Ondernemer moet annuleringskosten voldoende onderbouwen om deze te kunnen rechtvaardigen

De Geschillencommissie




Commissie: Particuliere Onderwijsinstellingen    Categorie: Annulering / Annulering overeenkomst    Jaartal: 2024
Soort uitspraak: bindend advies   Uitkomst: gegrond   Referentiecode: 244052/250903

De uitspraak:

Waar gaat de uitspraak over?

Het geschil vloeit voort uit een tussen de ondernemer en consument tot stand gekomen onderwijsovereenkomst. De consument heeft zich ingeschreven voor een cursus waarvoor het lesgeld een bedrag van € 995,00 bedroeg. Zij heeft deze cursus uiteindelijk geannuleerd en de ondernemer heeft 50% van de cursusprijs in rekening gebracht als annuleringskosten. De consument stelt zich op het standpunt dat redelijke kosten in verband met de annulering niet hoger kunnen zijn dan € 150,–. De ondernemer stelt zich op het standpunt dat zij op grond van de algemene voorwaarden gerechtigd is tot het in rekening brengen van 50% van de cursusprijs als annuleringskosten en benadrukt daarbij dat de daadwerkelijke annuleringskosten hoger zijn dan het in rekening gebrachte bedrag. De commissie is van oordeel dat de klacht gegrond is. Volgens de commissie is de ondernemer ernstig tekort geschoten in haar verplichting de kosten te onderbouwen.

De uitspraak

Behandeling van het geschil

Partijen zijn overeengekomen dit geschil bij bindend advies door de Geschillencommissie Particuliere Onderwijsinstellingen (verder te noemen: de commissie) te laten beslechten.

De commissie heeft kennisgenomen van de overgelegde stukken.

De behandeling heeft plaatsgevonden op 22 april 2024 te Utrecht.

Partijen zijn tijdig en behoorlijk opgeroepen ter zitting te verschijnen.

Partijen hebben ter zitting hun standpunt toegelicht.

Onderwerp van het geschil

De consument heeft de klacht voorgelegd aan de ondernemer.

Het geschil betreft de annulering van een onderwijsovereenkomst.

De consument heeft een bedrag van € 347,50 niet betaald en bij de commissie gedeponeerd.

Standpunt van de consument

Voor het standpunt van de consument verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het standpunt op het volgende neer.

De consument heeft zich ingeschreven voor een cursus “Leren bij Honden module 1b” bij de ondernemer. De cursus zou aanvangen op 13 januari 2023. De prijs voor de cursus bedroeg € 995,00. Op 4 januari 2024 laat de consument weten de cursus niet op die datum te kunnen starten en vraagt of zij de cursus op een andere datum kan volgen. Daarop heeft de ondernemer de consument laten weten dat zij 50% van de cursusprijs moest betalen als annuleringskosten, te weten € 497,50. De consument is het niet eens met de hoogte van dit bedrag en meent dat de redelijke kosten in verband met de annulering niet hoger kunnen zijn dan € 150,–, welk bedrag zij ook aan de ondernemer heeft betaald.

Standpunt van de ondernemer

Voor het standpunt van de ondernemer verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het standpunt op het volgende neer.

Op grond van de toepasselijke algemene voorwaarden is de ondernemer gerechtigd bij annulering de gemaakte opstartkosten in rekening te brengen, tot een maximum van 50% van het cursusbedrag. De daadwerkelijke opstartkosten bedragen meer dan dat, namelijk € 693,–. De ondernemer is daarom gerechtigd deze kosten in rekening te brengen. In het verweerschrift worden de kosten als volgt gespecificeerd:

– Inschrijfkosten, administratieve verwerking van de inschrijving, opzetten studentendossier, toesturen bevestigingsbrief Euro 58,–;

– IT-kosten ontwikkeling en beheer website en toegankelijk maken e-learning Euro 65,-;

– Wervingskosten (marketing, advertenties en informatiemateriaal) Euro 65,-;

– Keurmerken en accreditaties (NRTO, CRKBO, NVGH en CKI Raad van Beheer op Kynologisch Gebied in Nederland) en aanvragen studiepunten bij organisaties Euro 55,-;

– Huren trainingslocatie – totaal 5 dagen Euro 165,–;

– Digitale toezending van de onderwijsovereenkomst Euro 0,– (zie onder IT kosten);

– Secretariaat samenstellen van de groepsindelingen en telefonische bereikbaarheid Euro 65,-;

– Werving en planning van de docenten Euro 95,–;

– Het samenstellen en drukken van het cursusmateriaal (lees de samengestelde cursusmap die iedere module op maat opgemaakt wordt) Euro 125,– (inclusief Euro 50.- kosten drukker) .

