Ondernemer hoeft energiebelasting op zonnepanelen consument niet te verrekenen

  • Home >>
  • Energie >>
De Geschillencommissie
Print Friendly, PDF & Email




Commissie: Energie    Categorie: Kosten    Jaartal: 2020
Soort uitspraak: bindend advies   Uitkomst: Ongegrond   Referentiecode: 28666/31725

De uitspraak:

Waar gaat de uitspraak over

Het geschil gaat over de energiebelasting op zonnepanelen. De consument neemt met zonnepanelen deel aan een project van een coöperatie, waarbij de ondernemer de energieleverancier van de consument is. De consument vindt dat de verrekening van de energiebelasting via de ondernemer zou moeten lopen, maar dit doet de ondernemer niet. De ondernemer stelt dat de coöperatie eerst een energiecontract met de ondernemer moet afsluiten, voordat de ondernemer de verrekening van de energiebelasting kan toepassen. Aangezien de coöperatie heeft aangegeven geen overeenkomst met de ondernemer aan te gaan, kan de ondernemer niet de energiebelasting met de consument verrekenen. Uit het reglement van de coöperatie blijkt dat de consument een leveringsovereenkomst bij de energieleverancier van de coöperatie moet afsluiten. De ondernemer kan dus niets betekenen voor de consument. De commissie oordeelt dat de consument gebonden is aan de afspraken zoals die gemaakt zijn binnen de coöperatie waartoe hij is toegetreden. Aangezien de coöperatie niet de mogelijkheid biedt om de energiebelasting te verrekenen op basis van een overeenkomst met de ondernemer, kan de ondernemer niet verplicht worden om dit wel te doen. De klacht is dus ongegrond.

Volledige uitspraak

Onderwerp van het geschil
De consument heeft de klacht voorgelegd aan de ondernemer.

Het geschil betreft de energiebelasting op zonnepanelen.

Standpunt van de consument
Voor het standpunt van de consument verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het standpunt op het volgende neer.

Sinds 17 april 2018 neem ik met 10 zonnepanelen deel aan het postcoderoosproject van [naam coöperatieve vereniging]. Bij de start in 2018 was de ondernemer mijn energieleverancier en dat was ook voor de rest van dat jaar van toepassing. De verrekening van de energiebelasting over het jaar 2018 zou dus via de ondernemer moeten lopen. Helaas doet de ondernemer dat niet.

De ondernemer stelt als voorwaarde dat [coöperatieve vereniging] een overeenkomst met hem sluit. Zowel van de ondernemer als van [coöperatieve vereniging] heb ik vernomen dat daarover in 2018 overleg is geweest, maar dat dit niet heeft geleid tot enig resultaat. Er is dus geen overeenkomst en het gevolg daarvan is dat ik de teruggave van de energiebelasting over 2018 ben misgelopen. De opbrengst van “mijn” 10 zonnepanelen in 2018 is 2.405 kWh. [Coöperatieve vereniging] heeft een overeenkomst met een andere leverancier en begin 2019 ben ik daarom daarnaar overgestapt om er zeker van te zijn dat ik vanaf dat moment mijn energiebelasting wel krijg terugbetaald. Maar mijn energiebelasting over 2018 krijg ik niet vergoed.

Diverse malen heb ik contact gehad met de ondernemer en zij blijven bij het standpunt dat een contract tussen de coöperatie en hem noodzakelijk is om over te gaan tot uitbetaling van de energiebelasting.
Nu lees ik op verschillende websites dat tussen de energieleveranciers grote verschillen bestaan in de wijze van verrekening van deze energiebelasting. De ene leverancier vraagt de coöperatie om lijvige contracten te tekenen, terwijl een andere leverancier deze uitbetaalt zonder een contract te sluiten. Kennelijk behoort de ondernemer tot de eerste categorie. Door deze – in mijn ogen – bureaucratische barrière loop ik geld mis.

Graag zie ik dat de geschillencommissie een uitspraak doet over deze gang van zaken en dat de ondernemer alsnog overgaat tot uitbetaling van de energiebelasting over 2018. Financieel maakt het voor de ondernemer niets uit, maar mij als milieubewuste consument kost het geld. Dat kan toch niet de bedoeling zijn.

Standpunt van de ondernemer
Voor het standpunt van de ondernemer verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het standpunt op het volgende neer.

De consument heeft aangegeven dat hij zich vanaf 25 maart 2018 heeft aangesloten bij [naam coöperatieve vereniging], door 10 zonnepanelen aan te schaffen volgens de postcoderoos regeling. De consument stelt dat wij vanaf het moment dat hij de melding van zijn deelname aan [coöperatieve vereniging] bekendmaakte, ook de verrekening van de energiebelasting bij hem moeten toepassen. De ondernemer heeft zich echter op het standpunt gesteld, dat [coöperatieve vereniging] daarvoor eerst een energiecontract met de ondernemer dient af te sluiten. Nu [coöperatieve vereniging] duidelijk heeft gemaakt deze overeenkomst niet met de ondernemer aan te willen gaan, kunnen wij ook niet de energiebelasting met de consument verrekenen. Om ons standpunt te duiden zal ik hieronder eerst kort aangeven wat de postcoderoosregeling inhoudt: Postcoderoosregeling:
Alle informatie over de postcoderoosregeling is terug te vinden op: www.postcoderoosregeling.nl. Op deze site staat vermeld wat de postcoderoos inhoudt, wanneer en hoe je ervoor in aanmerking komt en ook hoe de verrekening van de energiebelasting werkt:
“De energiebelastingvrijstelling vormt het verdienmodel voor de deelnemers. Anno 2017 is dit voordeel per opgewekte kilowattuur (kWh) € 0,1013 exclusief BTW of € 0,1226 inclusief BTW. Na afloop van een opwekjaar stelt de coöperatie vast hoeveel daadwerkelijk geproduceerde stroom er aan de participatie van elke deelnemer in het project is toe te schrijven. De coöperatie stuurt hierover een verklaring naar elk van de deelnemers in het project. Met deze gegevens gaan de deelnemers naar hun eigen energieleverancier, de leverancier van wie zij op hun huisadres de energie betrekken, zodat deze het jaarlijkse belastingvoordeel met hun kan verrekenen.”

