangeboden, onder meer op 9 september en 21 oktober 2015, en dat de ondernemer na de melding van de consument actie heeft ondernomen. De excuses zijn blijkens de stukken gemaakt vanuit het bestuur, hetgeen in de brief vanuit de organisatie van 21 oktober expliciet is gemeld. De foto op Facebook is binnen afzienbare tijd verwijderd. De foto in het programmaboekje kon niet meer verwijderd worden doordat de oplage al was gedrukt en verspreid. De foto in het interne nieuwsbulletin is eenmalig gebruikt en nadien niet meer.
Alle omstandigheden afwegende komt de commissie tot de conclusie dat de klacht ten aanzien van het gebruik van de foto’s gegrond is. De commissie ziet echter geen aanleiding de gevraagde schadevergoeding toe te kennen. Concrete schade is door de consument niet aannemelijk gemaakt. De commissie weegt daarbij mee dat terughoudend wordt omgegaan met het toekennen van immateriële schadevergoeding. Nu de betreffende foto’s niet meer worden gebruikt, stelt de commissie vast dat de klachten voor wat betreft de toekomst zijn verholpen.
Zoals ook ter zitting is aangegeven, heeft de commissie de klachten over veiligheid, hygiëne en spelmateriaal buiten beschouwing gelaten omdat de consument deze heeft gemeld bij de GGD (en niet bij de ondernemer) en deze daardoor een eigen traject hebben gevolgd. Voor zover de commissie kan overzien zijn deze klachten binnen de geldende procedures opgelost.
Op grond van het voorgaande is de commissie van oordeel dat de klacht ten aanzien van het gebruik van de foto zoals hiervoor omschreven gegrond is.
Derhalve wordt als volgt beslist.
Beslissing
De klacht is gegrond.
De ondernemer dient overeenkomstig het reglement van de commissie een bedrag aan € 25,– aan de consument te vergoeden ter zake van het klachtengeld.
De commissie wijst het meer of anders verlangde af.
Aldus beslist door de Geschillencommissie Kinderopvang en Peuterspeelzalen op 26 mei 2016.