Ondernemer had duidelijker moeten communiceren dat verhuizing op nacalculatie zou worden uitgevoerd. Klacht gegrond

  • Home >>
  • Verhuizen >>
De Geschillencommissie




Commissie: Verhuizen    Categorie: Informatie    Jaartal: 2019
Soort uitspraak: -   Uitkomst: -   Referentiecode: 119801

De uitspraak:

Onderwerp van het geschil

Het geschil vloeit voort uit een omstreeks november 2015 tussen partijen totstandgekomen overeenkomst. De ondernemer heeft zich daarbij verplicht tot het uitvoeren van een verhuizing tegen de daarvoor door de consument te betalen prijs van € 1.000, –.
Het uitvoeren van de verhuizing vond plaats op 18 mei 2016.

De consument heeft een bedrag van € 1.000,– niet betaald en bij de commissie gedeponeerd.

Standpunt van de consument

Het standpunt van de consument luidt in hoofdzaak als volgt.

Voor de uitvoerig verwoorde standpunten van de consument wordt kortheidshalve verwezen naar het vragenformulier en de brief met bijlagen van de consument van 16 januari 2019.

Voorzover thans van belang stelt de consument samengevat weergegeven het navolgende.
Na een langdurige echtscheiding zijn een groot aantal zaken aan mij toegewezen. Ik mocht zelf niet in de woning van mijn ex – waar de zaken lagen – komen en verwachtte dat het niet makkelijk zou zijn deze te krijgen. Met deze mededeling heb ik mij gewend tot de ondernemer met de vraag hoeveel de verhuizing van de aan mij toebedeelde zaken zou gaan kosten. Met de door hem genoemde prijs van € 1.000,– ben ik akkoord gegaan. Na enige tijd heb ik aan de ondernemer de lijst met zaken die verhuisd moesten worden, overhandigd. Nadat de verhuizing had plaatsgevonden, hebben de verhuizers mij gezegd dat alles was meegegaan, dat alles goed was gegaan en dat het verhuizen zonder verdere problemen was verlopen. Achteraf bleek dat niet alles mee was gekomen en dat slechts een gedeelte van de lijst was afgevinkt. Achteraf kreeg ik een niet gespecificeerde rekening van € 1904,24. Mijn privacy is geschonden omdat de ondernemer mijn e-mailadres aan mijn ex heeft verstrekt. Door de gehele gang van zaken heb ik schade geleden en kosten moeten maken.
Ik verlang kwijtschelding van de rekening en een schadevergoeding van in totaal € 9.660,–.

Standpunt van de ondernemer

Het standpunt van de ondernemer luidt in hoofdzaak als volgt.

In het eerste gesprek met de consument is inderdaad het bedrag van € 1.000, — genoemd als indicatie. Pas maanden later kregen wij de beschikking over de handgeschreven lijst met zaken waarbij in veel gevallen niet duidelijk was waar het om zou gaan. Op de dag van de verhuizing bleken een aantal zaken al in dozen verpakt te zijn. Zo goed en zo kwaad als het ging hebben wij andere zaken van de lijst ingepakt en afgevinkt op de lijst. Op enig moment konden wij niet verder, omdat ons de toegang tot de woning door de ex van de consument werd ontzegd. Na aflevering van de zaken bij de consument hebben de verhuizers van haar saucijzenbroodjes gekregen en was de consument tevreden. Later ontvingen wij de aantijging dat slechts 50% van de lijst zou zijn verhuisd. Ons is ter ore gekomen dat de consument spullen die niet van haar waren in onze verhuisdozen over de schutting bij haar ex heeft gegooid. De verhuizing is op nacalculatie uitgevoerd. De verzonden berekening is gebaseerd op de gemaakte manuren, gebruik van verhuisdozen, stickers, pakpapier, sealfolie en aanverwante artikelen alsmede natuurlijk de verhuiswagen. Wij verlangen betaling van onze factuur met rente en kosten en schriftelijk excuus voor alle aantijgingen.

Beoordeling van het geschil

De commissie heeft het volgende overwogen.

