Ondernemer heeft annuleringskosten opvangovereenkomst terecht in rekening gebracht

De Geschillencommissie




Commissie: Kinderopvang    Categorie: Annulering    Jaartal: 2021
Soort uitspraak: bindend advies   Uitkomst: ten dele gegrond   Referentiecode: 97905/120570

De uitspraak:

Waar gaat de uitspraak over

De consument is een opvangovereenkomst aangegaan met de ondernemer voor de opvang van haar zoon. Door omstandigheden wilde de consument de overeenkomst annuleren. Hierna heeft de ondernemer een factuur gestuurd voor de opzeggingskosten. De consument vindt dit onredelijk omdat de opvang nog niet was begonnen en het bedrag veel te hoog is. Ze heeft de factuur niet betaald en stelt voor een symbolisch bedrag te betalen. De ondernemer stelt dat hij kosten heeft gemaakt door een plek vrij te houden voor de zoon van de consument en omdat hij voor de consument heeft uitgezocht of ze recht had op kinderopvangtoeslag. Bovendien heeft hij het bedrag al teruggebracht van 2 maanden opvang naar 1 maand. De commissie oordeelt dat de consument niet heeft aangetoond dat de ondernemer haar niet goed heeft geïnformeerd over de annuleringsvoorwaarden en dat ze zelf verantwoordelijk was om meer informatie te vragen bij onduidelijkheden. Daarnaast zijn de persoonlijke omstandigheden waardoor de consument de overeenkomt heeft geannuleerd niet de verantwoordelijkheid van de ondernemer. Het klachtonderdeel over de opzeggingskosten en de hoogte daarvan is ongegrond. Wel had de ondernemer geen verschillende bedragen voor de annuleringskosten moeten noemen. Dit klachtonderdeel is gegrond.

Volledige uitspraak

Onderwerp van het geschil
Het geschil betreft de kosten die de ondernemer aan de consument in rekening heeft gebracht nadat de consument de overeenkomst tussen partijen had beëindigd.

Standpunt van de consument
Voor het standpunt van de consument verwijst de commissie naar de overgelegde stukken, waaronder de reactie van de consument op het verweerschrift van de ondernemer, welke reactie de commissie heeft ontvangen nadat de datum van behandeling aan partijen is kenbaar gemaakt. In de kern komt het standpunt op het volgende neer.

De consument wilde de tussen partijen gesloten plaatsingsovereenkomst annuleren voordat de kinderopvang daadwerkelijk was begonnen. De reden daarvoor was dat het haar, mede doordat er bij haar de diagnose ADD was gesteld en haar eerste kind midden in de Coronatijd was geboren, allemaal te veel was geworden. De consument kon buitenhuis werken en kinderopvang nog niet aan. De ondernemer heeft de consument opzeggingskosten in rekening gebracht van € 2.378,–, welk bedrag later is teruggebracht tot € 1.189,–, en uiteindelijk tot een bedrag van € 1.253,55. De consument heeft het factuurbedrag niet betaald.

De consument heeft de ondernemer meegedeeld dat het in dit geval om een annulering gaat, omdat de kinderopvang nog niet was begonnen. Op de factuur heeft de ondernemer ook de term annuleringkosten vermeld.

De consument vindt het gefactureerde bedrag buitenproportioneel, omdat de hoogte van dat bedrag wordt veroorzaakt door het grote aantal opvangdagen en zij geen opvangtoeslag kan krijgen in verband met het feit dat zij niet buitenshuis kan werken. Het gevolg hiervan is dat het gehele factuurbedrag voor haar rekening komt. De consument mist de menselijke maat.

