Ondernemer mag ouder vragen kind aan te melden tijdens vakantieperiode

De Geschillencommissie




Commissie: Kinderopvang    Categorie: Contract    Jaartal: 2016
Soort uitspraak: -   Uitkomst: -   Referentiecode: 2016-103517

De uitspraak:

Onderwerp van het geschil

De ondernemer vraagt ouders om hun kinderen aan te melden voor de opvang in de vakantieperiode. Dit in overleg met de oudercommissie, vanwege ervaringen met het niet afmelden van kinderen in het verleden. Doordat de ouder te laat was met aanmelden kon het kind niet op de vaste dag in de vakantie opgevangen worden. De consument vindt dat zij – ongeacht of zij zich aanmeld of niet – recht heeft op opvang volgens het contract, omdat deze uren al betaald zijn en nergens is afgesproken dat zij zich moet aanmelden. 
De commissie vindt dat de ondernemer de ouder mag vragen om te melden wanneer hun kind aanwezig is in de vakantieperiode. Als de ouders het kind op tijd aanmelden, vindt de opvang plaats volgens contract. De commissie vindt de klacht van de ouder ongegrond.

Het geschil betreft het verplicht aanmelden van het kind voor de vakantieperiode voor de dagdelen die al gereserveerd en betaald zijn.

De consument heeft op 25 februari 2016 de klacht schriftelijk voorgelegd aan de ondernemer.

Standpunt van de ouder

Voor het standpunt van de ouder baseert de commissie zich op het klachtenformulier met bijlagen dat de commissie op 1 juni 2016 heeft ontvangen. Het standpunt van de ouder luidt in hoofdzaak als volgt.

De klacht gaat over het feit dat de ondernemer de ouder verplicht om haar kind voor een vakantieperiode aan te melden voor de uren die zij al heeft betaald. De ondernemer incasseert een vast bedrag voor de opvang per maand voor vaste uren per week. Het kan voorkomen dat in een vakantieweek geen plek is als het kind niet tijdig is aangemeld. De verplichting tot aanmelding staat niet in het contract en niet in de algemene voorwaarden. Het staat alleen op de website.
De ouder heeft er begrip voor dat het voor de planning belangrijk is een vakantie door te geven maar zij acht het de omgekeerde wereld dat je je actief moet aanmelden voor reeds betaalde uren in plaats van afmelden bij afwezigheid in de vakantieperiode.

Standpunt van de ondernemer

Het standpunt van de ondernemer luidt in hoofdzaak als volgt.

De ondernemer heeft in overleg met de oudercommissie gekozen voor een beleid dat een ouder het kind voor de vakantieperiode moet aanmelden nadat in het verleden gebleken was dat de ouders zich vaak niet afmeldden in de vakantieperiode en de kinderen ook niet op de opvang kwamen met als gevolg dat er te veel medewerksters op de locaties aanwezig waren.
Ook voor het opstellen van het dagprogramma is het van belang om te weten hoeveel kinderen er op de opvang komen. Zo moeten er vooraf voor bepaalde activiteiten kaartjes worden gekocht, transport worden geregeld e.d.

Door de regel om te draaien dat je je als ouder moet opgeven dat het kind wel komt, kan de planning van de locaties, van het personeel (in verband met de kind-leidsterratio) en de programmering gedurende de vakantieperiode beter worden gemaakt. De ouders hebben hier ook begrip voor.

Het kind van de ouder is op 1 januari 2016 geplaatst. De ouder heeft zich voor de voorjaarsvakantie niet aangemeld voor de opvang. Zij gaf toen aan niet op de hoogte te zijn van het beleid. De ondernemer heeft het kind van de ouder toch op de gereserveerde dagdelen kunnen plaatsen. Met de ouder is toen het vakantiebeleid besproken. Echter de ouder heeft zich ook voor de meivakantie niet tijdig aangemeld. Omdat de aanmelding één dag voor aanvang van de vakantie was gedaan, was het niet meer mogelijk op het kind op de vaste uren te plaatsen. Wel was het mogelijk om het kind in plaats van donderdagmiddag op vrijdagochtend te plaatsen. De ondernemer heeft de ouder vervolgens vrijdag de hele dag aangeboden, 11 uur opvang in plaats van de 9 uur op contractbasis.

