Ondernemer is tekort geschoten in stucwerk en schilderwerk

De Geschillencommissie




Commissie: Afbouw    Categorie: (non)conformiteit    Jaartal: 2018
Soort uitspraak: bindend advies   Uitkomst: gegrond   Referentiecode: 118151

De uitspraak:

Waar gaat de uitspraak over

De consument stelt dat het stucwerk en schilderwerk rondom het huis is afgebladderd. Door het afbladderen lijkt vochtschade te zijn ontstaan. De ondernemer stelt dat zijn werk volgens het advies van de fabrikant damp open is uitgevoerd. Het probleem is nog onduidelijk. Als de fabrikant fouten ziet aan het stuc- of sauswerk dan zorgt de ondernemer voor een oplossing. Als een bouwfout of verborgen gebrek zorgt voor optrekkend vocht dan niet. De commissie oordeelt dat de ondernemer vocht had moeten meten en moeten waarschuwen voor onderliggende lagen en geringe diepte van 10-20 cm waarop werd gestuct. Nu de ondernemer dit niet heeft gedaan is hij tekort geschoten bij de uitvoering van de tussen partijen gesloten overeenkomst. De ondernemer zal dus in beginsel moeten herstellen. De commissie stelt dat partijen niet langer met elkaar door een deur kunnen. De herstelverplichting wordt daarom een schadevergoeding van de ondernemer aan de consument. De klacht is gegrond.

Volledige uitspraak

Onderwerp van het geschil
Het geschil vloeit voort uit een in 30 september 2015 gesloten overeenkomst waarbij de ondernemer zich heeft verplicht tot het uitvoeren van stucadoorswerkzaamheden.

De overeenkomst is uitgevoerd in 2016. De kosten bedroegen € 9286,45.

Standpunt van de consument
Het standpunt van de consument luidt in hoofdzaak als volgt.

Het stucwerk en schilderwerk is rondom het huis afgebladderd. Door het afbladderen lijkt vochtschade te zijn onstaan.

Standpunt van de ondernemer
Het standpunt van de ondernemer luidt in hoofdzaak als volgt.

Het werk is volgens het [naam fabrikant] advies damp open uitgevoerd.
1. Afgevreesd voor draagkracht ondergrond
2. Kalkcementgrond voorstrijk
3. UAP geheel ingegraasd
4. K 13 schuurwerk wit
5. [Naam fabrikant] pearlcoat gesausd.

Wat het probleem is, is nog onduidelijk. Als [naam fabrikant] fouten aan stuc -of saus werk ziet, zorg ik voor een oplossing. Maar als blijkt dat een bouwfout of verborgen gebrek zorgt voor optrekkend vocht dan ga ik hier mijn vrije tijd niet voor opofferen.

Deskundigenrapport
De door de commissie ingeschakelde deskundige heeft blijkens zijn rapport, voorzover thans van belang, het volgende vastgesteld.

Aan het oppervlak van het geschilderde stukadoorswerk op de gevels van de woning aan de [straatnaam] komen plaatselijk schadeplekken en opbollende c.q. afbladderende verfdelen voor.

Er is sprake van vochtschade.

Vaktechnisch oordeel

• Het oppervlak van de geschilderde gestukadoorde gevelafwerking is voorzien van een witkleurig verfsysteem. Aan de onderzijde van de gevels komt een + 30 cm hoge verdikt opgebrachte gestukadoorde plint voor. De plint is met een donker grijskleurig verfsysteem afgewerkt.

• Aan het oppervlak van de geschilderde gestukadoorde plint komen met name aan de linkerzij- en rechterzijgevel van de aanbouw en woning plaatselijk schadeplekken voor in de vorm van afschilferend verfwerk. Aan de linkerzijgevel (zuidzijde) komt alleen schade voor op plinthoogte. Aan de rechterzijgevel (noordzijde) is ook plaatselijk aan het witkleurige schilderwerk boven de plint schade op basis van afschilferende delen verf waargenomen. Tevens zijn op enkele geveldelen beschadigingen aan de plintafwerking zichtbaar. Deze zijn veroorzaakt door mechanische belasting c.q. stoten met zware voorwerpen, b.v. straatstenen.

