
Commissie: Schilders-, Behangers- en Glaszetbedrijf
Categorie: Informatie
Jaartal: 2013
Soort uitspraak: -
Uitkomst: -
Referentiecode:
SCH09-0015
De uitspraak:
Onderwerp van het geschil
Het geschil vloeit voort uit een in het voorjaar van 2006 tussen partijen tot stand gekomen overeenkomst. De ondernemer heeft zich daarbij verplicht tot het voorbehandelen en verven van het pleisterwerk aan de achtergevel van de woning van de consument tegen de daarvoor door de consument te betalen prijs van € 15.000,–. De werkzaamheden zijn verricht in augustus 2007. De consument heeft op 18 mei 2008 de klacht voorgelegd aan de ondernemer. Standpunt van de consument Het standpunt van de consument luidt in hoofdzaak als volgt. Het sauswerk diende te geschieden volgens het verftechnisch advies van een derde. Na enige tijd bleek het sauswerk niet overal te dekken. De ondernemer is na mijn telefoontje éénmaal langs geweest zonder resultaat. Ik heb de ondernemer er herhaaldelijk op gewezen dat het sauswerk verder verslechterde. Op 23 april 2009 heb ik de ondernemer in gebreke gesteld en tot 1 juni 2009 de gelegenheid gegeven om het sauswerk te herstellen. Kort vóór de gestelde datum is de ondernemer gekomen om een aanvang te maken met de herstelwerkzaamheden. De ondernemer heeft het herstelwerk nooit voltooid en bovendien vertoont datgene wat is hersteld inmiddels ook al weer gebreken. De situatie verslechtert nog steeds. Ter zitting heeft de consument zijn standpunt nader toegelicht. De consument meent gehoord te hebben dat de ondernemer aan de deskundige de bereidheid uitsprak om het sauswerk alsnog te herstellen. Dat verklaart ook waarom een dergelijke passage in het deskundigenrapport is opgenomen. De consument verlangt dat het sauswerk alsnog door de ondernemer wordt uitgevoerd, dan wel door een derde op kosten van de ondernemer. Standpunt van de ondernemer De ondernemer heeft geen gebruik gemaakt van de mogelijkheid zijn standpunt aan de commissie kenbaar te maken. Deskundigenrapport De door de commissie ingeschakelde deskundige heeft blijkens zijn rapport, voor zover thans van belang, het volgende vastgesteld. Op aanwijzing van de consument is het volgende geconstateerd: – Het betreft buitenschilderwerk aan het muurwerk van de achter- en zijgevel van het woonhuis. – Het muurverfsysteem is aangebracht over een gepleisterde ondergrond. – Voor zover is te beoordelen, is het muurverfsysteem volgens het verftechnische advies van de fabrikant aangebracht. Duidelijk waarneembaar dat beide gevels zijn bewerkt met Murfillvlies om een egale scheurvrije ondergrond te verkrijgen. – Aan het muurwerk onder een raamkozijn van de achtergevel en een raamkozijn van de zijgevel zijn herstelwerkzaamheden uitgevoerd die nog niet zijn afgewerkt. – Op enkele plaatsen van de beide gevels is de vlies losgekomen van de ondergrond. Deze blaarvorming komt hoofdzakelijk voor: * onder de dakgoot van de achtergevel; * op enkele plaatsen van beide gevels, verspreidt over het oppervlak; * op de randen van de vensterbanken. Herstel is technisch mogelijk door: – de van de ondergrond losgekomen vlies herstellen, waarna beide gevels geheel oversauzen met muurverf. – de vlies van de vensterbanken opnieuw aanbrengen en overschilderen. Toelichting: Het muurverfsysteem is aangebracht volgens voorschrift fabrikant. Duidelijk waarneembaar is dat de blaarvorming, oftewel de onthechting van het vlies van de ondergrond plaats, heeft plaats gevonden op oneffenheden in de ondergrond. Op een dergelijke oneffen oude en plaatselijk herstelde pleisterlaag is het lastig de vlies goed hechtend aan te brengen. Het kan voorkomen dat de vlies plaatselijk los komt. Dit is goed te herstellen. De onthechting op de randen van de vensterbanken is te wijten aan het zogenaamd doorplakken over de scherpe randen. Beoordeling van het geschil De commissie heeft het volgende overwogen. De commissie onderschrijft de bevindingen van de deskundige en maakt diens standpunt tot het hare, voor zover in het navolgende niet uitdrukkelijk anders bepaald. De commissie deelt het oordeel van de deskundige dat het moeilijk is om een vlies goed aan te brengen op een oneffen, oude en plaatselijk herstelde pleisterlaag. Nu de ondernemer het werk echter heeft aangenomen en uitgevoerd overeenkomstig het door een derde opgestelde verftechnisch advies zonder de consument te wijzen op het daaraan verbonden risico van blaarvorming, kan de ondernemer naar het oordeel van de commissie verantwoordelijk worden gehouden voor het feit, dat dit risico zich uiteindelijk ook heeft verwezenlijkt. De consument behoefde er onder de gegeven omstandigheden immers geen rekening mee te houden dat reeds na een zo korte tijd blaarvorming/onthechtig zou optreden. De ondernemer is dan ook tekort geschoten in de behoorlijke nakoming van de tussen partijen gesloten overeenkomst en hij is gehouden de gesignaleerde gebreken alsnog op deugdelijke wijze te herstellen. De commissie ziet aanleiding om te bepalen dat het herstelwerk uiterlijk 1 juni 2010 door de ondernemer moet zijn uitgevoerd. Derhalve wordt als volgt beslist. Beslissing De ondernemer dient bij wijze van nakoming vóór 1 juni 2010 de in het deskundigenrapport gesignaleerde gebreken aan het sauswerk op de achter- en zijgevel van de woning op deugdelijke wijze te herstellen. Bovendien dient de ondernemer overeenkomstig het reglement van de commissie een bedrag van € 100,– aan de consument te vergoeden ter zake van het klachtengeld. Overeenkomstig het reglement van de commissie is de ondernemer aan de commissie als bijdrage in de behandelingskosten van het geschil een bedrag verschuldigd van € 230,–. Aldus beslist door de Geschillencommissie Schilders-, Behangers- en Glaszetbedrijf op 15 februari 2010.