Ondernemer heeft steeds zorg gedragen voor herstel; overeenkomst wordt niet ontbonden

De Geschillencommissie




Commissie: Private Lease    Categorie: (non)conformiteit    Jaartal: 2023
Soort uitspraak: bindend advies   Uitkomst: Ongegrond   Referentiecode: 198311/200690

De uitspraak:

Waar gaat de uitspraak over?

Dit geschil vloeit voort uit een private leaseovereenkomst tussen consument en ondernemer. Consument leaset een auto voor 60 maanden van ondernemer. De auto staat echter vaak in de garage, omdat het gebreken heeft. Consument vindt dat de auto ondeugdelijk is en wil het contract ontbinden. De commissie oordeelt dat ondernemer er alles aan heeft gedaan om de auto te herstellen. Ook heeft consument niet de juridische stappen genomen om het contract te laten ontbinden. De commissie verklaart de klacht ongegrond.

De uitspraak

Behandeling van het geschil
Partijen zijn overeengekomen dit geschil bij bindend advies door de Geschillencommissie Private Lease (verder te noemen: de commissie) te laten beslechten.

De commissie heeft kennisgenomen van de overgelegde stukken.

De behandeling van het geschil heeft op 23 maart 2023 te Den Haag plaatsgevonden.

Partijen zijn niet voor een mondelinge behandeling opgeroepen, omdat zij hebben aangegeven daarop geen prijs te stellen en de commissie op basis van de stukken uitspraak kan doen.

Onderwerp van het geschil
Het geschil vloeit voort uit een op 25 september 2020 tussen partijen gesloten privé leaseovereenkomst waarbij de ondernemer een [naam auto], voor de duur van zestig maanden aan de consument ter beschikking zal stellen, waartegenover de consument gehouden is maandelijks een bedrag van € 682,52 aan de ondernemer te voldoen.

De overeenkomst is uitgevoerd.

De consument heeft de klacht op 23 juli 2021 voorgelegd aan de ondernemer.

Standpunt van de consument
Voor het standpunt van de consument verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het standpunt op het volgende neer.

Reeds drie maanden na de aflevering traden er problemen op. De auto staat elke maand of om de twee maanden bij de garage voor een reparatie. De consument ondervindt daarvan veel last. Er is sprake van een ondeugdelijk product waarvoor de consument een hoge leaseprijs betaalt.

Het begon met een tikkend geluid bij het optrekken. Na de reparatie waarbij de aandrijfassen, de wiel lagers en de bouten van de ophanging werden vervangen, leek alles in orde. Kort daarna moest de 3D-cockpit worden vervangen. Dat heeft zes maanden geduurd, zodat de consument met een slecht zichtbaar display moest rijden. Hierna zijn de aandrijfassen nogmaals vervangen. Hierna werd ook de vering vervangen. Hierna wilde de auto niet aangaan en heeft de auto één maand in de garage gestaan om een weerstand van de verwarming te vervangen. Hierna deed de lader het niet meer en moest de auto weer naar de garage. Dat was op 18 december 2022.

Vanwege de vele problemen heeft de ondernemer in december 2021 het voorstel gedaan om één set winterbanden aan het pakket toe te voegen en één maandtermijn te crediteren.

Na een aanrijding ondervindt de consument problemen met de cruise control. De kosten van herstel worden op de consument verhaald, omdat sprake zou zijn van een vervormde beugel van de radar.

De aangeboden schikking van de ondernemer om de kosten van de reparatie niet in rekening te brengen als de zaak bij de commissie wordt ingetrokken, is voor de consument niet acceptabel.

De consument heeft geen vertrouwen meer in het voertuig en verlangt de ontbinding van het contract. Het gaat de consument om de ellende vanaf de aflevering. Bij het ophalen van de auto op 3 februari 2023, na het vervangen van de lader en de beugel van de cruise controle, constateert de consument een schade aan het voorportier waardoor hij weer terug naar de garage moet.

De consument heeft wel steeds vervangend vervoer gekregen, telkens een brandstof auto waarvan hij de benzinekosten kon declareren.

Standpunt van de ondernemer
Voor het standpunt van de ondernemer verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het standpunt op het volgende neer.

De stukken die de ondernemer heeft ingebracht zijn zowel als verweer en als een schikking aan te merken. Uit de stukken blijkt dat de auto gerepareerd gaat worden met een nieuwe OBC-lader.

De auto is onder garantie hersteld voor wat betreft de technische gebreken. De schade aan de steun van de radar valt daar niet onder. Die was niet eerder geconstateerd. De ondernemer is bereid de kosten van het vervangen van de radarsteun op zich te nemen als daarmee de zaak bij de commissie komt te vervallen.

Beoordeling van het geschil
De commissie heeft het volgende overwogen.

In het onderhavige geschil klaagt de consument over de talrijke – inmiddels herstelde – gebreken van de auto, waardoor hij de auto langdurig heeft moeten missen en daardoor het vertrouwen in de auto heeft verloren. Hij verlangt dat de leaseovereenkomst op die grond wordt ontbonden.

De ondernemer stelt zich op het standpunt dat alle gebreken – telkens – onder garantie zijn hersteld en dat daarmee de kous voor hem af is.

De commissie stelt voorop dat zij de onvrede van de consument gezien de lange lijst met gebreken kan begrijpen, maar ziet op dit moment onvoldoende gronden om de door de consument verlangde ontbinding uit te spreken.

Om tot ontbinding te komen, dient sprake te zijn van verzuim van de ondernemer. Echter, uit de stukken blijkt niet dat de consument de ondernemer schriftelijk in gebreke heeft gesteld en een termijn heeft gegeven voor herstel, welke de ondernemer ongebruikt heeft laten verstrijken. Ook blijkt niet dat de ondernemer niet bereid is geweest om tot herstel over te gaan, in welk geval een schriftelijke ingebrekestelling achterwege had kunnen blijven.
Integendeel, de ondernemer heeft steeds zorggedragen voor herstel onder garantie en daarbij telkens vervangend vervoer aangeboden en voor de benzinekosten betaald. De consument heeft dan wel niet steeds het genot van het gebruik van de leaseauto gehad, maar dat gemis is door de ondernemer op redelijke wijze gecompenseerd.

Evenmin is de commissie gebleken dat sprake is van gebreken die zich niet voor herstel lenen.

De omstandigheid dat na de laatste reparatie waarbij de lader is vervangen, lakschade aanwezig blijkt te zijn, is niet aan de ondernemer toe te rekenen.

Aldus is niet gebleken dat de ondernemer tekortgeschoten is in de nakoming van zijn verplichtingen uit de leaseovereenkomst, zodat er geen gronden voor de verlangde ontbinding aanwezig zijn. Daarmee is de klacht van de consument dan ook ongegrond.

Derhalve wordt als volgt beslist.

Beslissing
Het door de consument verlangde wordt afgewezen.

Aldus beslist door de Geschillencommissie Private Lease, bestaande uit de heer mr. F.C. Schirmeister, voorzitter, mr. M.T. Buiting en drs. C.J. Bal, leden, op 23 maart 2023.