• Daar waar de verf afschilfert komt ook witte uitslag van gekristalliseerde zouten voor. Op basis van indicatieve zoutmetingen blijkt dit zout uit sulfaten (1200 mg/L) te bestaan.

• Ter plaatse van de afschilferende delen verfwerk werd indicatief met een Hydromette Compact B vochtmeter het vochtgehalte in deze geveldelen beoordeeld. Hierbij werd geconstateerd dat er net boven het grindbed op maaiveldhoogte in deze plintdelen, voorkomende aan de zuid- en noordgevelzijde een verhoogd tot sterk verhoogd vochtgehalte aanwezig is (75 tot meer dan 100 digits). Dit impliceert dat hier in het stuc-en baksteenmetselwerk een vochtgehalte van 4,5 tot meer dan 6 gewichtsprocent voorkomt. Bij deze hoeveelheden vocht worden zouten uit het metselwerk opgelost en onder invloed van vochtonttrekking aan het oppervlak van de gevels naar de stuc- en verfafwerking getransporteerd. Het vocht kan nog wel door het dampopen karakter van het stuc- en verfsysteem verdampen, maar de zouten kristalliseren in het stucwerk en achter de verfafwerking. Dit geeft bij droging en kristallisatie van de zouten een volumevergroting en expansieve druk achter de verf. Onthechting van de verf is het gevolg.

• Het gemeten hoge vochtgehalte komt voort vanuit het maaiveld en kan als zijdelings in het geveldeel onder maaiveldniveau binnendringen dan wel via optrekkende beweging vanuit de metselwerkfundering in de gevels omhoog migreren. Dit betekent dat de gevelconstructie onder maaiveldniveau niet waterdicht is. Het nieuwe stucsysteem is slechts tot 10 á 20 cm beneden maaiveldniveau doorgezet en niet tot op de fundering. Onder de nieuwe stuclaag is aan de noordgevelzijde een oppervlak van de oude (geschilderde-) gestukadoorde afwerking waargenomen. Het is nimmer met zekerheid vast te stellen dat deze oude stuclaag vochtdicht is en hoe diep deze oude stuclaag onder maaiveldniveau is doorgezet tot op de fundering. Het beoordelen hiervan vereist dat de grond langs alle gevels tot op de fundatie wordt verwijderd.

• Aan het oppervlak van de rechterzij- en linkerzijgevelzijde werd door middel van bekloppen het gevelstucwerk gecontroleerd op hechting. Na het uitvoeren van deze test blijkt dat er aan de linkerzijgevelzijde (zuidzijde) op een drietal plekken hol klinkende plekken in de gestukadoorde afwerking voorkomen. Op basis van het klankgedrag lijkt hier de K13 toplaag te zijn onthecht vanaf de UAP raaplaag. Alleen nader uit te voeren destructief onderzoek kan dit vermoeden bevestigen.

• Het oppervlak van het geschilderde stukadoorswerk aan deze gevels ziet er op zich zeker niet slecht uit en is ruim voldoende van kwaliteit. Echter de geconstateerde vochtschade maakt dat het oppervlak hiervan plaatselijk onvoldoende van technische en esthetische kwaliteit is.

• Het stukadoren en schilderen van de gevels van deze oude woning met bouwjaar 1900 (volgens mededeling van de consument) is aangenomen en uitgevoerd op basis van het affrezen van de bestaande verflagen en het opruwen van een bestaande dunlagige stuclaag (Ardex B12 t.p.v. de aanbouw). Er is hierbij ervanuit gegaan dat het nieuwe stucwerk niet tot op de fundatie zou worden aangebracht maar slechts tot op 10 á 20 cm beneden maaiveldniveau (mededeling van de ondernemer). Hierbij gaat men er dan vanuit dat het gedeelte gevelafwerking hieronder vochtdicht is afgewerkt of dat er geen vocht in de gevelconstructie vanuit de grond of als optrekkend vocht vanuit de fundatie aanwezig is. Om dit laatste gegeven uit te sluiten dient het stukadoorsbedrijf op basis van het uitvoeren van vochtmetingen dit vooraf te onderzoeken. Dit had in situ zeker aan de rechterzijgevelzijde (noordzijde), waar langs de gehele gevellengte van + 10 meter vochtschade voorkomt, de aanwezigheid van een verhoogd vochtgehalte kunnen aantonen. Nu is er vanuit gegaan dat het nieuwe [naam fabrikant] stucsysteem en verfsysteem voldoende dampopen zou zijn om vocht en zouten door te laten. Dit is niet het geval.

