Ondernemer heeft geen zwaarwegende redenen om de bso-opvanglocatie te wijzigen

De Geschillencommissie




Commissie: Kinderopvang    Categorie: Overeenkomst    Jaartal: 2021
Soort uitspraak: bindend advies   Uitkomst: gegrond   Referentiecode: 137072/141099

De uitspraak:

Waar gaat de uitspraak over

De ondernemer heeft de consument laten weten dat zoon van de consument op korte termijn naar een andere opvanglocatie gaat. Niet alleen heeft de consument, vanwege meerdere redenen, bewust gekozen voor de huidige locatie, maar op de nieuwe locatie is er een andere visie op opvang dan wat de consument wil. De consument is het hier niet mee eens en wil dat de zoon op de huidige locatie blijft. De ondernemer stelt dat hij veel moeite heeft gedaan om zorgen bij ouders weg te nemen en dat de wijziging nodig is vanwege het tekort aan opvangplekken. Daarnaast staat in de algemene voorwaarden van de opvangovereenkomst dat er wijzigingen kunnen plaatsvinden in de koppeling van scholen, of gedeelten daarvan, aan bso-locaties. De commissie oordeelt dat in de overeenkomst de huidige bso-locatie duidelijk als opvang-locatie vermeld staat. De consument heeft goed onderbouwd wat de overwegingen zijn voor de huidige locatie en de argumenten tegen de nieuwe locatie. Daarnaast zijn de redenen van ondernemer niet zwaar genoeg om de overeenkomst eenzijdig te wijzigen. Daarom verklaard de commissie de klacht gegrond.

Volledige uitspraak

Onderwerp van het geschil
De consument heeft de klacht voorgelegd aan de ondernemer.

Het geschil betreft de wijziging van de opvanglocatie van de zoon van de consument met ingang van 1 januari 2022.

Standpunt van de consument
Voor het standpunt van de consument verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het standpunt op het volgende neer.

De ondernemer heeft eenzijdig de bso-locatie in de plaatsingsovereenkomst van de zoon van de consument gewijzigd. De wijziging van de huidige locatie bso [naam huidige locatie] naar de nieuwe bso [naam nieuwe locatie] vindt plaats op zeer korte termijn (1 januari 2022). Volgens de branche voorwaarden kan dit alleen bij zwaarwegende redenen. De consument ziet deze zwaarwegende belangen niet. De wijziging heeft nadelige gevolgen voor de zoon van de consument.

De consument wil dat hun zoon opgevangen blijft worden op locatie [naam huidige locatie] omdat dit voor hem een veilige en bekende plek is. Hij is hier goed en gezond gehecht. De huidige locatie is niet zijn schoollocatie en geeft daarmee een door de consument zeer gewenste afwisseling van omgeving gedurende drie schooldagen in de week. Hij hier kan spelen met andere kinderen dan enkel met zijn schoolgenootjes. Er zijn tevens oudere kinderen om zich aan op te trekken. Daarnaast heeft de huidige locatie een grote diversiteit aan activiteiten in verschillende ruimtes. Tot slot voert de consument aan dat de zoon t.z.t. een plek zou krijgen op de [naam locatie 2]. Door wijziging van de opvanglocatie zal dit ook niet doorgaan. De consument heeft geen enkele zwaarwegende reden gehoord vanuit de ondernemer om niet aan deze wens tegemoet te komen. Ter zitting voert de consument aan dat niet alleen sprake is van een locatiewijziging, maar ook van een visiewijziging van opvang. In de nieuwe vorm is sprake van een IKC, iets wat de consument juist niet wenst. Ook is er geen sprake meer van gemengde opvang van verschillende scholen. In de aanvullende voorwaarden is aangegeven dat de ondernemer de opvanglocatie kan wijzigen. De consument meent dat dit in dit geval niet opgaat gelet op deze ingrijpende wijzigingen in opvang.

Standpunt van de ondernemer
Voor het standpunt van de ondernemer verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het standpunt op het volgende neer.

De ondernemer heeft de nieuwe bso-locatie gestart met twee doelen. Ten eerste het kunnen oplossen van een lange wachtlijst die er is voor de bestaande bso’s in Soest en omgeving. Deze lange wachtlijst maakt het onmogelijk om kinderen door te laten stromen vanuit de kinderdagverblijven naar de bso en ook is er geen ruimte om broertjes en zusjes van kinderen die al bij de ondernemer geplaatst zijn een plek te kunnen bieden op dezelfde bso. Ten tweede geeft de ondernemer met de opstart van een nieuwe bso invulling aan de wens, mede vanuit de gemeente en vanuit landelijke ontwikkelingen, om intensiverende samenwerkingen aan te gaan met het onderwijs. In augustus 2021 heeft de ondernemer de desbetreffende ouders van de kinderen die nu opgevangen worden op de locatie bso [naam huidige locatie] (waar ook de zoon van de consument wordt opgevangen), over de voornemens van een nieuwe bso geïnformeerd. Hierop zijn vanuit een aantal ouders zorgen en vragen ontvangen. In de afgelopen maanden is de ondernemer veelvuldig met ouders in gesprek geweest, onder andere door persoonlijke gesprekken en een ouderavond.
Naar aanleiding van deze gesprekken heeft de ondernemer al het mogelijke gedaan om zorgen en vragen bij ouders weg te nemen. Ook zijn aanpassingen gedaan in de oorspronkelijke startdatum en in de leeftijdscategorie van de kinderen die gaan starten op de nieuwe bso.

