Commissie: Kinderopvang
Categorie: Informatie
Jaartal: 2021
Soort uitspraak: bindend advies
Uitkomst: Ongegrond
Referentiecode:
63730/70289
De uitspraak:
Waar gaat de uitspraak over
Het geschil gaat over de informatieverstrekking aan de oudercommissie in het kader van het adviestraject over de geplande tariefstijging 2021. Volgens de oudercommissie is er onvoldoende achtergrondinformatie gegeven, waardoor het niet mogelijk was om een juist advies uit te brengen. De ondernemer stelt dat de oudercommissie voldoende en op tijd is voorgelicht over de tariefverhoging. Telkens als er vragen werden gesteld vanuit de oudercommissie heeft de ondernemer hierop een reactie gegeven. De commissie concludeert dat de ondernemer de adviesaanvraag summier heeft opgebouwd, maar dat vervolgens wel snel en duidelijk op de vragen van de oudercommissie is gereageerd. De ondernemer heeft voldoende handvaten gegeven aan de oudercommissie om haar advies uit te brengen. De klacht is ongegrond.
Volledige uitspraak
Onderwerp van het geschil
De oudercommissie heeft de klacht voorgelegd aan de ondernemer.
Het geschil betreft de informatieverstrekking aan de oudercommissie in het kader van het adviestraject over de voorgenomen tariefstijging 2021.
Standpunt van de oudercommissie
Voor het standpunt van de oudercommissie verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het standpunt op het volgende neer.
De oudercommissie klaagt over de manier waarop zij door de ondernemer is geïnformeerd in het kader van het adviestraject over de tariefverhoging 2021. De oudercommissie is van oordeel dat zij onvoldoende achtergrondinformatie heeft ontvangen over de tariefverhoging, waardoor zij zich niet in staat achtte om een gedegen advies uit te brengen. De oudercommissie is van oordeel dat zij allereerst meer informatie had moeten krijgen over de opbouw van het nieuwe tarief. Er werd bijvoorbeeld geen informatie verstrekt over huisvestingskosten en loonkosten, waardoor een vergelijking voor de oudercommissie niet mogelijk was. Ten tweede is de oudercommissie van oordeel dat zij meer informatie had moeten krijgen over de redenen waarom het tarief werd verhoogd. Door de ondernemer is slechts aangegeven dat marges niet zijn gehaald in het vorige jaar en er is bijvoorbeeld geen relatie gelegd tussen de kosten, tariefstijging, pedagogische en overige kwaliteit van de opvang.
De oudercommissie heeft in haar klachtbrief nog een tweede klachtonderdeel geformuleerd. Dit betrof de ingangsdatum van de tariefwijziging. De ingangsdatum was volgens de oudercommissie niet in lijn met de algemene voorwaarden. De ingangsdatum is inmiddels door de ondernemer gewijzigd, waardoor deze in lijn is gebracht met de algemene voorwaarden. Dit klachtonderdeel van de oudercommissie is dan ook ingetrokken.
De oudercommissie geeft aan dat doordat er geen fysieke bijeenkomsten konden zijn er veel per e-mail is gegaan, en dat mogelijk mede de oorzaak is van opgelopen irritatie tussen partijen.
Standpunt van de ondernemer
Voor het standpunt van de ondernemer verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het standpunt op het volgende neer.
Allereerst voert de ondernemer aan dat de klacht van de oudercommissie niet eerst bij de ondernemer is ingediend.
Inhoudelijk voert de ondernemer het volgende aan. De ondernemer heeft de oudercommissie voldoende voorgelicht en heeft dit ook tijdig gedaan. In een online oudercommissievergadering voorafgaand aan de adviesaanvraag heeft de ondernemer aangegeven dat de tariefverhoging voor 2021 tussen de 4,2% – 5,5% zou uitkomen. Deze stijging is in lijn met de prognoses van de brancheorganisatie. Verder stelt de ondernemer dat het effect van de tariefsverhoging voor ouders gering is aangezien het maximum uurtarief waarover kinderopvangtoeslag wordt toegekend eveneens stijgt met 3,5%.