Zowel in de offerte van de ondernemer als in de begeleidende aanbiedingsbrief wordt het woord annulering niet genoemd en over annulering is tussen partijen ook nooit gesproken. De ondernemer verwijst naar artikel 10 van de algemene voorwaarden dat inhoudt: “Vanaf het moment van ondertekening van de overeenkomst tot de ingangsdatum van de overeenkomst heeft de consument de mogelijkheid de overeenkomst te annuleren. Hiervoor zijn annuleringskosten verschuldigd. De hoogte van de annuleringskosten bedraagt nooit meer dan de verschuldigde betaling voor twee maanden. De ondernemer moet bij het doen van het aanbod de consument informeren over de te volgen procedure en de hoogte van de annuleringskosten”. Het is echter niet duidelijk of hij met die verwijzing bedoelt om de ouder(s) te informeren over de te volgen procedure en de hoogte van de annuleringskosten. De consument zou de overeenkomst nooit ondertekend hebben als zij had geweten dat de annuleringkosten zo hoog waren.

Om het geschil te beëindigen heeft de consument de ondernemer voorgesteld dat zij een symbolisch bedrag van € 150,– zou betalen, maar de ondernemer heeft dat voorstel niet geaccepteerd. De consument acht het redelijk en billijk dat bedrag alsnog tegen finale kwijting te voldoen.

Standpunt van de ondernemer
Voor het standpunt van de ondernemer verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het standpunt op het volgende neer.

Partijen zijn in juli 2020 met elkaar een plaatsingsovereenkomst aangegaan voor de opvang van de zoon van de consument op de maandag, dinsdag en woensdag. De opvang zou ingaan op 25 januari 2021 tegen een vergoeding van € 1.188,96 per maand.

In oktober en december 2020 hebben partijen contact met elkaar gehad. Tussentijds heeft de ondernemer de wendagen en de intake wat opgeschoven omdat het kindercentrum verplicht gesloten was in verband met de coronacrisis. De consument had hier begrip voor. Op 3 februari 2021 kreeg de ondernemer het verzoek van de consument of de kinderopvang later mocht starten omdat het voor haar vanwege de coronacrisis onduidelijk was wanneer zij kon gaan werken. Binnen twee weken zou de consument duidelijkheid kunnen verschaffen. De ondernemer heeft dat verzoek ingewilligd. Toen de ondernemer op 2 maart 2021 nog niets had gehoord van de consument heeft hij haar om duidelijkheid gevraagd. Hierop heeft de consument geantwoord dat zij de overeenkomst wilde annuleren en geen gebruik meer wilde maken van de opvangmogelijkheid. De ondernemer heeft de opzegging aan de consument bevestigd en meegedeeld dat hij haar wegens de opzegging wel een factuur zou sturen, omdat hij gedurende een ruime periode een plek voor de zoon heeft vrijgehouden, waardoor hij inkomsten is misgelopen. De ondernemer heeft op verzoek en ten behoeve van de consument uitgezocht of zij in het kader van de opzegging van de overeenkomst nog in aanmerking kon komen voor kinderopvangtoeslag, waarmee een hoop tijd en personeelskosten waren gemoeid. Na dat onderzoek heeft de ondernemer de consument uitgelegd waarom hij toch kosten wilde factureren. De ondernemer heeft de consument aanvankelijk conform de door hem gehanteerde algemene voorwaarden voorgesteld als kosten de opvangvergoeding voor twee maanden te factureren. Naar aanleiding van dat onderzoek heeft hij die twee maanden teruggebracht tot één maand. De ondernemer vindt het door de consument voorgestelde symbolische bedrag van € 150,– als onkostenvergoeding beledigend overkomen.

Beoordeling van het geschil
De commissie heeft op grond van de door partijen overgelegde stukken het volgende overwogen.

Tussen partijen is niet in geschil dat op de plaatsingsovereenkomst de algemene voorwaarden die de ondernemer hanteert van toepassing zijn waaronder het door de consument geciteerde artikel 10. De consument kon dus weten dat zij bij annulering annuleringskosten verschuldigd zou zijn en dat de hoogte daarvan maximaal de opvangvergoeding voor twee maanden kon bedragen.