Hieruit valt af te leiden dat de deelnemers van [coöperatieve vereniging]zich tot hun eigen energieleverancier moeten wenden voor de verrekening van de energiebelasting. De vraag van de consument is vanuit dit perspectief dan ook volkomen legitiem.

Waarom verrekenen wij deze energiebelasting dan niet met de consument. Deze vraag moet beantwoord worden door de informatie en reglementen van [coöperatieve vereniging]zelf. Hierin is opgenomen:

“U bent lid van het collectief zodra uw betaling is geaccepteerd en de ledenovereenkomst is ondertekend. De ledenovereenkomst is bijgevoegd. Indien u nog geen energieklant van [energieleverancier] bent staan wij erop dat u alsnog overstapt naar [energieleverancier]. De reden van deze verplichting is tweeledig: het is in uw eigen voordeel omdat niet iedere energieleverancier meewerkt aan terugbetaling van de energiebelasting en daarnaast een (geringe) bijdrage oplevert voor de moederorganisatie [coöperatieve vereniging].”

De consument had bekend moeten zijn met deze regel die vanuit [coöperatieve vereniging] aan haar deelnemers is opgelegd. De consument vraagt daarmee ten onrechte aan ons om zijn percentage aan opgewekte energie te verrekenen met de door hem betaalde energiebelasting.

In de veel gestelde vragen op de website over de postcoderoosregeling (https://www.postcoderoosregeling.nl/veelgestelde-vragen/) wordt de vraag ook beantwoord of een deelnemer aan een collectief verplicht kan worden om over te stappen. De vraag wordt als volgt beantwoord:
In de regeling wordt dit niet als voorwaarde gesteld om deel te nemen aan een PostCodeRoos project. Het is dus geen verplichting om over te stappen naar een andere energieleverancier. Dit kan echter per project verschillen. Een coöperatie kan er zelf voor kiezen om deze voorwaarde voor haar project toe te voegen.
De door de installatie opgewekte energie wordt verkocht aan een energiemaatschappij. De coöperatie kan afspraken maken met dit energiebedrijf om korting automatisch te verrekenen wanneer een deelnemer ook stroom en gas afneemt bij dit energiebedrijf. Als deelnemer kunt u er dan voor kiezen om over te stappen en stroom en gas af te nemen bij ditzelfde energiebedrijf.

Hieruit valt dan weer af te leiden dat het niet afhankelijk is van een energieleverancier of een deelnemer aan een coöperatie moet overstappen, maar dat dit door de coöperatie zo met haar leden afgesproken kan worden.

Op de site www.postcoderoosregeling.nl is ook een bijlage te vinden waarin Kamervragen beantwoord worden over de patstelling dat energiebedrijven niet mee willen werken aan de uitwerking van de postcoderoosregeling. In deze bijlage is te lezen dat energieleveranciers niet verplicht worden om mee te werken aan de postcoderoosregeling.

Er heeft een langdurige communicatie plaatsgevonden tussen de consument en ons met betrekking tot de verrekening van de energiebelasting vanuit zijn deelname aan de [coöperatieve vereniging]. Wij hebben ons altijd op het standpunt gehouden dat er eerst een overeenkomst moet zijn voor de opgewekte hoeveelheid energie door de coöperatie alvorens wij de verrekening met de consument kunnen uitvoeren.
De coöperatie zelf heeft ook in haar regels geschreven staan, dat het een vereiste is voor deelname aan de coöperatie dat er een leveringsovereenkomst gesloten dient te worden bij [energieleverancier]. Nu de consument niet aan deze regel heeft voldaan, kan hij ons niet verantwoordelijk houden voor het niet verrekend krijgen van de 2.405 kWh opgewekte hoeveelheid energie gedurende zijn leveringsovereenkomst met ons.

Beoordeling van het geschil
De commissie heeft het volgende overwogen.

De commissie onderschrijft het standpunt van de ondernemer. De consument is gebonden aan de afspraken zoals die gemaakt zijn binnen de coöperatie waartoe hij is toegetreden. Nu deze niet de mogelijkheid biedt de energiebelasting te verrekenen op basis van een overeenkomst met de ondernemer, kan de ondernemer niet verplicht worden dit te doen. De regeling is nu eenmaal zoals deze is. De klacht treft geen doel.

Op grond van het voorgaande is de commissie van oordeel dat de klacht ongegrond is.

Derhalve wordt als volgt beslist.

Beslissing
Het door de consument verlangde wordt afgewezen.

Aldus beslist door de Geschillencommissie Energie, bestaande uit de heer mr. D.J. Buijs, voorzitter, de heer mr. F.J. Pirard, de heer H.W. Zuur, leden, op 4 augustus 2020.