Ondernemer moet consument op tijd informeren over tariefswijzigingen

De Geschillencommissie
Print Friendly, PDF & Email




Commissie: Energie    Categorie: Overeenkomst    Jaartal: 2022
Soort uitspraak: bindend advies   Uitkomst: ten dele gegrond   Referentiecode: 137597/146268

De uitspraak:

Waar gaat de uitspraak over

De ondernemer heeft op 27 oktober 2021 aan de consument laten weten dat zijn tarief per 1 november 2021 zou veranderen. De consument vindt de korte tijd tussen de aankondiging en de doorvoering onredelijk omdat hij geen tijd heeft gehad om zich te verdiepen in alternatieven. De consument eist dat de wijziging ongedaan gemaakt wordt. De ondernemer stelt dat de consument een overeenkomst met variabele tarieven is aangegaan. In de algemene voorwaarden staat dat de ondernemer de leveringstarieven mag aanpassen. Vanwege de snelle veranderingen in de energieprijzen is de standaard termijn van 10 dagen, tussen een aankondiging en ingang van de wijziging, niet aangehouden. De commissie oordeelt dat de ondernemer zich aan zijn eigen voorwaarden van een 10-dagen termijn had moeten houden. Dit betekent echter niet dat de volledige tariefswijziging ongedaan gemaakt wordt. De commissie vindt een termijn van 30 dagen redelijk. De klacht is ten dele gegrond.

Volledige uitspraak

Onderwerp van het geschil
De consument heeft de klacht voorgelegd aan de ondernemer.

Het geschil betreft de aankondiging van een wijziging van het leveringstarief voor gas en elektriciteit door de ondernemer.

Standpunt van de consument
Voor het standpunt van de consument verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het standpunt op het volgende neer.

De ondernemer heeft op 27 oktober 2021 aan de consument laten weten dat het tarief dat gehanteerd werd per 1 november 2021 zou veranderen. De tijd tussen de aankondiging en de invoering van de wijziging is onredelijk kort. De consument is niet in de gelegenheid gesteld zich te oriënteren op alternatieven.
Door die onredelijke termijn te hanteren kan de wijziging niet ingaan per 1 november 2021 en verzoekt de consument de commissie om de tariefswijziging ongeldig te verklaren.

Standpunt van de ondernemer
Voor het standpunt van de ondernemer verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het standpunt op het volgende neer.

Per 25 september 2021 bestaat er tussen partijen een leveringsovereenkomst voor elektriciteit en gas met een looptijd voor onbepaalde tijd met variabele tarieven.

Artikel 19 van de algemene voorwaarden die van toepassing zijn op die overeenkomst, bepaalt – kort samengevat en voor zover thans van belang – dat de ondernemer leveringstarieven mag veranderen.
De ondernemer informeert de consument minimaal tien kalenderdagen voor de verandering schriftelijk en meldt dan ook dat de consument de overeenkomst kan beëindigen.

De ondernemer heeft de consument op 27 oktober 2021 van de voorgenomen wijziging van de tarieven per 1 november 2021 op de hoogte gesteld met als reden de forse stijging van de energieprijzen sinds de zomer.
Volgens de ondernemer was het ingrijpen gerechtvaardigd in het licht van de zeer snelle en extreme marktontwikkeling en in die context bezien is het handelen van de ondernemer conform de voorwaarden.

Beoordeling van het geschil
De commissie heeft het volgende overwogen.

De vraag die ter beantwoording voorligt ziet op de termijn waarbinnen de tariefswijziging is ingevoerd na de aankondiging ervan door de ondernemer.
Naar de letter van de overeenkomst heeft de ondernemer zich niet gehouden aan de termijn van minimaal tien dagen zoals afgesproken.
Dat er voor de ondernemer goede redenen waren om de tarieven binnen die een termijn snel te verhogen, kan zo zijn, maar dat betekent nog niet dat de consument dat onder de gegeven omstandigheden moet accepteren.
Anders dan de ondernemer kennelijk meent, is de commissie van oordeel dat hij in deze in strijd met zijn eigen voorwaarden heeft gehandeld.

Anders dan de consument kennelijk meent, betekent een en ander echter niet dat de tariefswijziging in kwestie ongeldig zou zijn. De consument heeft het ter zake gestelde ook niet onderbouwd en er is geen algemene rechtsregel op grond waarvan een dergelijke conclusie in een geval als deze gerechtvaardigd is.

De commissie is van oordeel dat de aankondiging van de tariefwijziging niet tijdig is gedaan en dat een
tijdspanne van vijf kalenderdagen tussen aankondiging en ingangsdatum als onredelijk en niet tijdig moet worden aangemerkt. De onderhavige aankondiging van de ondernemer brengt mee dat de consument zich razendsnel dient te beraden of hij akkoord gaat met de tariefwijziging, een ander contract met de
ondernemer wil aangaan dan wel wil overstappen naar een andere leverancier.

De ondernemer dient bij een dergelijke aankondiging dan ook een ruime termijn in acht te nemen.
Een termijn die naar het oordeel van de commissie qua lengte gelijk dient te worden gesteld, met de voor de opzegging van een contract voor de consument geldende termijn van dertig dagen. Ook wordt daar-mee voorkomen dat de consument bij ontstentenis, afwezigheid, vakantie en dergelijke geen redelijke
mogelijkheid wordt geboden om al dan niet in de wijziging te berusten.

Het voorgaande brengt mee dat de klacht van de consument gedeeltelijk gegrond is en de ondernemer
gehouden is over de maand november 2021 – alsnog – de eerder overeengekomen variabele tarieven in rekening te brengen en eerst na dertig dagen de wijziging van de tarieven mag doorvoeren.

Gelet op de overwegingen van de commissie is de klacht van de consument deels gegrond.
Derhalve wordt als volgt beslist.

Beslissing
De ondernemer handelt zoals hiervoor is overwogen en voert de daartoe benodigde correctie uit.

De commissie wijst het meer of anders verzochte af.

Bovendien is de ondernemer gehouden het door de consument betaalde klachtengeld ad € 52,50 aan de consument te vergoeden.

Overeenkomstig het regelement van de commissie zal aan de ondernemer een bijdrage in de
behandelingskosten in rekening worden gebracht.

Aldus beslist door de Geschillencommissie Energie, bestaande uit mevrouw mr. I.E. de Vries, voorzitter, mevrouw mr. W.H. van Oorspronk, mevrouw mr. E.J.P.J.M. Kneepkens, leden, op 24 maart 2022.