Commissie: Openbaar Vervoer
Categorie: Kosten
Jaartal: 2021
Soort uitspraak: bindend advies
Uitkomst: Ongegrond
Referentiecode:
39933/70036
De uitspraak:
Waar gaat de uitspraak over
De consument staat onder bewind. De bewindvoerder vraagt zich af waarom er door de ondernemer een bedrag is afgeschreven zonder enige grond. Er is € 93,– afgeschreven en de ondernemer heeft volgens de bewindvoerder niet duidelijk gemaakt waarom. De ondernemer geeft aan dat de consument een Voordeel Uren Abonnement met keuzedagen heeft en deze ieder jaar automatisch wordt verlengd. De bewindvoerder heeft naar een specificatie hiervan gevraagd. De bewindvoerder is hier per mail over geïnformeerd. Vervolgens is de vooraankondiging en de bevestiging van de verlenging verstuurd en daarna de incasso van het bedrag van € 93,–. De commissie oordeelt dat de ondernemer de bewindvoerder duidelijk per e-mail op de hoogte heeft gesteld van de reden van de incasso. De klacht is ongegrond.
Volledige uitspraak
Onderwerp van het geschil
De consument klaagt er over dat de ondernemer een bedrag van haar rekening heeft afgeschreven en de reden daarvan niet duidelijk heeft gemaakt.
Standpunt van de consument
Het standpunt van de consument luidt in hoofdzaak als volgt.
Op 8 mei 2020 is er door de ondernemer een bedrag ad € 93,– van de rekening van de consument afgeschreven. De ondernemer heeft niet duidelijk gemaakt waarom dit bedrag is geïncasseerd.
De vertegenwoordiger van de consument, wenst dat uitgezocht wordt waarom dit bedrag met omschrijving “bestelling VDU 1443527” is geïncasseerd. Er is niets besteld.
Standpunt van de ondernemer
Het standpunt van de ondernemer luidt in hoofdzaak als volgt.
De ondernemer kan de klacht niet goed plaatsen.
De consument heeft een Voordeel Uren Abonnement (VUA) met keuzedagen. Dit abonnement wordt ieder jaar automatisch verlengd. Anderhalve maand voordat de verlenging ingaat wordt per e-mail een vooraankondiging van de verlenging gestuurd en op de ingangsdatum wordt de bevestiging van de verlenging gestuurd, eveneens per e-mail.
Op 31 januari 2020 heeft de bewindvoerder een kennisgeving aan de ondernemer gestuurd dat de goederen van de consument onder bewind zijn gesteld. Zij vraagt een specificatie van het termijnbedrag en geeft een machtiging aan de ondernemer om het termijnbedrag automatisch te incasseren en vraagt de contactgegevens van de consument te wijzigen naar die van de bewindvoerder.
Op 10 februari 2020 schrijft de ondernemer per e-mail aan de bewindvoerder dat zij de contactgegevens heeft gewijzigd en geeft de ondernemer informatie over het abonnement van de consument.
Daarna volgen de vooraankondiging en de bevestiging van de verlenging en daarna de incasso van het bedrag van € 93,–.
Voorafgaand aan de afschrijving heeft de ondernemer aldus de bewindvoerder hierover meerdere malen geïnformeerd.
Op 11 augustus 2020 neemt de ondernemer een brief van de bewindvoerder inhoudende de klacht, in behandeling en geeft zij per e-mail uitleg.
Op 1 oktober 2020 is de klacht bij de commissie binnengekomen.
Op grond hiervan verzoekt de ondernemer de klacht ongegrond te verklaren.
Beoordeling van het geschil
De consument staat onder bewind.
Haar bewindvoerder wenst van de ondernemer uitleg over de afschrijving op 8 mei 2020 van een bedrag van € 93,–.
De ondernemer heeft, zo stelt zij onweersproken, per e-mail, de bewindvoerder op de hoogte gesteld van de reden van de incasso.
Omstandigheden die tot een ander oordeel nopen, zijn gesteld noch gebleken.
Dat betekent dat de klacht ongegrond moet worden verklaard.
Beslissing
De commissie beslist als volgt.
Verklaart de klacht ongegrond.
Aldus beslist door de Geschillencommissie Openbaar Vervoer, bestaande uit mr. B. W. Th. Hagendoorn, voorzitter, mr. D. van Setten en mr. M. A. Keulen, leden, op 23 maart 2021.