Ondernemer geen gelegenheid gehad tot herstel. Of er sprake was van gebrek is niet meer vast te stellen. Klacht ongegrond.

De Geschillencommissie




Commissie: Verbouwingen en nieuwbouw    Categorie: Bevoegdheid/ontvankelijkheid    Jaartal: 2016
Soort uitspraak: -   Uitkomst: -   Referentiecode: 94472

De uitspraak:

Onderwerp van het geschil

Het geschil vloeit voort uit een op of rond 28 februari 2013 tussen partijen – door tussenkomst van een derde – tot stand gekomen overeenkomst. De ondernemer heeft zich daarbij verplicht tot het verrichten van overeengekomen werkzaamheden aan een door de consument verhuurde woning aan [straatnaam] te [plaatnaam] tegen de daarvoor door de consument te betalen prijs van € 8.603,07 inclusief BTW.

Standpunt van de consument

Voor het standpunt van de consument verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt de klacht van de consument op het volgende neer.

Na de uitgevoerde werkzaamheden trad er in de verhuurde woning wederom een lekkage op. Bovendien waren nog niet alle werkzaamheden uitgevoerd. Toen de consument hierover contact op wilde nemen met de ondernemer vernam de consument van een derde dat de ondernemer failliet zou zijn. De consument heeft toen herstel en afrondende werkzaamheden laten uitvoeren door een andere aannemer, ten bedrage van € 3.079,65. Pas later bleek dat er geen sprake was van een faillissement van de ondernemer.

De consument stelt dat de ondernemer zijn garantieverplichtingen niet is nagekomen.
De consument verlangt een vergoeding van de door hem gemaakte kosten.

Standpunt van de ondernemer

Voor het standpunt van de ondernemer verwijst de commissie naar de overgelegde stukken.

In de kern komt dit standpunt hier op neer dat de ondernemer betwist dat de opdracht niet volledig of niet deugdelijk uitgevoerd. Dit blijkt noch uit het proces verbaal van oplevering noch anderszins. De consument heeft de klachten ook niet tijdig gemeld aan de ondernemer en heeft zonder overleg en toestemming werkzaamheden door een ander laten uitvoeren; daarom is de garantie vervallen.

De ondernemer verzoekt afwijzing van de klacht alsmede om de consument te veroordelen in de kosten van de procedure.

Beoordeling van het geschil

De commissie heeft het volgende overwogen.

De commissie bespreekt allereerst met partijen welke voorwaarden tussen partijen zijn overeengekomen. De ondernemer merkt op dat op al zijn werkzaamheden normaal gesproken de Covo-voorwaarden 2010 van toepassing zijn, maar nu de opdracht via een derde is gelopen staat er per abuis niets over de toepasselijkheid van die voorwaarden vermeld op de offerte. Uit de nadere toelichting van partijen ter zitting kan niet worden opgemaakt welke voorwaarden zijn overeengekomen. Ter zitting hebben beide partijen verklaard ermee akkoord te zijn om (met terugwerkende kracht) op hun overeenkomst de Covo-voorwaarden 2010 van toepassing te laten zijn. De commissie stelt aldus vast dat – voor zover deze voorwaarden niet al overeengekomen waren – ter zitting partijen alsnog de Covo-voorwaarden 2010 overeengekomen zijn.

De consument stelt dat de ondernemer een deel van de werkzaamheden (de commissie begrijpt: herstel van gevolgschade van lekkages) niet heeft uitgevoerd en dat hij bovendien de lekkage niet deugdelijk heeft hersteld; de ondernemer heeft immers een RVS doucheput op het open balkon gemonteerd in plaats van een RVS balkon afvoerput.

De commissie stelt vast dat een en ander door de ondernemer gemotiveerd wordt betwist en dat ook het proces-verbaal van oplevering geen steun biedt aan de stelling dat de ondernemer niet deugdelijk heeft gepresteerd. Vast staat ook dat de consument niet tijdig bij de ondernemer heeft geklaagd en buiten medeweten van de ondernemer herstelwerkzaamheden door een derde heeft laten uitvoeren.

Hoewel dit, gelet op de onjuiste informatie die de consument had over een faillissement van de ondernemer, te verklaren is, heeft hij daarmee de ondernemer de gelegenheid ontnomen vast te stellen of er mogelijk iets schortte aan zijn werk en zo ja, dit zo nodig te herstellen. Ook voor de commissie is thans niet meer vast te stellen of de oorspronkelijke werkzaamheden al dan niet gebrekkig waren uitgevoerd. Dat de werkzaamheden niet volledig zouden zijn uitgevoerd, kan de commissie evenmin vaststellen; uit de schriftelijke opdracht kan niet worden opgemaakt dat de ondernemer de door de consument bedoelde herstelwerkzaamheden zou uitvoeren.

Het voorgaande leidt tot de conclusie dat de klacht ongegrond is en dat het verzoek om schadevergoeding zal worden afgewezen.

Voor een veroordeling in de kosten van de procedure zoals door de ondernemer is gevorderd, is geen plaats, nu het reglement van de geschillencommissie bepaalt dat de door partijen voor de behandeling van het geschil gemaakte kosten voor eigen rekening komen. Uit de toelichting van de ondernemer ter zitting is de commissie niet gebleken dat sprake is van bijzondere omstandigheden op grond waarvan hiervan zou moeten worden afgeweken.

Derhalve wordt als volgt beslist.

Beslissing

De commissie wijst de klacht af.
       
Aldus beslist op 14 september 2015 door de Geschillencommissie Verbouwingen en Nieuwbouw.