Commissie: Particuliere Onderwijsinstellingen
Categorie: Informatie
Jaartal: 2014
Soort uitspraak: -
Uitkomst: -
Referentiecode:
80811
De uitspraak:
Onderwerp van het geschil
Het geschil vloeit voort uit een medio 2010 tussen partijen tot stand gekomen overeenkomst waarbij de consument zich bij de ondernemer heeft ingeschreven voor de opleiding HBO Rechten Open Bestel. De consument is in september 2010 met de opleiding gestart.
De consument heeft op 12 augustus 2013 haar klacht voorgelegd aan de ondernemer.
Standpunt van de consument
Het standpunt van de consument luidt in hoofdzaak als volgt.
Het geschil van de consument met de ondernemer gaat over de betaling van collegegeld. De consument heeft zich medio augustus 2010 bij de ondernemer ingeschreven voor de opleiding. Zij heeft daartoe besloten nadat zij een actiefolder van de ondernemer had ontvangen met een wervende tekst waaruit de consument kon afleiden dat zij zonder financieel risico kon deelnemen aan de opleiding. Volgens die actiefolder loopt de student geen financieel risico bij studievertraging omdat de ondernemer de studietijd kosteloos met drie jaar zou verlengen. Alvorens de consument besloot om zich voor de opleiding in te schrijven heeft zij nog uitgebreid gesproken met een medewerker van de ondernemer, [naam medewerker ondernemer], over het experiment Open Bestel in combinatie met het actieaanbod. De medewerker heeft aan de consument bevestigd dat zij na drie jaar inderdaad geen collegegeld meer verschuldigd zou zijn. Na inschrijving ontving de consument nog een studiehandleiding waarin dezelfde gunstige financiële regeling vermeld stond. Inmiddels heeft de consument drie jaar van de studie doorlopen en verkeerde zij in de veronderstelling dat voor het huidige collegejaar zij geen collegegeld verschuldigd zou zijn. Desalniettemin heeft de ondernemer collegegelden bij de consument geïnd en de consument heeft aan de ondernemer verzocht om dat aan haar te retourneren, hetgeen de ondernemer heeft geweigerd. De consument heeft vervolgens een bezwaarschrift bij de ondernemer ingediend, hetgeen is afgewezen. De consument kan zich daarmee niet verenigen. Zij meent dat de beslissing op het door haar ingediende bezwaar onzorgvuldig tot stand is gekomen en dat de motivering ernstig tekortschiet. Zo is zij niet in de gelegenheid gesteld geweest om haar bezwaren mondeling toe te lichten en is zij niet bij het onderzoek in bezwaar betrokken, terwijl verder met de door de consument aangevoerde inhoudelijke bezwaren, te weten de bij haar levende onjuiste voorstelling van zaken, geen rekening is gehouden. Gelet op de intensieve wijze waarop de consument zich heeft laten informeren voordat zij zich in 2010 inschreef, had zij kunnen vertrouwen op de aan haar verstrekte informatie. De vergissing is volledig aan de ondernemer toe te rekenen. De consument is van mening dat zij daardoor financieel gecompenseerd dient te worden.
Ter zitting heeft de consument verder nog – in hoofdzaak – het volgende aangevoerd.
Ik heb inmiddels bijna twee jaar van de opleiding voltooid; ik heb mijn propedeuse behaald, van het tweede jaar 42 van de 60 punten en van het derde jaar 8 punten. Ik wil graag de studie afronden en daar vervolgens mee aan de slag gaan. De besluitvorming in de bezwaarfase is anders gegaan dan de ondernemer in zijn verweerschrift heeft gesteld. Het erratum in de studiehandleiding is volgens mij pas opgesteld nadat ik mijn klacht in augustus 2013 bij de ondernemer heb ingediend. Bovendien heeft de medewerker, [naam medewerker ondernemer], mij destijds uitdrukkelijk bevestigd dat de informatie in de actiefolder en zoals neergelegd in de studiehandleiding juist was, te weten dat na drie jaar studie de ondernemer de studie kosteloos met nog eens drie jaar zou verlengen. Ik wens gewoon mijn studie binnen het Open Bestel af te ronden en wil dus niet overstappen naar de niet bekostigde variant van de ondernemer zelf omdat ik daardoor in mijn studie zal worden benadeeld. Ik ga er vanuit dat ik nog twee jaar nodig heb om de studie te voltooien, derhalve in totaal vijf jaar.
De consument verlangt een financiële compensatie/korting ter zake de door haar nog verschuldigde collegegelden.
Standpunt van de ondernemer
Het standpunt van de ondernemer luidt in hoofdzaak als volgt.
