Ondernemer mocht korting verrekenen op basis van betaalwijze

De Geschillencommissie




Commissie: Water    Categorie: Betaling    Jaartal: 2022
Soort uitspraak: bindend advies   Uitkomst: Ongegrond   Referentiecode: 180322/186262

De uitspraak:

Waar gaat de uitspraak over?

De consument klaagt over de administratiekosten die de ondernemer bij de jaarafrekening vraagt. De ondernemer stelt dat bepaalde betaalwijzen, zoals een overschrijving per bank, administratieve lasten met zich mee brengt. Om klanten te stimuleren om voor een andere betaalwijze te kiezen, worden bij die betaalwijzen administratiekosten in rekening gebracht. Alle klanten betalen administratiekosten, maar klanten die bijvoorbeeld via iDEAL betalen wordt een korting toegepast ter hoogte van de administratiekosten. Op basis daarvan acht de commissie de klacht ongegrond.

De uitspraak

Behandeling van het geschil
Partijen zijn overeengekomen dit geschil bij bindend advies door de Geschillencommissie Water (verder te noemen: de commissie) te laten beslechten.

De commissie heeft kennisgenomen van de overgelegde stukken.

De behandeling heeft plaatsgevonden op 17 november 2022 te Den Haag.

De commissie heeft de behandeling van het geschil op basis van de stukken, zonder mondelinge behandeling, afgedaan.

Onderwerp van het geschil
De consument heeft de klacht voorgelegd aan de ondernemer.

Het geschil betreft de door de ondernemer berekende administratiekosten.

Standpunt van de consument
Voor het standpunt van de consument verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het standpunt op het volgende neer.

Het gaat om het niet toepassen van PSD2 (Payment Service Directive 2).

Bij de jaarafrekening brengt de ondernemer administratiekosten in rekening. In de toelichting verwijst hij naar de Algemene Voorwaarden (01-08-2012) en bij betaling via incasso of iDEAL worden geen administratiekosten berekend.

Sinds internetbankieren mogelijk is, schrijft de consument de periodieke en jaar afrekening per bank (internet) over.

De ondernemer heeft nooit enige actie ondernomen na invoering van PSD2 (geen vergunning aanvraag bij De Nederlandsche Bank (DNB)). Bijvoorbeeld klanten gevraagd om de factuur per e-mail te ontvangen.

In de antwoorden van de ondernemer haalt hij buiten de Algemene Voorwaarden wetgeving aan die niet meer van toepassing is. En uit het antwoord blijkt dat PSD2 niet voor de ondernemer van toepassing is.

Verder betwijfelt de consument of de ondernemer een vergunning bij de DNB heeft lopen. Navraag en zoeken in bestand heeft niet opgeleverd dat hij die heeft.

Standpunt van de ondernemer
Voor het standpunt van de ondernemer verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het standpunt op het volgende neer.

De ondernemer biedt twee notavarianten, digitaal (e-mail) of per post. In geval van een nota per post brengt de ondernemer administratiekosten in rekening, een digitale nota is in de meeste gevallen gratis.

Naast de verzendwijze is ook de wijze van betaling van invloed op het wel of niet berekenen van administratiekosten. De klanten van de ondernemer kunnen kiezen uit vier verschillende betaalmethoden. Deze zijn automatische afschrijving, overschrijving door middel van iDEAL-link, een fysieke acceptgiro of een overschrijving via de bank. Betalen via automatische incasso en iDEAL-link zijn kosteloos. Dit komt omdat deze betalingsvormen automatisch worden verwerkt. Hierdoor brengen deze betaalvormen minimale kosten met zich mee. De ondernemer stimuleert deze betalingsvormen om de administratieve lasten, die weer wordt doorberekend in de waterkosten, te minimaliseren.

Voor de betaalwijze acceptgiro en periodieke overboeking maakt de ondernemer extra kosten. Deze kosten bestaan uit printen en versturen van (voorschot)acceptgirokaarten en/of handmatig verwerken van betalingen bij periodieke overboekingen. Om alleen de klanten die voor deze voor de ondernemer veel duurdere betalingsvorm kiezen te belasten worden bij deze klantgroep administratiekosten in rekening gebracht. Voor de overige klanten, automatische incasso + iDEAL-link, gelden deze kosten ook. Zij krijgen echter automatisch een korting gelijk aan het bedrag van administratiekosten.

De hoogte van de administratiekosten voor 2022 is bepaald op € 0,73 per maand inclusief 9% BTW.

Beoordeling van het geschil
De commissie heeft het volgende overwogen.

In de op de overeenkomst van partijen toepasselijke Algemene Voorwaarden is in artikel 14 bepaald dat klanten administratiekosten verschuldigd zijn. Uit het tarievenblad blijkt dat bij automatische incasso of betaling via iDEAL een korting gegeven wordt die even hoog is als de administratiekosten.

Uitgangspunt is dan ook dat de consument administratiekosten verschuldigd is. Van bedoelde korting is, daargelaten hoe de factuur verstuurd wordt, in elk geval geen sprake nu de consument betaalt op een andere wijze dan waarop de korting van toepassing is. Voor zover aan de orde gesteld kan worden dat de ondernemer ten onrechte een korting voor een bepaalde groep klanten op zijn tarievenblad vermeldt, overweegt de commissie de korting alleszins gerechtvaardigd te achten, waartoe zij verwijst naar de door de ondernemer gegeven motivering.

De consument heeft nog betoogd dat de ondernemer ten onrechte niet de bepalingen van PSD2 toepast. Afgezien dat PSD2 geen directe werking heeft, geeft de consument niet aan op welke bepaling (in de krachtens PSD2 ingevoerde wet- en regelgeving) hij zich beroept. Hij is onvoldoende specifiek in zijn klacht, zodat de commissie dit deel van het betoog van consument afwijst. Overigens is de commissie niet bekend met enige bepaling waarin verboden zou worden dat een bedrijf als dat van de ondernemer kosten in rekening brengt bij een handmatig gegeven digitale overschrijving naar dat bedrijf.

Op grond van het voorgaande is de commissie van oordeel dat de klacht ongegrond is.

Derhalve wordt als volgt beslist.

Beslissing
Het door de consument verlangde wordt afgewezen.

Overeenkomstig het reglement van de commissie is de ondernemer aan de commissie behandelingskosten verschuldigd.

Aldus beslist door de Geschillencommissie Water, bestaande uit de heer mr. R.J. Paris, voorzitter, de heer mr. E.F. Verduin en de heer H.W. Zuur, leden, op 17 november 2022.