• Op basis van het hier gekozen uitgangspunt voor wat betreft het herstel van de gestukadoorde gevelafwerking, zonder aandacht te besteden aan het vochtprobleem vanuit de zijde van de fundatie, kan geen hersteladvies worden gegeven waarvan de duurzaamheid is te garanderen. Immers het probleem van vochtuittreding wordt niet verholpen. Het effectief herstel van de gevelafwerking waarbij het vochtprobleem wordt verholpen is veel ingrijpender en duurder dan het nu gekozen en uitgevoerde uitgangspunt voor wat betreft het herstel van de gestukadoorde gevelafwerking.

Herstel

Advies 1
Het weggraven van de grond tot op de eerste funderingsverbreding. Het grondig verwijderen van grond- en vuilresten. Het laten drogen van dit gevelgedeelte.
Het horizontaal injecteren van de gevels tegen optrekkend vocht.
Het volledig verwijderen van de gestukadoorde afwerking vanaf de funderingsverbreding tot een gevelhoogte van 0,5 meter boven maaiveldniveau (horizontaal inslijpen tot op het metselwerk en afhakken).

Het grondig laten drogen van deze geveldelen. Het toepassen van een vocht- en zoutbestendig saneringspleistersysteem op dit onderste gedeelte deze gevels. Voorzijde nieuw pleistersysteem gelijk houden met voorzijde bestaand pleistersysteem als het bestaande pleistersysteem minimaal 20 mm dik is. Anders het nieuwe pleistersysteem met een opliggende plint aan de bovenzijde schuin afsmeren.
Het plaatselijk herstellen van de bestaande witkleurige verfafwerking.

Na volledige droging van het vernieuwde gedeelte stukadoorswerk over dit gedeelte geveloppervlak een (sol-)silicaat gebonden verfsysteem aanbrengen tot aan maaiveldniveau.
Het gedeelte gevelstucwerk dat net boven tot en met beneden maaiveld komt te liggen afwerken met een bitumen -of rubberemulsie systeem. Tegen dit geveldeel een harde kwaliteit kunststof noppenfolie aanbrengen. Voor de gevels een grindkoffer met daarin een drainagesysteem toepassen (zie TBA richtlijn 1.9 stukadoorswerk ter plaatse van -en onder het maaiveldniveau).

Advies 2 alternatief
Het afschuren van de verflagen op stucplintniveau en enkele plekken waar schade is hierboven aan het witkleurige verfsysteem.
Het voldoende laten drogen van het oppervlak van deze plekken.
Het behandelen van deze geschuurde geveldelen met een zoutneutralisatie (anti-sulfaat behandeling).
Het aanhelen van het witkleurige verfsysteem.
Het volledig opnieuw schilderen van de stucwerkplinten met een (sol-) silicaatgebonden verfsysteem.
Het behandelen van het gedeelte gevelafwerking beneden maaiveldniveau tot op de fundering met een bitumen – of rubber emulsie systeem.
Tegen dit geveldeel een harde kwaliteit kunststof noppenfolie aanbrengen. Voor de gevels een grindkoffer met daarin een drainagesysteem toepassen (zie TBA richtlijn 1.9 stukadoorswerk ter plaatse van -en onder het maaiveldniveau).

• Advies 1 is technisch en esthetisch gezien de meest duurzame oplossing. Hierbij wordt het vochttransport gestopt.

• Advies 2 alternatief, kan een oplossing zijn wanneer het meeste vocht zijdelings in de muurconstructie dringt via openingen in het oude bestaande geschilderde stucwerk beneden maaiveldniveau. Echter, dit is nimmer met zekerheid vast te stellen. Bij een nog te hoog restvochtgehalte in het metselwerk kan er wederom boven het maaiveldniveau verkleuring aan het verfsysteem ontstaan. Bij toepassing van een (sol-) silicaat gebonden verfsysteem is door zijn dampopenheid dit verkleuren echter minder snel aan de orde. Het repareren van dit type verfsysteem is ook veel eenvoudiger en zonder het ontstaan van sterk in kleur afwijkende reparatieplekken.

