Ondernemer mag eigen bijdrage vragen voor herstel, maar rekent te hoge afschrijvingskosten

De Geschillencommissie




Commissie: Verbouwingen en nieuwbouw    Categorie: Schadevergoeding product/dienst    Jaartal: 2021
Soort uitspraak: bindend advies   Uitkomst: gegrond   Referentiecode: 128638/130525

De uitspraak:

Waar gaat de uitspraak over

De consument heeft de ondernemer in 2011 gevelbekleding laten aanbrengen. Hier zit een garantie op van 10 jaar. In 2020 zag de consument dat de gekleurde toplaag van de bekleding losliet. Na een inspectie hebben de leverancier en een medewerker van de ondernemer geconstateerd dat er sprake is van een technische fout. De ondernemer heeft twee mogelijke oplossingen voorgelegd, maar de consument is het met allebei niet eens en eist dat de gevel kosteloos hersteld wordt. De ondernemer stelt dat hij twee oplossingen heeft aangedragen: één waarbij de complete bekleding wordt vervangen en de garantietermijn weer opnieuw op 10 jaar komt, hier vraagt de ondernemer een eigen bijdrage voor gebaseerd op de afschrijving per jaar, en één waarbij alleen de kleur wordt hersteld, deze oplossing is gratis. De commissie oordeelt dat bij de eerste oplossing de ondernemer een eigen bijdrage mag vragen van de consument, gebaseerd op een afschrijving. Wel volgt de ondernemer een te hoge kostenberekening voor de afschrijving. De klacht is gegrond.

Volledige uitspraak

Onderwerp van het geschil
Het geschil heeft betrekking op het loslaten van de coating van de gevelbekleding die de ondernemer aan de woning van de cliënt heeft aangebracht.

Standpunt van de consument
Voor het standpunt van de consument verwijst de commissie naar de overgelegde stukken en hetgeen door de consument en zijn vrouw tijdens de mondelinge behandeling naar voren is gebracht. In de kern komt het standpunt op het volgende neer.

De consument heeft in 2011 een overeenkomst met de ondernemer gesloten voor de verbouwing van zijn woning, waarbij onder meer Werzalith gevelbekleding is aangebracht. Hierop is een garantietermijn van 10 jaar van toepassing.

In 2020 heeft de consument bij de ondernemer geklaagd over het loslaten van de gekleurde toplaag. De leverancier en een medewerker van de ondernemer hebben de gevelbekleding geïnspecteerd en zijn tot de conclusie gekomen dat sprake is van een technische fout. De ondernemer heeft twee mogelijke oplossingen voorgesteld, maar de consument heeft geen van beide geaccepteerd.

De consument verlangt dat de gevelbekleding kosteloos wordt vervangen.

Standpunt van de ondernemer
Voor het standpunt van de ondernemer verwijst de commissie naar de overgelegde stukken en hetgeen door de ondernemer tijdens de mondelinge behandeling naar voren is gebracht. In de kern komt het standpunt op het volgende neer.

Bij de inspectie door de leverancier en een medewerker van de ondernemer is gebleken dat de ventilatie achter de Werzalith geveldelen onvoldoende is en dat hierdoor de vochthuishouding niet op orde is. Het gevolg hiervan is dat de toplaag van de geveldelen loslaat.

Om het probleem op te lossen moet de bestaande Werzalith worden verwijderd, inclusief de folie achter de bekleding. Vervolgens zal nieuwe spinvliesfolie moeten worden aangebracht, een extra houten regel van voldoende dikte gemonteerd moeten worden en nieuwe Werzalith gevelbekleding moeten worden aangebracht.

De ondernemer heeft aangeboden om onder garantie de Werzalith geheel te vervangen, waarop een nieuwe garantietermijn van 10 jaar van toepassing is. De ondernemer vraagt hiervoor een eigen bijdrage van de consument van € 3.850,– inclusief btw. Dit bedrag vertegenwoordigt de afschrijving van de bestaande gevelbekleding over de afgelopen negen jaar van € 427,78 per jaar.

Als kosteloze optie heeft de ondernemer voorgesteld de kleur van de gevelbekleding te herstellen, door het reinigen en schuren van de geveldelen en het aanbrengen van primer en verflaag. De garantietermijn gaat dan niet opnieuw lopen.

Deskundigenrapport
De commissie heeft op 9 november 2021 een onderzoek laten uitvoeren door [naam deskundige], (verder te noemen: de deskundige), die daarover op 15 november 2021 schriftelijk aan de commissie heeft gerapporteerd. De inhoud van dit rapport geldt – voor zover hierna niet aangehaald – als hier herhaald en ingelast.

Partijen zijn in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het rapport van de deskundige. Partijen hebben hiervan geen gebruik gemaakt.

Beoordeling van het geschil
De commissie heeft het volgende overwogen.