De ondernemer is van mening dat het in rekening brengen van vijf jaren lesgeld aan de consument wel degelijk terecht is. Tussen 1 september 2008 en 31 augustus 2010 is de ondernemer toegelaten tot een experiment waarbij de Nederlandse overheid particuliere onderwijsinstellingen twee jaar heeft laten deelnemen aan het Nederlandse Open Bestel. Dit heeft ingehouden dat de ondernemer onder meer voor de opleiding HBO rechten bekostiging heeft ontvangen per student, onder de voorwaarden dat de algemene rechten en regels die van toepassing zijn in het bekostigd onderwijs ook op studenten binnen bovengenoemde opleidingen toegepast moeten worden. Dit hield onder andere in dat de studenten gedurende de (maximale) vijf jaar van het experiment jaarlijks het wettelijke collegegeld betalen. Omdat die voorwaarden en regels significant afwijken van de voorwaarden die gelden voor de eigen opleidingen van de ondernemer in de niet bekostigde varianten, heeft de ondernemer voor het Open Bestel afwijkende inschrijfvoorwaarden en een afwijkend studiereglement vastgesteld die ook bij het verweerschrift zijn overgelegd. Van die voorwaarden worden de studenten op de hoogte gesteld via onze digitale leeromgeving en voorafgaand aan inschrijving via een link in de bevestigingsmail, die ook is overgelegd. De voorwaarden zoals beschreven in de onderwijs- en examenregeling, het studiereglement en de inschrijfvoorwaarden zijn altijd leidend. De consument geeft in haar klacht aan dat zij altijd is uitgegaan van de studiehandleiding zoals die te vinden is op onze digitale leeromgeving. Hierin stond inderdaad foutief vermeld dat sprake zou zijn van drie jaar betalen en drie jaar kosteloos doorstuderen. Toen de ondernemer bij aanvang van het experiment op deze fout is geattendeerd, is er een erratum geplaatst op de digitale leeromgeving. Verder wordt er in de studiehandleiding en in de onderwijs- en examenregeling en studiereglementen meerdere malen verwezen naar het feit dat er voor de Open Bestel studenten afwijkende regels gelden. De ondernemer mag van zijn studenten verwachten dat zij zich zelfstandig goed inlezen over de regels en voorwaarden met betrekking tot hun studie. In haar bezwaarschrift heeft de consument aangegeven niet te willen betalen voor het vierde en vijfde studiejaar, omdat zij van mening was dat zij na drie jaar studeren geen verder collegegeld behoefde te betalen. Gelet op de hiervoor weergegeven uitleg heeft de ondernemer het bezwaar van de consument ongegrond verklaard. Het is voor de ondernemer wettelijk gezien onmogelijk om af te wijken van de regels en voorwaarden die gelden voor de opleidingen binnen het Open Bestel. Er is nog gezocht naar een oplossing voor de consument binnen de niet bekostigde variant van de opleiding bij de ondernemer. De oplossing houdt echter wel in dat de consument geen gebruik meer kan maken van de voordelen van het Open Bestel. Van onzorgvuldig onderzoek in de bezwaarfase is geen sprake geweest. Voor de ondernemer bestaat er geen onduidelijkheid over de regels en voorwaarden die gelden binnen het Open Bestel. Ook ter zake de mededeling die de medewerker, [naam medewerker ondernemer], aan de consument zou hebben gedaan, vertrouwt de ondernemer er volledig op dat de heer Lau de consument correct heeft geïnformeerd over de voorwaarden aangezien de HBO studieadviseurs reeds twee jaar ervaring hadden met het voorlichten van studenten binnen het Open Bestel. De ondernemer ziet dan ook geen redenen om de consument tegemoet te komen middels een financiële compensatie.
Ter zitting heeft de ondernemer verder nog – in hoofdzaak – het volgende aangevoerd.
Het erratum ter zake de foutieve mededeling in de studiehandleiding is al in 2009 vervaardigd en op de website van de ondernemer geplaatst. De ondernemer kan dat echter niet meer aantonen omdat zijn digitale leeromgeving vorig jaar ingrijpend is gewijzigd en de oude informatie niet meer beschikbaar is.
De medewerker, [naam medewerker ondernemer], kan zich het gesprek met de consument niet meer herinneren, maar hij is al vele jaren studieadviseur, derhalve mag de ondernemer erop vertrouwen dat hij de juiste informatie aan de consument zal hebben gegeven ter zake de toepasselijke financiële voorwaarden. Desgevraagd kan ik u niet aangeven waar in de onderwijs- en examenregeling de juiste financiële voorwaarden vermeld staan. Dat staat overigens wel vermeld in de destijds toepasselijke inschrijfvoorwaarden en het studiereglement en wel in de artikelen 3.3 waarin vermeld is dat collegegeld betaald wordt voor een maximum van vijf jaar en dat het zesde studiejaar gratis is. De ondernemer wenst te benadrukken dat hij er vanuit gaat dat de consument verder wil studeren en de relatie tussen de ondernemer en de consument goed zal blijven. De ondernemer gaat er ten slotte vanuit dat de consument nog twee jaar studie en derhalve in totaal vijf jaren nodig zal hebben om de studie af te ronden.