Weliswaar heeft de consument gesteld dat het niet duidelijk is of de ondernemer met de verwijzing naar zijn algemene voorwaarden bedoelt om – zoals dat artikel bepaalt – de ouder(s) te informeren over de te volgen procedure en de hoogte van de annuleringskosten, maar de consument heeft niet concreet gesteld dat de ondernemer in het onderhavige geval niet aan die bepaling heeft voldaan, hetgeen wel op haar weg had gelegen. Bij onduidelijkheid had het eveneens op haar weg gelegen om bij de ondernemer nadere informatie in te winnen. De commissie gaat aan deze stelling van de consument dan ook voorbij. Verder heeft de consument gesteld dat zij de overeenkomst nooit zou hebben ondertekend als zij had geweten dat de annuleringkosten zo hoog waren. Indien de consument met deze stelling beoogt een beroep op dwaling te doen dan gaat de commissie ook aan deze stelling voorbij, omdat de consument geen feiten en omstandigheden heeft aangevoerd waaruit volgt dat zich een van de vereiste en in de wet genoemde dwalingsgevallen heeft voorgedaan (artikel 6:228 lis 1 van het Burgerlijk Wetboek).

Met de omstandigheden die de consument als reden heeft aangevoerd voor de annulering van de plaatsingsovereenkomst zal de commissie geen rekening houden. Het betreft persoonlijke omstandigheden, waarmee de consument bij het sluiten van de plaatsingsovereenkomst bekend was of bekend had kunnen zijn en die in haar risicosfeer liggen en daarom voor haar rekening komen. Niet valt in te zien – te meer niet nu de consument daarover niets heeft gesteld – waarom die omstandigheden ten nadele van de ondernemer zouden moeten strekken.

Op grond van de voorgaande overwegingen komt de commissie tot de conclusie dat de klacht van de consument in zoverre ongegrond is. De niet betwiste argumenten van de ondernemer voor het in rekening brengen van de annuleringskosten komen de commissie niet onredelijk of onlogisch voor. Onder deze omstandigheden komt het door de ondernemer aan de consument in rekening gebrachte bedrag van
€ 1.189,– niet onredelijk voor, zodat de consument dit bedrag aan de ondernemer dient te voldoen.

Indien en voor zover de klacht van de consument geacht moet worden ook betrekking te hebben op de wijze waarop de ondernemer met de consument heeft gecommuniceerd dan oordeelt de commissie daarover als volgt. Aan de hand van de overgelegde stukken is de commissie niet gebleken dat de ondernemer met de consument onzorgvuldig heeft gecommuniceerd, met dien verstande dat dit niet geldt voor de communicatie van de ondernemer over de bedragen die de consument aan annuleringskosten verschuldigd zou zijn. Het noemen van verschillende bedragen acht de commissie onzorgvuldig. Met betrekking tot dit aspect acht de commissie de klacht gegrond.

Nu de klacht van de consument door de commissie gedeeltelijk gegrond is bevonden, dient de ondernemer overeenkomstig het reglement van de commissie het door de consument betaalde klachtengeld aan haar te vergoeden.

Beslissing
De commissie:

– verklaart de klacht van de consument ongegrond voor wat betreft de annuleringskosten;

– verklaart de klacht van de consument gegrond voor wat betreft de wijze waarop de ondernemer met betrekking tot de hoogte van de verschuldigde annuleringskosten heeft gecommuniceerd;

– bepaalt dat de ondernemer binnen veertien dagen na verzending van deze uitspraak aan de consument een bedrag van € 25,– ter zake van het door haar betaalde klachtengeld dient te voldoen.

Aldus beslist op 24 november 2021 door de Geschillencommissie Kinderopvang, bestaande uit mevrouw mr. A.D.R.M. Boumans, voorzitter, mevrouw A.J.M. van Hoesel – de Haas, de heer H. Stel, leden, in aanwezigheid van de heer mr. L.G.H. Cox, secretaris.