Commissie: Webshop
Categorie: Ontbinding
Jaartal: 2019
Soort uitspraak: -
Uitkomst: -
Referentiecode:
118289
De uitspraak:
Onderwerp van het geschil
Het geschil betreft het functioneren van de door de consument voor een bedrag van € 1.765,– (inclusief montagekosten) op 19 oktober 2017 bij de ondernemer aangeschafte bakfiets.
De consument heeft op 18 mei 2018 de klacht schriftelijk voorgelegd aan de ondernemer.
Standpunt van de consument
Het standpunt van de consument luidt in hoofdzaak als volgt.
De bakfiets heeft van het begin af aan gebreken vertoond. Het begon met een krakend, schavend geluid, kort daarna ging de handrem kapot en in de maanden daarna zijn op meerdere momenten spaken in het achterwiel defect geraakt.
De lokale fietsenmaker heeft de consument verteld dat de stevigheid uit het achterwiel is en dat dit wiel vervangen moet worden voor een juiste werking van de fiets. Aangezien in dat wiel ook de motor ingebouwd zit is dit voor de consument een onmogelijke uitgave.
De consument stelt zich op het standpunt geen deugdelijk product geleverd te hebben gekregen. De lokale fietsenmaker heeft inmiddels op kosten van de ondernemer reparaties aan de fiets uitgevoerd. In mei 2018 heeft de consument de ondernemer gesommeerd de fiets te herstellen dan wel te vervangen. Hierop is geen reactie gekomen, waarna de consument de ontbinding van de koopovereenkomst heeft ingeroepen.
De consument wil dat de koop wordt ontbonden.
Ter zitting heeft de consument toegelicht dat hij het vertrouwen in de ondernemer kwijt is. Diens aanbod om de bakfiets op te halen en gerepareerd te retourneren is pas gekomen nadat alle door de consument aan hem gestelde termijnen door de ondernemer waren overschreden zonder inhoudelijk op de klachten van de consument in te gaan. Dit terwijl de problemen met de bakfiets zich onverminderd zijn blijven aandienen. De consument heeft bonnen getoond van werkzaamheden die recentelijk nog, voor zijn eigen rekening, aan de bakfiets zijn uitgevoerd.
Aanvankelijk wilde de consument nog wel in praktische oplossingen denken, maar nu wil hij gewoon zijn geld terug, desnoods met aftrek van een deel ervan voor de tijd die hij wel van de bakfiets gebruik heeft kunnen maken.
Standpunt van de ondernemer
Het standpunt van de ondernemer luidt in hoofdzaak als volgt.
De ondernemer heeft de consument een duidelijke oplossing geboden inhoudende dat de bakfiets geheel kosteloos zou worden gerepareerd, waartoe de ondernemer hem bij de consument zou komen ophalen. Dit is in de brief van 21 juni 2018 bevestigd, evenals het feit dat de consument van dit aanbod geen gebruik wilde maken.
De ondernemer heeft gedaan wat binnen zijn vermogen lag. De consument is naar zijn mening alleen uit op terugbetaling van het aankoopbedrag.
Beoordeling van het geschil
De commissie heeft het volgende overwogen.
Een consument mag bij aankoop van een artikel verwachten dat dit voor normaal gebruik geschikt is. Een bakfiets is bedoeld om zonder noemenswaardige problemen tot transport te dienen. Dit impliceert ook voldoende bedrijfszekerheid alsmede veiligheid.
De ondernemer heeft een product geleverd dat niet voldoet aan de verwachtingen die de consument hier redelijkerwijs van mocht hebben. Al snel na de levering deden zich klachten voor. Herstelwerkzaamheden hebben hierin onvoldoende verandering gebracht. De afgelopen maand is de consument alweer een aantal keren bij de lokale fietsenmaker geweest met de bakfiets. De lokale fietsenmaker heeft hem aangeraden een structurele oplossing te zoeken nu de stevigheid inmiddels uit het wiel is en dit dan ook moet worden vervangen, met alle kosten vandien. Dit is onaanvaardbaar bij een product van deze aanschafprijs en deze ouderdom. Op de ingebrekestelling van de consument reageerde de ondernemer pas inhoudelijk nadat de consument al de ontbinding had ingeroepen.
De consument kan dus met vrucht een beroep doen op zijn recht tot ontbinding van de koopovereenkomst. De vraag of er een correctie oud voor nieuw plaats moet vinden beantwoordt de commissie ontkennend. Dit omdat er enerzijds van aanvang af problemen zijn geweest met de bakfiets die nooit afdoende zijn verholpen en anderzijds de consument op eigen kosten inmiddels ook alweer enkele herstellingen heeft laten verrichten. Bepaald zal dus worden dat de consument de gehele aankoopprijs, inclusief de door hem betaalde montagekosten, terug dient te krijgen.
De klacht is gegrond.
Derhalve wordt als volgt beslist.
Beslissing
De overeenkomst tussen partijen wordt ontbonden. De ondernemer is gehouden tot terugbetaling aan de consument, binnen vier weken na de datum van verzending van deze beslissing, van een bedrag van € 1.765,–. De consument dient hier tegenover de bakfiets beschikbaar te stellen zodat de ondernemer die bij hem kan komen ophalen.
Nu de ondernemer in het ongelijk is gesteld dient deze aan de consument € 27,50 uit hoofde van klachtengeld te vergoeden.
Overeenkomstig het reglement van de commissie is de ondernemer aan de commissie behandelingskosten verschuldigd.
Aldus beslist door de Geschillencommissie Webshop, bestaande uit
mr C.H. van Breevoort-de Bruin, voorzitter,
mr P. Rijpstra en mr. J.M. Sier, leden, op 14 augustus 2018