Beoordeling van het geschil
De commissie heeft het volgende overwogen.
Kern van het geschil vormen de financiële voorwaarden waaronder de consument destijds aan de opleiding is begonnen. De consument stelt in dat verband zich te hebben gebaseerd op een actiefolder van de ondernemer, mededelingen van een medewerker van de ondernemer en hetgeen daarover in de destijds toepasselijke studiehandleiding was vermeld. Vaststaat in ieder geval dat de destijds toepasselijke studiehandleiding een foutieve mededeling bevatte, te weten dat na drie jaar studie de ondernemer de studie kosteloos met nog eens drie jaar zou verlengen. De ondernemer baseert zich ter zake de juiste financiële voorwaarden op de onderwijs- en examenregeling, de destijds toepasselijke inschrijfvoorwaarden en het studiereglement. Wat er al zij van de onderwijs- en examenregeling (daarin vallen de financiële voorwaarden niet terug te vinden) en de mededelingen die de medewerker van de ondernemer wel of niet zou hebben gedaan, vast staat in ieder geval dat de juiste financiële voorwaarden wel vermeld stonden in de destijds beschikbare en toepasselijke (digitale) inschrijfvoorwaarden, alsmede studiereglement waarbij in de artikelen 3.3 is vermeld dat de betaling van collegegeld voor een maximum van vijf jaar verplicht is en dat het zesde studiejaar gratis is. Naar het oordeel van de commissie treffen zowel de ondernemer als de consument een verwijt/schuld. De ondernemer had beter en zorgvuldiger moeten communiceren/informeren door in ieder geval er toentertijd nadrukkelijk op te wijzen dat de studiehandleiding (en waarschijnlijk ook de actiefolder) een fout bevatte waardoor de consument destijds op het verkeerde been is gezet. Anderzijds had de consument beter kunnen en moeten weten door de destijds beschikbare en toepasselijke inschrijfvoorwaarden en studiereglement goed te raadplegen waarin de financiële voorwaarde juist vermeld stond. De ondernemer heeft toentertijd bij zijn inschrijvingsbevestiging aan de consument ook nadrukkelijk verwezen naar die toepasselijke inschrijfvoorwaarden/studiereglement waarin dat juist stond vermeld. Gelet op de omstandigheden van het geval waarin beide partijen een verwijt kan worden gemaakt, is de commissie naar redelijkheid en billijkheid van oordeel dat voor de duur van twee jaren en wel voor de collegejaren 2013/2014 en 2014/2015 de ondernemer de helft van de door de consument verschuldigde collegegelden aan haar dient te betalen/vergoeden. De consument betaalt derhalve zelf de collegegelden voor in ieder geval de komende twee jaren, indien zij uiteraard de opleiding zal vervolgen, waarbij de ondernemer als schadevergoeding vanwege de hiervoor weergegeven tekortkoming de helft van de door de consument zelf te betalen collegegelden over de collegejaren 2013/2014 en 2014/2015 aan de consument zal vergoeden.
Nu de commissie heeft geoordeeld dat de ondernemer destijds onzorgvuldig heeft gehandeld, wordt de klacht van de consument gegrond bevonden zodat de ondernemer tevens het door de consument betaalde klachtengeld dient te vergoeden.
Derhalve wordt als volgt beslist.
Beslissing
Ter zake de collegejaren 2013/2014 en 2014/2015 zal de ondernemer als schadevergoeding de helft van het door de consument verschuldigde collegegeld aan de consument dienen te vergoeden. De betaling door de ondernemer aan de consument zal plaatsvinden nadat de consument het verschuldigde (jaarlijkse) collegegeld zal hebben voldaan.
Bovendien dient de ondernemer overeenkomstig het reglement van de commissie een bedrag van € 101,68 aan de consument te vergoeden ter zake van het klachtengeld.
Overeenkomstig het reglement van de commissie is de ondernemer aan de commissie als bijdrage in de behandelingskosten van het geschil een bedrag verschuldigd van € 650,–.
De commissie wijst het meer of anders verlangde af.
Aldus beslist door de Geschillencommissie Particuliere Onderwijsinstellingen op 13 januari 2014.