Juist vanwege het grote landelijke en lokale tekort aan opvangplekken heeft de ondernemer in zijn voorwaarden benoemd dat wijzigingen zouden kunnen plaatsvinden in de koppelingen van scholen, of gedeelten daarvan, aan bso-locaties. Deze voorwaarde is ook opgenomen in de plaatsingsovereenkomst van het kind van de consument en was de consument bekend. Dit maakt dat geen sprake is van een wijziging van de overeenkomst. De ondernemer stelt zich op het standpunt dat niet in strijd met de algemene voorwaarden is gehandeld. Maar ook indien de aanpassing van locatie zou worden aangemerkt als een wijziging van de overeenkomst, is de ondernemer van mening dat dit niet in strijd is met de algemene voorwaarden. Het staat de ondernemer namelijk vrij om de overeenkomst eenzijdig te wijzigen op grond van zwaarwegende redenen. Gelet op het tekort aan opvangplekken in de omgeving van Soest en ook landelijk, is het noodzakelijk om nieuwe opvangplekken te creëren. Hier geeft de ondernemer invulling aan door enerzijds een nieuwe bso te openen en anderzijds nieuwe plekken te creëren op een bestaande bso. Het openen van een nieuwe bso past in het beleid van de ondernemer om voor bso’s zo veel als mogelijk samen te werken met scholen. Dit beleid wordt aangemoedigd door de gemeente en is een landelijke ontwikkeling. In de regio Soest, maar ook op veel andere plekken in Nederland, is er een groot tekort aan plekken op de bso. De ondernemer is van mening dat gelet op hetgeen hierboven is aangevoerd geen reden bestaat om gehoor te geven aan het verzoek van de consument om de zoon van de consument niet over te plaatsen naar de nieuwe locatie.

Beoordeling van het geschil
De commissie heeft het volgende overwogen.

Algemeen rechtsbeginsel en tevens uitgangspunt in het overeenkomstenrecht is dat gemaakte afspraken onverkort nagekomen dienen te worden en dat een contractspartij een overeenkomst niet eenzijdig kan wijzigen.

Dit kan anders zijn wanneer:
1. de desbetreffende overeenkomst of de daarvan deel uitmakende algemene voorwaarden een bepaling bevat(ten) die een zodanige wijziging toestaat;
2. zonder een dergelijke bepaling de ene contractpartij een wijziging voorstelt en de andere contractspartij daarmee instemt;
3. het naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is dat een overeenkomst in ongewijzigde vorm in stand blijft.

Een en ander geldt ook voor deze zaak.

De vraag die door de commissie beantwoord dient te worden is tweeledig; enerzijds of, gelet op hetgeen tussen partijen is overeengekomen, de wijziging van locatie reeds in de overeenkomst besloten lag en derhalve geen wijziging van het contract oplevert en zo hiervan geen sprake is, of op grond van zwaarwegende redenen door de ondernemer tot eenzijdige wijziging van het contract mocht worden overgegaan.

Tussen partijen is niet in geschil dat de overeenkomst tussen partijen rechtsgeldig tot stand is gekomen en dat daarop de algemene voorwaarden van de ondernemer van toepassing zijn. Artikel 15, eerste lid, van die voorwaarden kent aan de ondernemer het recht toe de overeenkomst eenzijdig te wijzigen op grond van zwaarwegende redenen. Zwaarwegende redenen zijn volgens dat artikellid in ieder geval wijziging van wet- en regelgeving dan wel bedrijfseconomische omstandigheden die de continuïteit van de locatie waar het kind is geplaatst in gevaar brengen.

Daarnaast zijn de aanvullende voorwaarden van de ondernemer op deze overeenkomst van toepassing, welke een aanvulling vormen op artikel 5 van de algemene voorwaarden. Artikel 5 van de algemene voorwaarden beschrijft het aanbod dat door de ondernemer naar aanleiding van een aanmelding wordt gedaan aan ouders. Ingevolge lid 2 van dit artikel bevat het aanbod onder meer gegevens over de beschikbare opvangsoort en de beschikbare locatie.

Bij brief van 11 januari 2021 is aan de consument een aanbod gedaan zoals bedoeld in artikel 5 van de algemene voorwaarden. Hierin wordt aangegeven dat aan de zoon van de consument een plek wordt aangeboden op bso [naam huidige locatie], de huidige opvanglocatie. Ook in de bij deze brief gevoegde overeenkomst wordt vermeld dat de opvanglocatie bso [naam huidige locatie] is. Verder wordt in de overeenkomst vermeld dat de ondernemer gerechtigd is wijzigingen aan te brengen in de koppelingen van scholen, of gedeelten daarvan, aan buitenschoolse opvangcentra en dat dit kan betekenen dat een kind verhuist naar een andere locatie.

