Ondernemer laat na zelf te beoordelen of reparatie onder garantie valt. Kosten reparatie voor rekening ondernemer

  • Home >>
  • Thuiswinkel >>
De Geschillencommissie
Print Friendly, PDF & Email




Commissie: Thuiswinkel    Categorie: Garantie    Jaartal: 2014
Soort uitspraak: -   Uitkomst: -   Referentiecode: 87408

De uitspraak:

Onderwerp van het geschil

Het geschil vloeit voort uit een op 27 november 2013 tussen partijen tot stand gekomen overeenkomst, waarbij de ondernemer zich heeft verplicht tot het leveren van een laptop, tegen een daarvoor door de consument betaalde prijs van € 499,–. De levering heeft kort nadien plaatsgevonden.

De consument heeft op 10 april 2014 de klacht schriftelijk voorgelegd aan de ondernemer.

Standpunt van de consument

Het standpunt van de consument luidt in hoofdzaak als volgt.

Het beeldscherm van de laptop is binnen zes maanden na aankoop kapot gegaan.

Op 3 april 2014 hebben wij de laptop ter reparatie aan de ondernemer aangeboden waarbij wij een beroep deden op de garantie. De verkoper van het filiaal van de ondernemer gaf daaraan geen gehoor omdat het zou gaan om gebruikersschade en dat daar geen garantie op wordt gegeven. Vervolgens hebben wij op 10 april 2014 een brief gestuurd aan de ondernemer en hem de mogelijkheid gegeven tot herstel van de laptop c.q. een oplossing van de klacht. In die brief hebben wij ook aangegeven dat als de ondernemer geen reactie zou geven wij het herstel door een derde zouden laten uitvoeren. Omdat wij geen reactie kregen van de ondernemer en wij niet zonder de laptop konden, hebben wij conform onze brief de reparatie op 18 mei 2014 elders laten uitvoeren en vervolgens op 19 mei 2014 de kosten daarvan bij de ondernemer ingediend. Op 5 juni 2014 gaf de ondernemer aan niet in te willen gaan op vergoeding van de reparatiekosten omdat wij de laptop ter reparatie hadden moeten aanbieden bij een reparateur van de ondernemer. In onze reactie van 12 juni 2014 hebben wij aangegeven dat wij de ondernemer voldoende mogelijkheden hebben geboden om de klacht op te lossen, maar dat daarop niet is gereageerd. Daarop heeft de ondernemer laten weten dat hij bij zijn standpunt blijft en dat hij de reparatiekosten niet aan ons wil vergoeden.

De consument verlangt een vergoeding van de ondernemer van de door haar betaalde reparatiekosten ten bedrage van € 157,–.

Standpunt van de ondernemer

Het standpunt van de ondernemer luidt in hoofdzaak als volgt.

Om te kunnen vaststellen of het product ondeugdelijk is, diende de consument de ondernemer in de gelegenheid te stellen het toestel ter reparatie aan te bieden. De medewerkers van het filiaal van de ondernemer wilden het product innemen en ter reparatie aanbieden bij de reparateur, helaas kunnen zij niet bevestigen of de schade onder de garantie valt en dient er rekening gehouden te worden met het feit dat de consument de prijsopgave dient te betalen. Een laptop wordt altijd naar de reparateur van de fabrikant opgestuurd die het toestel op het defect zal onderzoeken. Uit het onderzoek van de reparateur zal vervolgens blijken of de geconstateerde schade wel/niet conform garantie kosteloos zal worden hersteld. Wij kunnen de consument bij voorbaat geen kosteloos herstel beloven, omdat wij het onderzoek van de door de fabrikant erkende reparateur willen afwachten. Dit betekent dat wij het toestel wel hebben willen innemen, maar dat de consument niet akkoord is gegaan met eventuele bijkomende kosten. Op eigen gelegenheid is de consument naar een niet-erkende reparateur van de fabrikant gegaan, om de laptop zonder toestemming van ons te laten repareren. Doordat de consument op eigen gelegenheid naar een reparateur is gegaan, hebben wij niet de gelegenheid gekregen om überhaupt te kunnen kijken of de schade conform de garantie gerepareerd kon worden. Eerder hebben wij al laten weten niet akkoord te gaan met de vergoeding van € 157,– omdat de consument het toestel zonder toestemming heeft laten repareren bij een niet-erkende reparateur en ons helaas niet de gelegenheid heeft gegeven tot nader onderzoek. Wij blijven dan ook bij ons eerder genoemde standpunt en zullen helaas niet tegemoetkomen in de reparatiekosten.

