Commissie: Kinderopvang
Categorie: Overeenkomst
Jaartal: 2021
Soort uitspraak: bindend advies
Uitkomst: gegrond
Referentiecode:
110334/132642
De uitspraak:
Waar gaat de uitspraak over
De consument heeft een opvangovereenkomst met de ondernemer getekend voor de opvang van haar twee zonen. Ruim voordat de overeenkomst in zou gaan heeft de consument die geannuleerd. De ondernemer heeft de consument kosten in rekening gebracht terwijl de consument bij het tekenen van de overeenkomst niet over annuleringskosten was geïnformeerd. De consument eist dat de kosten komen te vervallen. De ondernemer stelt dat de consument de algemene voorwaarden en een pedagogisch werkplan heeft gekregen waarin de annuleringskosten vermeld staan. De commissie oordeelt dat de consument niet op de hoogte was van de voorwaarden op het moment dat de overeenkomst tot stand kwam, de voorwaarden zijn haar pas later overhandigd. De ondernemer kan dus geen annuleringskosten rekenen op basis van die voorwaarden. De klacht is gegrond.
Volledige uitspraak
Onderwerp van het geschil
De consument heeft de klacht voorgelegd aan de ondernemer.
De ondernemer vordert annuleringskosten ter hoogte van € 3823,74 van de consument. De consument stelt dat zij die niet verschuldigd is aangezien zij voor ondertekening van de opvangovereenkomst niet op de hoogte was van de annuleringsvoorwaarden en zij de opvang nog vóór de ingangsdatum daarvan weer heeft geannuleerd.
Standpunt van de consument
Voor het standpunt van de consument verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het standpunt op het volgende neer.
In november 2020 heeft de consument haar twee zonen bij de ondernemer aangemeld voor opvang voor vijf dagen per week. De ingangsdatum zou 1 juni 2021 zijn. De consument heeft de daartoe benodigde documenten via het digitale portal van de ondernemer ingevuld en opgestuurd. Daarna heeft de ondernemer de consument uitgenodigd voor een rondleiding op de opvanglocatie. Omdat de consument in april 2021 een opvangorganisatie vond die beter paste bij de situatie van het gezin heeft zij de contracten via het digitale portal geannuleerd. Op 16 april 2021 ontving de consument een bevestiging van de annulering.
Op 17 mei 2021 ontving de consument tot haar verbazing een factuur voor € 3823,–. Navraag leerde de consument dat de ondernemer haar een maand volledige opvangkosten in rekening had gebracht. De ondernemer beroept zich op algemene voorwaarden en een pedagogisch werkplan waarin deze annuleringskosten zouden zijn opgenomen. Die voorwaarden waren de consument ten tijde van het sluiten van het contract niet overhandigd of met haar besproken. Ook in het contract is er niets over terug te vinden.
De ondernemer heeft de consument aangeraden kinderopvangtoeslag bij de Belastingdienst aan te vragen maar toeslag aanvragen voor opvang die niet is afgenomen is niet mogelijk.
De consument heeft de opvang zes weken voor aanvang geannuleerd. Zij stelt dat er geen juridische grondslag is voor de vordering van de ondernemer en dat de door hem gevorderde kosten buitenproportioneel zijn.
Standpunt van de ondernemer
Voor het standpunt van de ondernemer verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het standpunt op het volgende neer.
De ondernemer stelt dat de consument in november 2020 telefonisch contact heeft opgenomen in verband met de plaatsing van haar kinderen. Op 20 november 2020 heeft de consument de kinderen via de website van de ondernemer aangemeld waarna de ondernemer de consument de opvangcontracten digitaal heeft toegestuurd. Op 25 november 2020 werd door de consument het contract van één van de zonen goedgekeurd. Het goedkeuren van het tweede contract lukte door technische problemen nog niet.
De consument werd uitgenodigd voor een rondleiding die op 1 december 2020 heeft plaatsgevonden. De ondernemer heeft de consument toen de algemene voorwaarden en het pedagogisch werkplan overhandigd waarin de annuleringsvoorwaarden zijn opgenomen.
Op 8 december 2020 zijn de technische problemen verholpen en heeft de consument ook het tweede contract goedgekeurd.