De consument heeft door ondertekening van de opdrachtbevestiging op 16 februari 2011 met de ondernemer een overeenkomst van aanneming van werk gesloten voor verbouwingswerkzaamheden aan de woning van de consument voor een totaalbedrag van € 41.150,08 inclusief btw.

De klacht van de consument komt erop neer dat de toplaag van de gevelbekleding binnen de garantietermijn van 10 jaar loslaat.

De deskundige acht het aannemelijk dat het afbladderen van de coating op de bovenzijde van de Werzalith geveldelen veroorzaakt wordt door te hoge vochtbelasting en de hoge mate van belastende weersinvloeden. De te hoge vochtbelasting is mede te wijten aan de direct aan de achterzijde van de Werzalith geveldelen geplaatste dampopen Miofiol kunststoffolie. De folie werkt met het afvoeren van condens vocht direct in de richting van de Werzalith geveldelen. Hierdoor kan zich tussen de Miofol dampopen kunststoffolie en de Werzalith geveldelen een vochtfilm vormen en op termijn de vochtbelasting in de Werzalith geveldelen verhogen en tot de vertoonde problemen leiden, aldus de deskundige.

Tussen partijen is niet in geschil dat de ventilatie achter de Werzalith geveldelen onvoldoende is, dat hierdoor de vochthuishouding niet op orde is en dat als gevolg hiervan de toplaag loslaat. Partijen verschillen erover van mening hoe het probleem moet worden opgelost.

Zoals uit de weergave van het standpunt van de ondernemer blijkt, heeft de ondernemer twee opties voorgesteld. Naar het oordeel van de commissie dienen, conform optie 1 van de ondernemer, de bestaande Werzalith geveldelen te worden verwijderd, inclusief de folie achter de bekleding. Vervolgens zal nieuwe spinvliesfolie moeten worden aangebracht, zal een extra houtregel van voldoende dikte moeten worden gemonteerd en zal nieuwe Werzalith gevelbekleding moeten worden aangebracht. Tussen de achterzijde van de Werzalith delen en het spinvliesfolie moet minimaal een ventilatieruimte ontstaan van 20mm. Een nieuwe garantietermijn van 10 jaar is dan van toepassing

De commissie volgt het standpunt van de ondernemer dat in dat geval van de consument een eigen bijdrage mag worden verlangd. Dit hangt samen met het feit dat op de bestaande gevelbekleding, die al negen jaar aanwezig is, een afschrijving moet worden toegepast (de “korting nieuw-voor-oud”). De commissie acht een eigen bijdrage van in totaal € 1.250,– passend, en merkt daarbij op dat dit bedrag valt binnen de marge van het bedrag waarvan de consument ter zitting heeft aangegeven bereid te zijn dit maximaal te betalen.
De ondernemer heeft een hogere eigen bijdrage genoemd, maar de commissie volgt de ondernemer daarin niet. De reden hiervoor is dat de ondernemer bij de berekening van het bedrag van de afschrijving het hele werk in aanmerking heeft genomen, hetgeen niet correct is omdat de achterconstructie niet behoeft te worden vervangen. Om die reden is ook de deskundige van een te hoge kostenbegroting uitgegaan.

Op grond van het voorgaande is de commissie van oordeel dat de klacht gegrond is. De ondernemer zal worden veroordeeld tot deugdelijk herstel, tegen betaling door de consument van een bijdrage van € 1.250,–. Ook dient de ondernemer overeenkomstig het reglement het door de consument betaalde klachtengeld van € 260,– aan hem te vergoeden. Het meer of anders verlangde wijst de commissie af.

Overeenkomstig het reglement van de commissie is de ondernemer behandelingskosten aan de commissie verschuldigd.

Derhalve wordt als volgt beslist.

Beslissing
De commissie, beslissend naar redelijkheid en billijkheid, met inachtneming van de tussen partijen gesloten overeenkomst en de daarvan deel uitmakende voorwaarden:

– verklaart de klacht gegrond;

– veroordeelt de ondernemer tot het verrichten van de herstelwerkzaamheden zoals hiervoor genoemd, binnen twee maanden na de verzenddatum van dit bindend advies;

– veroordeelt de consument tot betaling aan de ondernemer van een bedrag van € 1.250,–, te voldoen binnen twee weken nadat de herstelwerkzaamheden gereed zijn gekomen;

– bepaalt dat de ondernemer, binnen een maand na de verzenddatum van dit bindend advies, overeenkomst het reglement van de commissie een bedrag van € 260,– aan de consument dient te vergoeden ter zake van het klachtengeld;

– wijst af het meer of anders verlangde;

– bepaalt dat de ondernemer, overeenkomstig het reglement, aan de commissie behandelingskosten verschuldigd is.

Aldus beslist door de Geschillencommissie Verbouwingen en Nieuwbouw, bestaande uit mevrouw mr. M.L. Braaksma, voorzitter, de heer ing. G.J. van Ingen en mevrouw mr. C. Muller, leden, in aanwezigheid van mevrouw mr. L. Kramer, secretaris, op 17 december 2021.