Ondernemer heeft onterecht cosmetische behandeling verricht en moet vergoeding betalen

De Geschillencommissie




Commissie: Uiterlijke verzorging    Categorie: (On)zorgvuldigheid    Jaartal: 2021
Soort uitspraak: bindend advies   Uitkomst: gegrond   Referentiecode: 43045/49517

De uitspraak:

Waar gaat de uitspraak over

De consument klaagt over de teennagel behandeling door de ondernemer. De behandeling bij de ondernemer verliep niet soepel, zij liet telkens wat vallen en kon de nagels soms niet knippen. Vijf dagen na de behandeling liet een gel nagel los. De consument heeft die dag telefonisch contact gehad met de ondernemer, omdat op korte termijn geen nieuwe afspraak mogelijk was, wil de consument het betaalde terugontvangen. De ondernemer geeft aan dat zij werkzaam is als medisch pedicure en niet als cosmetisch pedicure. Het was de consument haar keuze om een cosmetische pedicure te doen in plaats van een medische noodzakelijke behandeling. De ondernemer wilde naar een oplossing zoeken, maar is daar niet voor in de gelegenheid gesteld door de consument. De commissie oordeelt dat de ondernemer geen cosmetische behandeling had moeten verrichten bij de consument, aangezien zij daarin niet gespecialiseerd is. De commissie sluit niet uit dat er direct verband is tussen de het loslaten van de nagel en de behandeling door de ondernemer. De ondernemer moet het betaalde aan de consument terugbetalen. De klacht is gegrond.

Volledige uitspraak

Onderwerp van het geschil
Het geschil betreft de behandeling van teennagels.

Standpunt van de consument
Voor het standpunt van de consument verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het standpunt op het volgende neer.

De twee grote teennagels van de consument braken constant af. Daarvoor is zij twee jaar onder behandeling geweest bij een medisch pedicure. In verband met een verhuizing kwam de consument voor een eerste behandeling bij de ondernemer welke behandeling ruim twee uur heeft geduurd.

De behandeling verliep niet soepel; de ondernemer liet telkens wat vallen en kon de nagels soms niet knippen. Bij thuiskomst heeft de consument de nagels zelf bij moeten knippen en vijlen.

De behandeling van de prothesenagels ; schoonmaken van de nagelriemen en vooral het plaatsen van een doekje tussen nagel en teen, ging vele malen mis en deed verschrikkelijk veel pijn en veroorzaakte een bloeding. Nadat er speciale gel was aangebracht bleek het een hobbelige bende en heeft de ondernemer op verzoek van de consument een en ander gladder gemaakt. Op advies van de ondernemer heeft de consument voor haar kalknagels tevens druppels gekocht.

Vijf dagen na de behandeling liet een gel nagel los. Die dag, een zondag, heeft de consument telefonisch contact gehad met de ondernemer en is getracht een afspraak te maken op de komende dinsdag maar in verband met een afspraak met de tandarts kon de consument van die gelegenheid geen gebruik maken. Omdat op korte termijn een andere afspraak niet mogelijk bleek, heeft de consument tevergeefs voorgesteld het aan de ondernemer betaalde terug te ontvangen. Immers, zij was ontevreden, had betaald voor iets dat niet werkt en was genoodzaakt die dinsdag naar een andere pedicure te gaan.

Die constateerde ontstoken teennagels en kon niet begrijpen waarom de ondernemer doekjes tussen de nagels en de huid had aangebracht.

De consument voelt zich absoluut niet gehoord door de ondernemer en verzoekt terugbetaling van € 114,– alsmede een schadevergoeding.

Standpunt van de ondernemer
Voor het standpunt van de ondernemer verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het standpunt op het volgende neer.

Zoals blijkt uit de website van [naam ondernemer], staat er duidelijk vermeld dat de ondernemer werkzaam is als medisch pedicure en niet als cosmetisch pedicure. De ondernemer heeft de consument er ook gewezen dat zij geen cosmetisch behandelingen uitvoert.

De ondernemer constateerde bij de consument een scheefgroei van beide tenen (hallux) die aan de laterale zijden rood gekleurd waren. Dit kan wijzen op wrijving tussen de hallux en digiti 2.