Op grond van de stukken en het verhandelde ter zitting is de commissie van oordeel dat de ondernemer niet aannemelijk heeft gemaakt dat tussen partijen is overeengekomen de verhuizing op nacalculatie uit te voeren. Ter zitting heeft de ondernemer erkend in eerste instantie het bedrag van  € 1.000, — te hebben genoemd. Volgens de consument heeft de ondernemer daarbij geen voorbehoud gemaakt. Ook al zou de ondernemer wel een voorbehoud hebben gemaakt, dan had het toch op de weg van de ondernemer gelegen om na ontvangst van de lijst van zaken een nadere prijs overeen te komen dan wel, liefst schriftelijk, met de consument overeen te komen dat de verhuizing op basis van nacalculatie zou worden uitgevoerd. De commissie moet er daarom van uit gaan dat overeengekomen is dat de verhuizing op basis van de lijst voor € 1.000, — zou worden uitgevoerd. Dat de consument eerst later naar voren heeft gebracht dat slechts 50% van de verhuizing had plaatsgevonden, valt haar niet met succes tegen te werpen, nu haar door de verhuizers gezegd is dat alles mee was gekomen. Dat deze uitlating is gedaan, is door de ondernemer niet dan wel onvoldoende gemotiveerd weersproken. Wat in ieder geval vaststaat is dat niet alle zaken op de lijst zijn afgevinkt, zodat aangenomen moet worden dat de verhuizing niet volledig heeft plaats gevonden. Weliswaar heeft de ondernemer naar voren gebracht dat de lijsten van de consument onduidelijk waren en dat de verhuizers door de ex van de consument niet in de gelegenheid zijn gesteld de verhuizing volledig uit te voeren omdat hij het wel genoeg vond. Dit laatste komt naar het oordeel van de commissie mede door de onduidelijkheid van de lijst. Dit laatste kan dan ook niet met succes aan de consument worden tegengeworpen, nu het op de weg van de ondernemer had gelegen om geen genoegen te nemen met zo’n onduidelijke lijst. Die onduidelijkheid blijkt bijvoorbeeld daaruit dat op de lijst wel gesproken wordt over kookboeken, maar de consument pas in haar schadeclaim een aantal van 130 noemt. De consument heeft in ieder geval een punt in die zin dat, als de verhuizing op nacalculatie zou zijn uitgevoerd, het op de weg van de ondernemer had gelegen om de rekening te specificeren. Onder deze omstandigheden is de commissie van oordeel dat de ondernemer de verhuizing niet volledig heeft uitgevoerd. Naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid heeft de ondernemer ter zake deze verhuizing jegens de consument aanspraak op een bedrag van € 750,–, hetgeen verrekend zal worden met het depot gestorte bedrag. De consument heeft niet aannemelijk gemaakt dat de ondernemer haar e-mailadres aan haar ex heeft verstrekt. Naar het oordeel van de commissie bestaat geen aanleiding de consument te verplichten schriftelijk excuses aan te bieden.
Hetgeen partijen overigens naar voren hebben gebracht, kan niet tot een andere beslissing leiden en behoeft derhalve geen afzonderlijke bespreking.

Op grond van het voorgaande is de commissie van oordeel dat de klacht gegrond is.

Derhalve wordt als volgt beslist.

Beslissing

De ondernemer heeft ter zake deze verhuizing recht op een bedrag van € 750,–.

De commissie wijst het meer of anders verlangde af.

Bovendien dient de ondernemer overeenkomstig het reglement van de commissie een bedrag van € 77,50 aan de consument te vergoeden ter zake van het klachtengeld.

Ingevolge het reglement van de commissie is de ondernemer behandelingskosten verschuldigd.

Met in achtneming van het bovenstaande wordt het depotbedrag als volgt verrekend.
Aan de consument wordt een bedrag van € 250,– gerestitueerd.
Aan de ondernemer wordt een bedrag van € 750,– overgemaakt.

Aldus beslist door de Geschillencommissie Verhuizen, bestaande uit mr. D.J. Buijs, voorzitter, mr. M.A. Keulen en L. Pot, leden, op 31 januari 2019.