Ondernemer hoeft niet tegemoet te komen aan wens consument om termijnbedrag voor meerdere jaren vast te stellen op een bepaald bedrag. Termijnbedrag wordt bepaald aan de hand van het werkelijk verbruik in het achterliggende verbruiksjaar.

  • Home >>
  • Water >>
De Geschillencommissie




Commissie: Water    Categorie: Betaling    Jaartal: 2017
Soort uitspraak: -   Uitkomst: -   Referentiecode: 104420

De uitspraak:

Onderwerp van het geschil

Het geschil betreft de tweemaandelijkse termijnbetaling van € 25,– voor de levering van water.

Standpunt van de consument

Het standpunt van verbruiker luidt in hoofdzaak als volgt.

De consument is op het huidige adres sedert 6 juni 2011 aangesloten. De klacht betreft het feit dat na elke jaarnota het termijnbedrag wordt aangepast. Over 2015 kreeg de consument € 2,– terug en wordt de tweemaandelijkse termijn verlaagd van € 25,– naar € 19,–. De consument verzocht desondanks het op € 25,– te laten staan, maar er werd toch € 19,– afgeboekt.

De consument heeft dat bedrag vervolgens gestorneerd en kreeg toen bericht over een boete en dat men de wateraansluiting zou gaan afsluiten. De consument wenst het tweemaandelijkse termijnbedrag ad € 25,– of meer te laten staan. Bij ingekomen brief (ongedateerd) heeft de consument laten weten niet naar de hoorzitting te zullen komen. In die brief is het hiervoor zakelijk weergegeven standpunt nog eens herhaald.

Standpunt van de ondernemer

Het standpunt van de ondernemer luidt in hoofdzaak als volgt.

De ondernemer heeft allereerst getracht met de consument tot een schikking te komen. Deze blijkt niet tot stand gekomen te zijn.

De ondernemer wijst er voorts op, dat er naar aanleiding van de jaarafrekening in januari 2013 contact tussen partijen is geweest. Op verzoek van de consument is toen het voorschotbedrag aangepast, hetgeen ook in 2014 is gebeurd.

Ook in januari 2015 heeft de consument opnieuw contact gehad met de ondernemer over de afrekening en het nieuwe termijnbedrag. Aangegeven is dat het niet mogelijk was om het termijnbedrag voor meerdere jaren vast te zetten op € 25,– per 2 maanden.
Echter toen is op verzoek van de consument wederom het voorschotbedrag aangepast.

In 2016 gaat het echter mis. Na het verzenden van de jaarlijkse afrekening ontvangt de ondernemer geen verzoek tot aanpassing van het voorschotbedrag, maar daarentegen heeft de consument de automatische incasso van het voorschotbedrag ad € 19,01 gestorneerd.
Daarna zijn betalingsherinneringen en aanmaningen verzonden ten behoeve van het onbetaald gebleven voorschotbedrag.
Nadat op 11 juli 2016 een zgn. afsluitbrief was verzonden, komt er een reactie van de consument, die vraagt met een leidinggevende in contact te komen.
De ondernemer ontvangt kort hierop tweemaal een bedrag van € 25,–, waarbij aangegeven is dat dit voor de termijnen van april en juli 2016 zou zijn.
Daarop wordt door de ondernemer gereageerd op 28 juli 2016, maar op dat moment was er reeds een geschil bij de commissie voorgelegd. Het op 31 augustus 2016 gedane schikkingsaanbod is door de consument afgewezen. Dit voorstel was alleszins redelijk en goed onderbouwd, maar is door de non-acceptatie komen te vervallen.

Het standpunt van de ondernemer is dat, zoals ook in de toepasselijke Algemene Voorwaarden vastgelegd, het aan haar is om de hoogte van het voorschotbedrag vast te stellen en het is niet mogelijk om voor één klant dat op een andere wijze te doen, zoals deze consument wenst.

Wel kan altijd na ontvangst van de afrekening contact worden opgenomen en worden verzocht om het voorschotbedrag voor de nog komende termijnen aan te passen.

De ondernemer verzoekt de klacht van de consument ongegrond te verklaren.

Beoordeling van het geschil

De commissie heeft het volgende overwogen.

Het is een algemeen aanvaard gebruik bij energie- en waterleveranciers dat elk jaar een nieuw termijnbedrag wordt bepaald aan de hand van het werkelijke verbruik in het achterliggende verbruiksjaar, teneinde het totaal van de termijnbedragen zo veel mogelijk te laten overeenkomen met het daadwerkelijke verbruik over het gehele jaar. Reeds om die reden past het niet om een termijnbedrag voor meerdere jaren vast te zetten op een bepaald bedrag.

Indien een termijnbedrag achteraf te hoog of te laag blijkt te zijn geweest, dan wordt dit gecorrigeerd door middel van de jaarnota, op grond waarvan de consument dan geld terugkrijgt, dan wel zal moeten bijbetalen.
Op deze wijze wordt bereikt dat het werkelijke verbruik steeds achteraf correct in rekening is gebracht. De ondernemer heeft meer dan voldoende duidelijk gemaakt dat van haar niet verwacht kan worden in een individueel geval van dit vaste gebruik af te wijken, omdat het administratieve systeem daarop niet is afgestemd.

Daarnaast acht de commissie het voorstel dat door de ondernemer is gedaan tot schikking met als bijkomend effect dat de behandeling bij de commissie niet meer nodig zou zijn, alleszins redelijk en de commissie kan niet inzien waarom dit voorstel niet door de consument is geaccepteerd.

Alles overwegende acht de commissie de klacht ongegrond, zodat als volgt dient te worden beslist.

Beslissing

Het door de consument verzochte wordt afgewezen. Het depotbedrag ad € 28,02 dient aan de ondernemer te worden uitbetaald.

Aldus beslist door de Geschillencommissie Water op 4 oktober 2016.