De consument heeft bij aanvang van de behandeling bewust gekozen voor een nagelreparatie en expliciet verzocht om nagels aan te brengen om de problemen aan haar beide tenen te verbergen. Het is dus haar keuze geweest om een cosmetische ingreep te doen in plaats van een medische noodzakelijke behandeling te laten verrichten.

Vervolgens is in overleg besloten een nagelreconstructie en gelnagels (Glamlac) aan te brengen.
Hiervoor moest eerst de nagellak en gel verwijderd worden door middel van een pedicure behandeling. De behandeling duurde meer dan twee uur. Daarnaast is een product tegen kalknagels geadviseerd en aan de consument verkocht.

Omdat een van de nagel los liet heeft de consument gebeld en is aangeboden haar de komende dinsdag te zien. De consument was echter verhinderd.
De ondernemer is niet ingegaan op het voorstel de consument € 114,– terug te betalen omdat zij eerst in de gelegenheid wenste te worden gesteld de tenen te bekijken en te trachten de klacht te verhelpen.
De consument is echter naar een andere pedicure gegaan en heeft zich daar laten behandelen.

De ondernemer had graag met de consument naar een oplossing willen zoeken maar is daartoe niet in de gelegenheid gesteld.
Verzocht wordt dan ook de klacht ongegrond te verklaren.

Beoordeling van het geschil
De commissie heeft het volgende overwogen.

Het tijdens de behandeling plaatsen van copoline doekjes tussen nagels en huid is, hoewel soms pijnlijk, wel gebruikelijk en kan de ondernemer niet worden verweten.

Naar het oordeel van de commissie had de ondernemer in deze echter geen cosmetisch behandeling moeten uitvoeren.

Zij voert zelf aan medisch pedicure te zijn en geen cosmetische behandelingen te verrichten omdat zij daar geen opleiding voor heeft genoten en er niet handig in is. De omstandigheid dat de consument met een dergelijke behandeling heeft ingestemd kan daar niet aan afdoen. Als vakbekwaam handelend medisch pedicure had zij zulks desondanks – na het zien van de tenen van de consument – niet moeten doen en is op dit punt dan ook tekort geschoten.

De commissie sluit dan ook niet uit dat er een rechtsreeks verband is tussen het loslaten van de door de ondernemer aangebrachte nagel en de behandeling door de ondernemer.

De door de consument verzochte terugbetaling van de behandeling ten bedrage van € 114,– komt de commissie als vergoeding dan ook redelijk voor. Daarmee is de consument wat betreft de schade voldoende gecompenseerd.

Immers, met de ondernemer is de commissie van oordeel dat de consument de ondernemer in de gelegenheid had moeten stellen een en ander te bezien en de mogelijkheid had moeten krijgen voor herstel.

De noodzaak om die bewuste dinsdag of onmiddellijk naar een andere pedicure te gaan is niet dan wel onvoldoende gebleken. Mocht dit wel het geval zijn geweest dan had de consument er voor kunnen en wellicht zelfs moeten kiezen haar afspraak met de tandarts af te zeggen om zo gebruik te kunnen maken van de door de ondernemer geboden mogelijkheid die dinsdag langs te komen.

Dat in redelijkheid niet van de consument gevergd kon worden die afspraak met de tandarts af te zeggen heeft de consument niet gesteld en is ook overigens niet gebleken.

Die keuze van de consument komt dan ook voor rekening en risico van de consument.

Het voren overwogene brengt dan ook met zich mee dat de commissie de de door de consument verzochte vergoeding van de overige (gevolg) schade zal afwijzen. Nog afgezien van de omstandigheid dat deze onvoldoende is onderbouwd.

Op grond van het voorgaande is de commissie van oordeel dat de klacht gegrond is.

Derhalve wordt als volgt beslist.

Beslissing
De commissie verklaart de klacht gegrond en bepaalt dat de ondernemer binnen een maand na verzending van deze uitspraak aan de consument € 114,– zal betalen.

Bovendien dient de ondernemer overeenkomstig het reglement van de commissie een bedrag van € 52,50 aan de consument te vergoeden ter zake van het klachtengeld.

Overeenkomstig het reglement van de commissie is de ondernemer aan de commissie behandelingskosten verschuldigd.

Aldus beslist door de Geschillencommissie Uiterlijke Verzorging, bestaande uit de heer mr. N. Schaar, voorzitter, mevrouw C.G.A. van Giersbergen van Velthuijsen, de heer mr. C.A. Bontje, leden, op 4 maart 2021.