Beoordeling van het geschil

De commissie heeft het volgende overwogen.

Vaststaat dat de consument binnen zes maanden na aankoop een gebrek aan de laptop (een kapot beeldscherm) aan de ondernemer kenbaar heeft gemaakt door de laptop klaarblijkelijk allereerst bij de ondernemer aan te bieden en vervolgens bij brief van 10 april 2014.

In dat verband is van belang dat artikel 7:18 lid 2 BW bepaalt dat als een gebrek zich binnen zes maanden na aankoop van het product manifesteert de bewijslast ter zake de conformiteit bij de ondernemer rust; de ondernemer zal dan moeten bewijzen dat sprake is van een conform/juist product (in deze zaak derhalve een deugdelijk beeldscherm) en dat bij gebreke daarvan het juist aan de consument is te wijten dat sprake is van een concreet gebrek (dat dan door toedoen of nalaten van de consument is ontstaan). In het licht van deze bepaling en de op de ondernemer rustende (bewijs)verplichting dient de ondernemer vanzelfsprekend in de gelegenheid te worden gesteld om het door de consument gemelde gebrek aan de laptop te onderzoeken. Anders dan de ondernemer stelt, is de commissie van oordeel dat de consument de ondernemer daartoe ook in de gelegenheid heeft gesteld, zowel bij het bezoek aan het filiaal van de ondernemer waarbij de laptop ter reparatie is aangeboden, alsmede door de brief van de consument aan de ondernemer van 10 april 2014. De ondernemer heeft daarop niet adequaat gehandeld, althans niet naar behoren gereageerd, door enerzijds de laptop niet in ontvangst te nemen toen de consument zich met de laptop bij hem in het filiaal meldde en anderzijds in het geheel niet te reageren op de (sommatie)brief van de consument van 10 april 2014. Dat valt de ondernemer te verwijten en hij heeft daardoor ook het onheil over zichzelf afgeroepen. Immers, door die handelwijze heeft de consument zoals door haar ook was aangekondigd en na enkele weken na het constateren van het defect aan de laptop de reparatie laten uitvoeren door een derde en de kosten daarvan bij de ondernemer geclaimd. In het licht van de omstandigheden van het geval en meer in het bijzonder de verplichting die ingevolge artikel 7:18 lid 2 BW op de ondernemer rust, had de ondernemer het zover niet (moeten) laten komen en de laptop op het gebrek moeten laten onderzoeken om vervolgens te kunnen vaststellen of het gebrek kosteloos onder garantie gerepareerd zou moeten worden dan wel voor rekening zou moeten komen van de consument (omdat het ontstaan van het gebrek aan de consument te wijten zou zijn geweest). Dat heeft de ondernemer niet gedaan zodat de consument –die door de ondernemer in het ongewisse werd gelaten – het toestel door een derde heeft laten repareren en zij die gemaakte kosten thans naar het oordeel van de commissie van de ondernemer kan en mag vorderen. Op grond van het voorgaande is de commissie dan ook van oordeel dat de klacht gegrond is zodat de ondernemer gehouden is om het door de consument gevorderde reparatiebedrag van € 157,– te vergoeden en eveneens het door de consument betaalde klachtengeld verschuldigd is.
 
Derhalve wordt als volgt beslist.

Beslissing

De ondernemer betaalt aan de consument het (reparatie)bedrag van € 157,–.

De betaling van dat bedrag dient plaats te vinden binnen één maand na de verzending van dit bindend advies.

Indien de betaling niet tijdig plaatsvindt, betaalt de ondernemer bovendien de wettelijke rente over dat bedrag vanaf de verzenddatum van dit bindend advies.

Bovendien dient de ondernemer overeenkomstig het reglement van de commissie een bedrag van € 27,50 aan de consument te vergoeden ter zake van het klachtengeld.

Aldus beslist door de Geschillencommissie Thuiswinkel op 2 september 2014.