Beoordeling van het geschil

De commissie heeft het volgende overwogen.

In de algemene voorwaarden van de ondernemer staat het volgende:

Artikel 5

U kunt een voor bepaalde duur gesloten overeenkomst te allen tijde annuleren en opzeggen. De ondernemer doet u hiervan een bevestiging toekomen. Indien er sprake is van een overeenkomst inzake contactonderwijs met een vastgelegde startdatum geldt, na afloop van de eventuele bedenktijd, de volgende annuleringsregeling en tussentijdse beëindigingsregeling. U betaalt dan een redelijke vergoeding voor de reeds verrichte werkzaamheden waaronder de Opstartkosten. Voor alle duidelijkheid treft u hieronder een overzicht van deze kosten als percentage van de overeengekomen prijs. Deze percentages betreffen de maximaal te betalen vergoeding. Indien de te betalen redelijke vergoeding lager is dan zal u een lagere vergoeding in rekening worden gebracht. De hoogte van de vergoeding zal op uw verzoek door de ondernemer worden onderbouwd.

In het overzicht onder artikel 5 van de voorwaarden staat vermeld dat bij annulering binnen twee weken voor aanvang van de cursus maximaal 50% van de overeengekomen prijs in rekening mag worden gebracht.

De commissie constateert dat de ondernemer niet aan de verplichting heeft voldaan om de hoogte van de vergoeding op verzoek van de consument te onderbouwen. De ondernemer heeft in de correspondentie met de consument slechts een lijst van posten genoemd die volgens de ondernemer de annuleringsvergoeding rechtvaardigen maar heeft bij die posten geen bedragen genoemd. Pas bij het verweerschrift heeft de ondernemer bedragen aan de betreffende posten verbonden. De ondernemer geeft echter nagelaten die bedragen van enige onderbouwing te voorzien. Het doel van de verplichting van de ondernemer om de vergoeding te onderbouwen is dat de consument die onderbouwing kan toetsen. Daarvoor is niet voldoende dat de ondernemer, zonder enige onderliggende documentatie of argumentatie, bedragen opsomt.

Enkele van de bedragen acht de commissie, zeker bij gebrek aan verdere motivering, onbegrijpelijk of in ieder geval onvoldoende gemotiveerd:

– de ondernemer noemt een bedrag van €95,– voor het werven en plannen van de docenten. Uitgaande van 20 cursisten per cursus (volgens het verweerschrift is dat het minimum aantal cursisten voor de betreffende cursus om geen verlies te maken), betekent dat dat volgens de ondernemer het plannen en werven van de docenten voor deze cursus € 1.900,– (20 x € 95,–) heeft gekost. Zonder nadere toelichting, die ontbreekt, is dit niet begrijpelijk.

– de ondernemer noemt zonder nadere motivering een bedrag van € 65,– voor kosten werving en marketing, hetgeen neerkomt op marketingkosten van € 1.300,– voor één enkele 5 daagse cursus. Voor zover deze kosten daadwerkelijk zijn gemaakt, en als “opstartkosten” kunnen worden gekwalificeerd, zijn ze niet als redelijk aan te merken.

– het voorgaande geldt evenzeer voor de post “Secretariaat samenstellen van de groepsindelingen en telefonische bereikbaarheid” waarvoor de ondernemer stelt kosten te maken van € 65,– per cursist.

Het voert te ver om alle kosten die de ondernemer heeft opgevoerd te bespreken en dat is ook niet nodig. Naar oordeel van de commissie is de ondernemer ernstig tekort geschoten in diens verplichting de opstartkosten te onderbouwen. De commissie acht daarom de door de consument begrote en reeds betaalde kosten ad € 150,– redelijk.

Op grond van het voorgaande is de commissie van oordeel dat de klacht gegrond is.

Derhalve wordt als volgt beslist.

Beslissing

De commissie bepaalt dat de consument aan de ondernemer annuleringskosten is verschuldigd gelijk aan de door de consument reeds betaalde € 150,– en dat de consument niets meer aan de ondernemer verschuldigd is.

Bovendien dient de ondernemer overeenkomstig het reglement van de commissie een bedrag van € 107,50 aan de consument te vergoeden ter zake van het klachtengeld.

Met inachtneming van het bovenstaande wordt het depotbedrag als volgt verrekend.

Het door de consument in depot gestorte bedrag zal volledig aan de consument worden terugbetaald.

Overeenkomstig het reglement van de commissie is de ondernemer aan de commissie behandelingskosten verschuldigd.

Aldus beslist door de Geschillencommissie Particuliere Onderwijsinstellingen, bestaande uit de heer mr. H.F.R. van Heemstra, voorzitter, de heer C. Broers, de heer mr. P.B. Vos, leden, op 22 april 2024.