De ondernemer stelt dat de consument in ieder geval bij de ondertekening van het contract voor haar tweede kind op de hoogte was van de voorwaarden. Zij heeft hier nooit vragen over gesteld zodat aangenomen mag worden dat de consument met de voorwaarden akkoord was. De ondernemer vraagt bij annulering een vergoeding van opvangkosten voor de duur van de opzegtermijn die één maand bedraagt.
Beoordeling van het geschil
De commissie heeft het volgende overwogen.
De consument heeft na het inwinnen van telefonische inlichtingen haar twee kinderen op 20 november 2020 via de website van de ondernemer aangemeld voor opvang vanaf 1 juni 2021. De ondernemer heeft te kennen gegeven dat er een plek was voor beide kinderen en de opvangaanvraag met een ingangsdatum van 1 juni 2021 goedgekeurd. De ondernemer heeft de opvangcontracten voor beide kinderen digitaal aan de consument toegestuurd.
Op 20 november 2020 zijn de overeenkomsten tot opvang voor beide kinderen dus tot stand gekomen; tussen partijen bestond immers overeenstemming. Dat de contracten pas later zijn ondertekend maakt dat niet anders. Onweersproken is dat de ondernemer de consument op 20 november 2020 niet de algemene voorwaarden of het pedagogisch werkplan heeft toegestuurd dan wel die op enigerlei wijze heeft besproken of aan de consument kenbaar gemaakt.
De consument heeft op 25 november 2020 beide contracten willen goedkeuren. Vanwege een technische storing aan de zijde van de ondernemer, zo heeft de ondernemer verklaard, lukte dit slechts voor het contract van één van de twee kinderen. Op 25 november 2020 werd een afspraak met de consument gemaakt voor een rondleiding op 1 december 2020. Ook hieruit blijkt dat partijen overeenstemming hadden bereikt. Dat het contract voor het tweede kind door technische problemen nog niet kon worden goedgekeurd doet aan die overeenstemming niet af.
Op 1 december 2020 heeft de ondernemer de consument rondgeleid door zijn opvanglocatie. De ondernemer stelt de consument na die rondleiding de algemene voorwaarden en het pedagogisch werkplan te hebben overhandigd. Pas daarna werd de technische storing opgeheven en heeft de consument het contract voor haar tweede kind digitaal kunnen opslaan in het portal van de ondernemer.
De ondernemer is van mening dat de consument vanaf 1 december 2020 op de hoogte had kunnen en moeten zijn van de annuleringsvoorwaarden zodat die op de opvangcontracten van beide kinderen van toepassing zijn. Op 15 april 2021 heeft de consument de opvangcontracten geannuleerd. De ondernemer acht zich gerechtigd de consument een vergoeding van € 3823,– ter zake van annuleringskosten in rekening te brengen.
Dit is onjuist. Zoals hierboven is uiteengezet is het contract voor beide kinderen op hetzelfde moment tot stand gekomen en wel op 20 november 2020, toen de aanvraag van de consument door de ondernemer werd geaccepteerd.
De consument was (en kon/behoefde) op 20 november 2020 niet op de hoogte (zijn/te zijn) van de door de ondernemer gehanteerde annuleringsvoorwaarden. De ondernemer heeft bevestigd dat de consument de voorwaarden op dat moment – dus ten tijde van het sluiten van de overeenkomst – nog niet had ontvangen. Dat brengt mee dat die voorwaarden geen deel uitmaken van de tussen partijen gesloten overeenkomsten, met als gevolg dat de ondernemer op de in die voorwaarden opgenomen bepaling met betrekking tot het in rekening brengen van annuleringskosten tegenover de consument geen beroep kan doen.
De klacht is gegrond.
Omdat de klacht gegrond is verklaard dient de ondernemer het klachtengeld aan de consument te vergoeden.
Beslissing
De commissie:
– verklaart de klacht gegrond;
– bepaalt dat de consument geen annuleringskosten aan de ondernemer verschuldigd is;
– bepaalt dat de ondernemer overeenkomstig het reglement van de commissie een bedrag van € 25,– aan de consument dient te vergoeden ter zake van het klachtengeld.
Aldus beslist door de Geschillencommissie Kinderopvang, bestaande uit mevrouw mr. A.D.R.M. Boumans, voorzitter, de heer drs. T. Blom en de heer H. Stel, leden, in aanwezigheid van mevrouw mr. J.C. Quint, secretaris, op 3 december 2021.