Het materiaal dat voor een vergelijking voorhanden was, kwam uit de financiële gegevens van 2018 en 2019. Deze gegevens zijn overgelegd aan de oudercommissie. Telkens als er vragen werden gesteld vanuit de oudercommissie heeft de ondernemer hierop een reactie gegeven. De oudercommissie heeft hem verzocht een vergelijking te maken op basis van het model van Wonderberk. Dit heeft de ondernemer gedaan en aan de oudercommissie voorgelegd.
De ondernemer stelt dat door de opstelling van de oudercommissie bij hem het vertrouwen in goede samenwerking fors is afgenomen.
Beoordeling van het geschil
De commissie heeft het volgende overwogen.
Ontvankelijkheid
De ondernemer heeft aangevoerd dat de klacht van de oudercommissie niet eerst bij de ondernemer is ingediend. De commissie ziet deze stelling als een niet-ontvankelijkheidsverweer.
De commissie is van oordeel dat de oudercommissie ontvankelijk is in haar klacht. Het doorlopen van een interne klachtenprocedure kan in redelijkheid niet worden verlangd van de oudercommissie, nu er lopende het adviestraject steeds contact is geweest tussen de oudercommissie en de ondernemer over het onderwerp van de klacht en partijen er niet uit zijn gekomen. Tevens is het klachtenreglement van de ondernemer toegespitst op de ouder en niet op de oudercommissie. De commissie is dan ook van oordeel dat de klacht conform art. 6 lid 2 van het Reglement Geschillencommissie Kinderopvang in behandeling kan worden genomen.
Informatievoorziening oudercommissie
De ondernemer moet op grond van artikel 1.60 lid 1 sub f Wet Kinderopvang de oudercommissie in de gelegenheid stellen om advies uit te brengen over tariefwijzigingen. Op grond van lid 5 van artikel 1.60 Wet Kinderopvang dient de ondernemer de oudercommissie tijdig en desgevraagd schriftelijk alle informatie te verstrekken die voor de vervulling van haar taak redelijkerwijs nodig is.
Van de ondernemer mag op basis van bovenstaande worden verwacht dat hij de oudercommissie zodanig informeert over de onderbouwing voor de prijsverhoging dat de oudercommissie redelijkerwijs een gemotiveerd advies kan uitbrengen.
Anderzijds kan van de oudercommissie worden verwacht dat zij op een juiste en volledige manier aangeeft welke informatie nodig wordt geacht om een advies tot stand te kunnen brengen.
De commissie is van oordeel dat de ondernemer de adviesaanvraag summier heeft onderbouwd, ook indien daarbij de prognoses die hij in het voortraject naar de adviesaanvraag met de oudercommissie heeft gedeeld, worden meegewogen. De ondernemer heeft vervolgens in het e-mail contact steeds snel gereageerd op de vragen van de oudercommissie. In haar e-mail d.d. 8 december 2020 vraagt de oudercommissie naar de opbouw van de tariefstelling, verdeeld over een aantal kostenposten. De ondernemer geeft met zijn e-mail d.d. 9 december 2020 inzicht in de ontwikkeling van de kosten (2019 ten opzichte van 2018) op een aantal van de door de oudercommissie aangegeven kostenposten. De ondernemer motiveert aan de oudercommissie dat hij geen recentere cijfers kan delen.
De commissie is van oordeel dat de ondernemer daarmee voldoende handvaten heeft gegeven aan de oudercommissie om haar advies uit te brengen. De commissie heeft daarbij mede overwogen:
– Dat het adviestraject ziet op de wijziging in de tariefstelling; de commissie is van oordeel dat de opbouw van het uurtarief in deze context minder van belang is.
– Dat de oudercommissie verder niet concreet heeft aangegeven welke informatie zij nog mist om een advies uit te brengen.
Op grond van het voorgaande is de commissie van oordeel dat de klacht ongegrond is.
Derhalve wordt als volgt beslist.
Beslissing
De commissie:
– verklaart de oudercommissie ontvankelijk in haar klacht;
– verklaart de klacht van de oudercommissie ongegrond.
Aldus beslist door de Geschillencommissie Kinderopvang, bestaande uit mevrouw mr. drs. E.I.P.M. Weijnen, voorzitter, mevrouw drs. J.W. Rutjens MPA, de heer drs. H. Grachten, leden, in aanwezigheid van mevrouw mr. R. van den Wildenberg, secretaris, op 19 mei 2021.