De herstelkosten hiervan zijn:

Op basis van advies 1

Werkzaamheden Hoeveelheid Kosten materiaal en arbeid  excl. BTW Kosten materiaal en arbeid excl. 21% BTW Kosten incl. 21% BTW
Ontgraven en afhakken 20 m² 30,00 600,00 726,00
Injecteren 20 m¹ 80,00 1600,00 1936,00
Saneringspleistersysteem 20 m² 100,00 2000,00 2420,00
Silicaatgebonden verfsysteem 10 m² 25,00 250,00 302,50
Bitumen, noppenfolie en drainage 10 m² 60,00 600,00 726,00
Totaal 6110,50

 

Op basis van advies 2 alternatief

Werkzaamheden Hoeveelheid Kosten materiaal en arbeid  excl. BTW Kosten materiaal en arbeid excl. 21% BTW Kosten incl. 21% BTW
Ontgraven 20 m² 15,00 300,00 363,00
Anti-sulfaatbehandeling en reparatie bestaand  Pearlcoat verfsysteem 22 m² 25,00 550,00 665,50
Bitumen, noppenfolie en drainage 10 m² 60,00 600,00 726,00
Totaal 1754,50

 

Beoordeling van het geschil
De commissie heeft het volgende overwogen.

De commissie neemt de bevindingen en conclusies van de deskundige over en maakt deze tot de hare.

Naar het oordeel van de commissie had de ondernemer vocht moeten meten en moeten waarschuwen voor onderliggende lagen en geringe diepte van 10-20 cm waarop werd gestuct. Nu de ondernemer dit – kennelijk – niet heeft gedaan is hij tekort geschoten bij de uitvoering van de tussen partijen gesloten overeenkomst. De ondernemer zal dus in beginsel moeten herstellen. De commissie heeft echter moeten constateren dat partijen niet langer met elkaar door een deur kunnen. En dat betekent dat de herstelverplichting zich dient op te lossen in een schadevergoeding van de ondernemer aan de consument.

Voor de vaststelling daarvan wordt aansluiting gezocht bij het bovengenoemde deskundigenrapport. Dat rapport biedt een keuze uit twee mogelijkheden: optie 1 is de aangewezen mogelijkheid voor herstel want bij een juiste uitvoering van de overeenkomst hadden de klachten van de consument kunnen worden voorkomen en deze optie biedt dit ook. Herstel volgens optie 2 lijkt slechts een tijdelijke oplossing te bieden en daarmede niet aangewezen. Wel had bij een juiste uitvoering van de overeenkomst met daarin werkzaamheden van optie 2, hetwelk nu is aangewezen voor herstel, de offerte en daarmede de prijs voor het werk, circa € 1500,– meer moeten bedragen. Dit bedrag heeft de consument – nu – uitgespaard en het is strijdig met redelijk en billijkheidsnormen indien de ondernemer dit bedrag aan de consument nu zou moeten vergoeden. Met dat bedrag zou de consument aldus ten onrechte worden verrijkt.

Uitgaande van de begroting van de deskundige komt de consument derhalve toe aan schadevergoeding een bedrag van € 6.110,50 – € 1.500,–, derhalve € 4.610,50.

Op grond van het voorgaande is de commissie van oordeel dat de klacht gegrond is.

Derhalve wordt als volgt beslist.

Beslissing
De ondernemer betaalt aan de consument een vergoeding van € 4.610,50. Betaling dient plaats te vinden binnen een maand na de verzenddatum van dit bindend advies.

Indien betaling niet tijdig plaatsvindt, betaalt de ondernemer bovendien de wettelijke rente over dit bedrag vanaf de verzenddatum van het bindend advies.

De commissie wijst het meer of anders verlangde af.

Bovendien dient de ondernemer overeenkomstig het reglement van de commissie een bedrag van € 127,50 aan de consument te vergoeden ter zake van het klachtengeld.

Overeenkomstig het reglement van de commissie is de ondernemer behandelingskosten verschuldigd.

Aldus beslist door de Geschillencommissie Afbouw, bestaande uit mr J. van der Groen, voorzitter, mr B.W. Weilers en ir. J.A.A. van Strijp, leden op 25 september 2018.