Ondernemer mocht lastenverzwaring niet in dezelfde huurperiode laten ingaan

De Geschillencommissie




Commissie: Waterrecreatie    Categorie: Overeenkomst / Prijs    Jaartal: 2022
Soort uitspraak: bindend advies   Uitkomst: gegrond   Referentiecode: 186048/189768

De uitspraak:

Waar gaat de uitspraak over?

De consument heeft een all-in contract bij de ondernemer. De consument klaagt erover dat de ondernemer meters wil plaatsen en de energietarieven wil verhogen. De ondernemer is van mening dat hij op grond van de HISWA-voorwaarden een lastenverzwaring mag doorvoeren. De commissie is van oordeel dat de lastenverzwaring pas bij een nieuwe huurperiode in mag gaan. De klacht is dan ook gegrond.

De uitspraak

Onderwerp van het geschil
De consument heeft de klacht voorgelegd aan de ondernemer.

Het geschil betreft de verhoging van de energietarieven per 1 oktober 2022.

Standpunt van de consument
Voor het standpunt van de consument verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het standpunt op het volgende neer.

De consument heeft een all-in contract afgesloten met de ondernemer. De ondernemer wil per 1 oktober 2022 de energietarieven verhogen en meters plaatsen. De consument is het hier gelet op het contract dat hij heeft met de ondernemer niet mee eens. Hij heeft hierover gecorrespondeerd met de ondernemer, maar dit heeft niet tot een oplossing geleid.

Standpunt van de ondernemer
Voor het standpunt van de ondernemer verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het standpunt op het volgende neer.

De ondernemer stelt met verwijzing naar artikel 8 lid 3 van de Hiswa-voorwaarden dat tijdens de looptijd van een contract ‘lastenverzwaring’ mag worden doorberekenen in de prijs. Dit doet de ondernemer vanaf 1 oktober 2022 middels het bijhouden van geijkte meterstanden en daadwerkelijk verbruik. Dit is via meerdere e-mails gecommuniceerd naar de ligplaatshouders. De ondernemer heeft aan Hiswa de vraag voorgelegd of het doorberekenen van energieverbruik is toegestaan en dat werd bevestigend beantwoord. Het staat iedere ligplaatshouder en dus ook de consument vrij om de overeenkomst vroegtijdig op te zeggen. De ondernemer is echter niet verplicht het liggeld te restitueren. Desondanks heeft de ondernemer de consument het aanbod gedaan de helft van het betaalde liggeld te restitueren. De consument is op dit aanbod niet ingegaan. De ondernemer probeert altijd zo veel mogelijk mee te denken in oplossingen zodat de klant het naar zijn zin heeft. Met de prijsstijgingen die zijn ingezet en blijven stijgen, is de ondernemer genoodzaakt de lastenverzwaring door te berekenen en kan hierin weinig betekenen voor de consument.

Beoordeling van het geschil
De commissie heeft het volgende overwogen.

De ondernemer meent op grond van artikel 8.3 van de Hiswa-voorwaarden gerechtigd te zijn de energietarieven met ingang van 1 oktober 2022 te verhogen. Artikel 8.3 van de Hiswa-voorwaarden stelt dat de ondernemer uiterlijk 3 maanden vóór het begin van de nieuwe huurperiode de huursom kan wijzigen. De verhoging is aangekondigd op 27 juli 2022, gedurende de huurperiode die loopt van 1 april 2022 – 1 april 2023. Deze verhoging is derhalve in strijd met de Hiswa-voorwaarden. De verhoging kan pas bij een nieuwe huurperiode ingaan. De verwijzing door een Hiswa-medewerker in zijn e-mail van 12 augustus 2022 naar de laatste zin van artikel 8.3 kan de commissie niet volgen. Daarin staat slechts dat de consument niet het recht heeft om binnen 21 dagen na ontvangst van het bericht van de verhoging alsnog de huurovereenkomst op te zeggen, als de ondernemer de huursom wijzigt vanwege een lastenverzwaring aan zijn kant, die het gevolg is van een wijziging van belastingen, heffingen en dergelijke zaken, die ook de consument betreffen. Deze wijzigingen zijn niet van toepassing. De door ondernemer genoemde reden van verhoging is in dit geval niet relevant, nu dit gedurende de lopende huurperiode is ingevoerd, hetgeen niet is toegestaan.

Derhalve wordt als volgt beslist waarbij zij aangetekend dat deze beslissing alleen geldt in de relatie van deze consument met deze ondernemer.

Beslissing
De commissie verklaart de klacht van de consument gegrond.

Bovendien dient de ondernemer overeenkomstig het reglement van de commissie een bedrag van € 77,50 aan de consument te vergoeden ter zake van het klachtengeld.

Overeenkomstig het reglement van de commissie is de ondernemer een bijdrage in de behandelingskosten verschuldigd aan het secretariaat van de commissie.

Aldus beslist door de Geschillencommissie Waterrecreatie, bestaande uit de heer mr. J.N. de Blécourt, voorzitter, de heer J. Zetzema, mevrouw drs. P.C. Hoogeveen-de Klerk, leden, in aanwezigheid van mevrouw mr. M. Gardenier, secretaris, op 23 november 2022.