In de wet zijn enkele artikelen opgenomen die de bescherming regelen van een consument als het om door de ondernemer gehanteerde algemene (aanvullende) voorwaarden gaat. Artikel 6:233 BW bepaalt:
“Een beding in algemene voorwaarden is vernietigbaar A. Indien het gelet op de aard en de overige inhoud van de overeenkomst, de wijze waarop de voorwaarden tot stand zijn gekomen, de wederzijds kenbare belangen van partijen en de overige omstandigheden van het geval onredelijk bezwarend is voor de wederpartij; ”. Voor consumenten gelden de bepalingen inzake de zogeheten ‘zwarte’ en ‘grijze’ lijst, opgenomen in respectievelijk de artikelen 6:236 en 6:237 van het Burgerlijk Wetboek (BW).

In het gedane aanbod en op de plaatsingsovereenkomst uit januari 2021 is als bso-locatie uitdrukkelijk de huidige locatie vermeld. De consument heeft in het verweerschrift en ter zitting aangegeven en toegelicht waarom de keuze is gemaakt voor de huidige bso-locatie en waarom bezwaren bestaan tegen de wijziging van locatie. Het betoog van de consument voor de keuze voor de huidige locatie en bezwaren tegen de nieuwe locatie is door de ondernemer onvoldoende weersproken. De consument heeft voldoende aannemelijk gemaakt dat, bezien tegen de achtergrond van de gemaakte afspraken en de motieven die hem destijds tot zijn keuze hebben geleid, de opvang op de huidige locatie niet als gelijkwaardige opvang aan de overeengekomen huidige opvang kan worden beschouwd. Erkend door de ondernemer is immers dat de kinderen op de nieuwe locatie niet gemengd zullen zijn met kinderen van andere scholen en de doorstroom naar [naam locatie 2] niet langer tot de mogelijkheden behoort, zaken die voor de consument van belang zijn. Ook de door de consument genoemde visiewijziging van opvang naar een IKC-voorziening, waar de consument bewust niet voor heeft willen kiezen, is door de ondernemer niet weerlegd of weersproken.

De commissie is gelet hierop van oordeel dat de bepaling in de aanvullende voorwaarden dat de ondernemer bij wijziging van de koppeling van school aan bso-vestiging zich het recht voorbehoudt de opvanglocatie van kinderen te wijzigen in dit geval, met name gelet op de wederzijds kenbare belangen van partijen, onredelijk bezwarend is. De bewuste bepaling in de aanvullende voorwaarden mist derhalve toepassing in de verhouding tussen de ondernemer en de consument. De ondernemer is op grond van de bepaling in de aanvullende voorwaarden en de plaatsingsovereenkomst niet gerechtigd tot wijziging van de opvanglocatie over te gaan.

De commissie is verder van oordeel dat de ondernemer evenmin gerechtigd is tot eenzijdige wijziging van de overeenkomst wegens zwaarwegende redenen. Hoewel de commissie de motieven van de ondernemer om tot een wijziging van koppelingen aan scholen en opvanglocaties te komen alleszins kan begrijpen en de hiervoor door de ondernemer aangevoerde redenen ook duidelijk zijn, is geen sprake van zwaarwegende redenen, zoals bedoeld in artikel 15 van de Algemene Voorwaarden. Er is immers niet gesteld noch gebleken dat sprake is van wijziging van wet- en regelgeving dan wel bedrijfseconomische omstandigheden die de continuïteit van de locatie waar het kind van de consument is geplaatst in gevaar brengen. De door de ondernemer beoogde wijzigingen dienen op vrijwillige basis dan wel voor toekomstige contracten te worden ingevoerd. Er is geen gerechtvaardigde grond bestaande overeenkomsten hiervoor te wijzigen.

De commissie merkt volledigheidshalve op, zoals ook in het verweer van de ondernemer aangevoerd, dat voor andere kinderen van de consument, indien deze in de toekomst eveneens bij de ondernemer opvang zullen gaan genieten, wel de nieuwe regels van toepassing zullen zijn en deze dus niet bij de zoon van de consument geplaatst hoeven te worden.

Derhalve wordt als volgt beslist.

Beslissing
De commissie:

– verklaart de klacht van de consument gegrond;
– bepaalt dat het contract tussen de consument en de ondernemer in stand blijft in zoverre dat de opvanglocatie bso [naam huidige locatie] betreft.
– bepaalt dat de ondernemer aan de consument veertien dagen na de verzenddatum van dit bindend advies een bedrag van € 25,– vergoedt ter zake van het door hem betaalde klachtengeld.

Aldus beslist door de Geschillencommissie Kinderopvang, bestaande uit de heer mr. A.R.O. Mooy, voorzitter, mevrouw drs. J.W. Rutjens MPA, de heer drs. H. Grachten, leden, in aanwezigheid van mevrouw mr. M. Gardenier, secretaris, op 20 december 2021.