Ondernemer mag geldigheidsduur aan zijn product verbinden.

De Geschillencommissie




Commissie: Webshop    Categorie: Informatieverstrekking    Jaartal: 2023
Soort uitspraak: bindend advies   Uitkomst: Ongegrond   Referentiecode: 200818/206803

De uitspraak:

Waar gaat de uitspraak over?

Consument heeft bij ondernemer jaren terug pakketzegels gekocht. Ondernemer is nu gestopt met het gebruiken van deze pakketzegels. Consument vindt dat hij heeft betaald voor een dienst die hij niet meer krijgt en wilt zijn geld terug. Ondernemer geeft aan dat zij ruim van tevoren hebben aangegeven via verschillende kanalen om te stoppen met het gebruik van deze pakketzegels. De commissie oordeelt dat de ondernemer duidelijk en ruim van tevoren naar de consumenten heeft gecommuniceerd over het niet meer in gebruik nemen van de pakketzegels. Ook geeft de commissie aan dat de ondernemer bevoegd is om een geldigheidsduur aan de pakketzegels te verbinden. De klacht van consument wordt ongegrond verklaard.

De uitspraak

Behandeling van het geschil
Partijen zijn overeengekomen dit geschil bij bindend advies door de Geschillencommissie Post (verder te noemen: de commissie) te laten beslechten.

De commissie heeft kennisgenomen van de overgelegde stukken.

De behandeling heeft plaatsgevonden op 22 mei 2023 te Den Haag.

Partijen zijn tijdig en behoorlijk opgeroepen ter zitting te verschijnen.

Ter zitting werd de ondernemer vertegenwoordigd door mevrouw [naam].

Onderwerp van het geschil
De consument heeft de klacht voorgelegd aan de ondernemer.

Het geschil betreft de geldigheidsduur van pakketzegels.

Standpunt van de consument
Voor het standpunt van de consument verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het standpunt op het volgende neer:
Bij de ondernemer heeft de consument een aantal pakketzegels gekocht een aantal jaren terug net als voor aangetekende post. Hij heeft deze gekocht voor het geval dat hij deze nodig had. Nu is de ondernemer hiermee gestopt en geeft aan dat hij dit heeft gecommuniceerd. De consument is dit niet opgevallen en daarnaast had/ heeft hij niets te verzenden gehad. Hij wilde in december 2022 een aangetekende brief versturen en nu ging dit niet meer met de zegels. Hij heeft betaald voor een dienst, maar niets gehad. De consument heeft niet getekend dat het eindig was en dit was ook niet bekend. Hij wil graag zijn geld terug; het geld voor de commissie en zijn vrije dag.

Standpunt van de ondernemer
Voor het standpunt van de ondernemer verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het standpunt op het volgende neer.

De consument geeft in zijn klacht aan dat hij pakket- en servicezegels heeft gekocht voor een totaalwaarde van € 45,–. Deze zegels kunnen helaas niet meer gebruikt worden. Na 1 april 2021 zijn de pakketzegels niet meer geldig. De pakketzegels zelf waren al (online) niet meer te koop sinds augustus 2020. De consument heeft hierover geklaagd via de [sociale media]-pagina van de ondernemer. De medewerker van het webcare-team heeft de consument geïnformeerd dat de pakketzegels niet meer geldig zijn, omdat het gebruik hiervan verouderd is. De pakketzegels waren lastig om digitaal verwerkt te worden in het geautomatiseerd vervoerproces van de ondernemer. De dienstverlening van de ondernemer is met de uitfasering van de pakketzegels veel efficiënter geworden. Sinds juni 2020 heeft de ondernemer via allerlei kanalen gecommuniceerd over het stoppen met dit frankeermiddel, onder andere via advertenties in landelijke dagbladen, informatie op zijn website, flyers op servicepunten en klanten die online pakketzegels hebben aangeschaft zijn zoveel mogelijk persoonlijk geïnformeerd. De ondernemer heeft hiermee het publiek voldoende en op tijd geïnformeerd. Er is eveneens ruime termijn geboden om de pakketzegels alsnog te gebruiken.
Conclusie: de ondernemer verzoekt de commissie de klacht ongegrond te verklaren en het verlangde af te wijzen.

Beoordeling van het geschil
De commissie heeft het volgende overwogen.
Artikel 6:234 lid 1 eerste volzin Burgerlijk Wetboek biedt ondernemingen bij wie min of meer massaal overeenkomsten worden gesloten, de mogelijkheid voor de toepasselijkheid van algemene voorwaarden te volstaan met een mededeling dat de voorwaarden bij de ondernemer ter inzage liggen of zijn gedeponeerd bij een door hem opgegeven kamer van koophandel of een griffie van een gerecht. Nu de ondernemer voorbedoelde overeenkomsten min of meer massaal sluit, kan de consument niet betogen, zoals hij ter zitting heeft gedaan, dat hij niet getekend heeft voor de toepasselijkheid van algemene voorwaarden. Zij zijn dan ook van toepassing op de relatie tussen partijen.
Uit de toepasselijke algemene voorwaarden, artikel 14.7, volgt dat de ondernemer bevoegd is een geldigheidsduur te verbinden aan zijn pakketzegels. Dat heeft hij gedaan en aan de betreffende expiratiedatum heeft hij, naar hij aantoonde, ruime bekendheid gegeven. In die situatie kan de consument na de expiratiedatum niet vergoeding van die zegels meer verlangen. De klacht wordt dan ook afgewezen.

Op grond van het voorgaande is de commissie van oordeel dat de klacht ongegrond is.

Derhalve wordt als volgt beslist.

Beslissing
Het door de consument verlangde wordt afgewezen.

Aldus beslist door de Geschillencommissie Post, bestaande uit de heer mr. R.J. Paris, voorzitter, de heer drs. G.J.F.M. Klaas en de heer mr. P. P. van der Neut, leden, op 22 mei 2023.