De ondernemer heeft getracht om met de ouder tot een oplossing te komen. Helaas is dit niet gelukt.

Ter zitting heeft de ondernemer zijn standpunt toegelicht.

De ondernemer heeft desgevraagd uitgelegd dat er in de vakantieperiode altijd plaats is voor de opvang op de uren waarvoor een ouder heeft betaald. Omdat er vaak in de vakantieperiodes kinderen niet kwamen opdagen zonder afmelding en er veel te veel personeel aanwezig was, is in overleg met de oudercommissie, gekozen voor het aanmeldbeleid. Dit beleid werkt naar tevredenheid.

Bij het intakegesprek wordt de vakantieprocedure aan de ouders uitgelegd. Voorts staat de procedure op de website en in het beleidsplan vermeld. Zes weken voor aanvang van de vakantieperiode worden de ouders persoonlijk per e-mail geïnformeerd over het vakantieprogramma en de locaties die tijdens de vakantie open zijn en worden zij verzocht om, indien zij tijdens de vakantie van de opvang gebruik willen blijven maken, hun kinderen hiervoor aan te melden tot drie weken voor aanvang van de vakantie. Drie weken voor de vakantie wordt een herinneringsmail naar de ouders gestuurd. De planning wordt één week voor de vakantie gemaakt. Dus ook met de aanmelding van de ouders tot een week voor de vakantie wordt rekening gehouden. Ook de ouder heeft deze e-mail ontvangen en gelezen gezien de reply die zij op de e-mail heeft gegeven.

De ondernemer verzoekt de commissie de klacht niet gegrond te verklaren.

Beoordeling van het geschil

Tussen partijen is overeengekomen dat het zoontje van de ouder per 1 januari 2016 op de opvang wordt geplaatst op donderdagmiddag 3,5 uur en op vrijdagmiddag 5,5 uur. De opvang is per 1 mei 2016 door de ouder beëindigd.
De ouder heeft in deze periode tot twee keer toe niet overeenkomstig het door de ondernemer gevoerde vakantiebeleid gemeld dat haar zoontje tijdens de vakantieperiode op de reguliere uren aanwezig zou zijn. Dit heeft ertoe geleid dat zij geen opvang heeft kunnen krijgen in de meivakantie voor de donderdagmiddag.

De ouder stelt dat zij volgens contractuele afspraak recht had op de opvang voor de reeds betaalde uren tijdens de vakantieperiode ongeacht of zij zich zou hebben aangemeld of niet daar deze aanmeldverplichting niet in het contract is opgenomen.

Naar het oordeel van de commissie handelt de ondernemer niet in strijd met zijn contractuele verplichtingen door de ouders voor een vakantieperiode te vragen hun kind bij aanwezigheid aan te melden. Daarbij overweegt de commissie als volgt.

De commissie stelt vast dat de ondernemer tijdens de vakantieperiode in beginsel niet tornt aan de contractuele rechten op opvang van de kinderen op de daarvoor overeengekomen uren. Alleen kan vanwege organisatorische en financiële redenen in de vakantieperiode de locatie en het dagprogramma anders zijn. De commissie acht het niet onredelijk dat door de ondernemer aan de ouders wordt gevraagd om aan te geven of hun kind aanwezig zal zijn in deze periode.

Daarbij neemt de commissie in aanmerking dat de ondernemer de ouders op verschillende wijzen informeert over dit beleid. In het intakegesprek, op de website en in het beleidsplan wordt dit vakantiebeleid aan de ouders uitgelegd. De ouders worden daarnaast via een persoonlijke e-mail en een reminder per e-mail verzocht om aan te geven of hun kind aanwezig zal zijn. Van de ouders wordt niets extra’s verlangd. De enkele mededeling dat het kind er is op de contractuele uren is voldoende waarbij een redelijke termijn van drie weken voor aanvang van de vakantieperiode wordt gehanteerd.

Op grond van het voorgaande is de commissie van oordeel dat de klacht ongegrond is.

Derhalve wordt als volgt beslist.

Beslissing

De commissie, oordelende naar redelijkheid en billijkheid, verklaart de klacht van de consument ongegrond.

Aldus beslist door de Geschillencommissie Kinderopvang en Peuterspeelzalen op 29 juli 2016.