Commissie: Telecommunicatiediensten
Categorie: Betaling / Overeenkomst
Jaartal: 2024
Soort uitspraak: bindend advies
Uitkomst: gegrond
Referentiecode:
230211/236441
De uitspraak:
Waar gaat de uitspraak over?
De consument is slachtoffer geworden van sollicitatiefraude. De ondernemer is van mening dat de fraude niet voor rekening van de ondernemer behoort te komen. De commissie is op basis van de feiten en omstandigheden van het geval van oordeel dat de ondernemer extra waakzaam had moeten zijn. De consument had namelijk al een toestel met financiering. De commissie beslist dan ook dat de consument het toestel niet aan de ondernemer hoeft te betalen. De klacht is gegrond.
De uitspraak
Behandeling van het geschil
Partijen zijn overeengekomen dit geschil bij bindend advies door de Geschillencommissie Telecommunicatiediensten (verder te noemen: de commissie) te laten beslechten.
De commissie heeft kennisgenomen van de overgelegde stukken.
De behandeling heeft plaatsgevonden op 21 februari 2024 te Den Haag.
Partijen zijn tijdig en behoorlijk opgeroepen ter zitting te verschijnen.
Partijen hebben ter zitting hun standpunt toegelicht.
Onderwerp van het geschil
De consument heeft de klacht voorgelegd aan de ondernemer.
Het geschil betreft toestelkosten.
De consument heeft een bedrag van € 498,00 niet betaald en bij de commissie gedeponeerd.
Standpunt van de consument
Voor het standpunt van de consument verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het standpunt op het volgende neer.
“Beste heer/mevrouw,
Destijds was ik op zoek naar een baantje via [vacaturebank]. Toen heb ik gesolliciteerd op een vacature voor ‘backoffice medewerker’ voor het bedrijf [naam bedrijf]. Toen ben ik teruggebeld en werd mij na een goed gesprek verteld dat ik was aangenomen. Ik moest nog een werktelefoon en werklaptop ontvangen voordat ik kon beginnen. Toen is er een telefoon naar mijn huis gestuurd en kreeg ik te horen dat het de verkeerde toestel was, in mijn contract die ik per mail bevestigd kreeg stond er namelijk dat ik een [naam toestel] zou moeten hebben ontvangen en dit was een ander toestel. Dus met een mooi verhaaltje heb ik het toestel teruggestuurd met hun QR-code en was het toestel dus in de handen van de fraudeur. Ik heb verder geen bevestiging of dergelijk ontvangen, want ze hebben een ander e-mailadres gebruikt. Het zou namelijk zo moeten zijn dat de [naam bedrijf] het abonnement op hun naam zou moeten hebben staan. Zo ben ik dus slachtoffer geworden van fraude en ben ik daar pas achter gekomen na het terugsturen van het toestel. Ik heb aangifte gedaan en mijn verhaal bij [de ondernemer], maar zij houden verder nergens rekening mee. Terwijl ik contact heb gehad met het CMI Identiteitsfraude en de werknemer aangaf dat hij niet eerder bekend was dat er bij een soortgelijke situatie de kosten niet kwijtgescholden werden. Ik hoop dat het verhaal een beetje zo duidelijk is.”
Standpunt van de ondernemer
Voor het standpunt van de ondernemer verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het standpunt op het volgende neer.
Weliswaar is de consument slachtoffer geworden van sollicitatiefraude, maar dit kan niet aan de ondernemer verweten worden. Op het moment van het sluiten van de overeenkomst bestond geen enkele reden om aan te nemen of te kunnen constateren dat de consument op enigerlei wijze niet de wil had om de overeenkomst met de ondernemer aan te gaan.
Beoordeling van het geschil
De commissie heeft het volgende overwogen.
Ter zitting is de gang van zaken uitgebreid besproken. Daarbij is ook aan de orde gekomen dat de ondernemer wekelijks vijf à tien keer te maken heeft met sollicitatiefraude. Ook is gebleken dat de consument, een student, al een abonnement met toestel financiering had lopen bij de ondernemer.
Deze omstandigheid had de ondernemer naar het oordeel van de commissie moeten nopen tot extra en bijzondere waakzaamheid. Ter zitting heeft de consument er ook op gewezen dat bij het afsluiten van een contract in de winkel veel grondiger wordt gecontroleerd. Dat bij het digitaal afsluiten van een overeenkomst minder gelegenheid is voor een goede persoonscontrole, ligt in de risicosfeer van de ondernemer. Onder de gegeven omstandigheden is de consument naar het oordeel van de commissie niet gehouden de toestel kosten aan de ondernemer te betalen.
Op grond van het voorgaande is de commissie van oordeel dat de klacht gegrond is.
Derhalve wordt als volgt beslist.
Beslissing
De consument is met betrekking tot het een geschil zijnde toestel niets aan de ondernemer verschuldigd.
Bovendien dient de ondernemer overeenkomstig het reglement van de commissie een bedrag van € 50,00 aan de consument te vergoeden ter zake van het klachtengeld.
Met inachtneming van het bovenstaande wordt het depotbedrag als volgt verrekend. Het in depot gestorte bedrag van € 498 wordt aan de consument gerestitueerd.
Overeenkomstig het reglement van de commissie is de ondernemer aan de commissie behandelingskosten verschuldigd.
Aldus beslist door de Geschillencommissie Telecommunicatiediensten, bestaande uit mr. D.J. Buijs, voorzitter, drs. H.W. Vrolijk en mr. A. Dantuma, leden, op 21 februari 2024.