Commissie: Kinderopvang
Categorie: Kwaliteit
Jaartal: 2015
Soort uitspraak: -
Uitkomst: -
Referentiecode:
2007-KIN07-0005
De uitspraak:
Onderwerp van het geschil
De ouder vermoedt dat de ondernemer enkele dagen de leidster-kind ratio niet gehanteerd heeft en wil daarom inzage in de administratie van de ondernemer.
Het geschil betreft de vraag of de ondernemer desgevraagd informatie aan de consument dient te verstrekken over de kind-leidster ratio die door de ondernemer in de praktijk gevolgd wordt. Standpunt van de consument Het standpunt van de consument luidt in hoofdzaak als volgt. De consument heeft voor twee kinderen een overeenkomst met de ondernemer voor dagopvang. De consument wenst te kunnen vaststellen of de dienstverlening van de ondernemer geschiedt conform de afspraken uit het Convenant kwaliteit kinderopvang (verder: het Convenant) en de algemene voorwaarden kinderopvangbranche, in het bijzonder de in het Convenant toegezegde kind-leidster ratio. Immers volgens genoemd Convenant dient één leidster aanwezig te zijn per vier aanwezige kinderen tot 1 jaar, één leidster per vijf aanwezige kinderen van 1 tot 2 jaar, één leidster per zes aanwezige kinderen van 2 tot 3 jaar en één leidster per acht aanwezige kinderen van 3 tot 4 jaar. Bij kinderen van verschillende leeftijden in één groep wordt een gemiddelde berekend. De consument heeft twijfels of in de periode 23 tot en met 25 augustus 2006 die ratio gehanteerd is. Daartoe is van belang het aantal leidsters, het aantal kinderen en hun leeftijd. De consument kent met name het aantal leidsters en de leeftijdscategorie van de kinderen niet, zodat zij de juiste toepassing van de ratio niet kan controleren. De ondernemer weigert die gegevens te verstrekken. De consument verlangt inzage in genoemd kind-leidster ratio per dagverblijf. Voorts verlangt zij restitutie van een gedeelte van de rekening indien niet voldaan is aan de te leveren dienstverlening. Standpunt van de ondernemer Het standpunt van de ondernemer luidt in hoofdzaak als volgt. Het Convenant is geen onderdeel van de met de consument gesloten plaatsingsovereenkomsten. Bovendien zijn de door de consument geschetste feiten vaag; de consument kan de ratio anders beleven, omdat in het aanwezigheidsrooster van de leidsters ook de drie uurs-regeling verdisconteerd is (daardoor is het mogelijk dat gedurende maximaal 3 uur (niet aaneengesloten) per dag minder beroepskrachten ingezet worden dan volgens de ratio vereist is). De ondernemer heeft in het algemeen zijn werkwijze toegelicht, maar is van mening niet verplicht te zijn de gegevens te verschaffen waardoor de ratio precies nagerekend kan worden. Het toezicht op de regelgeving in en krachtens de Wet kinderopvang geschiedt door het College van Burgemeester en Wethouders van de betreffende gemeente. De uitvoering is opgedragen aan de GGD. Zo publiceert de ondernemer het terzake door de GGD uitgebrachte inspectierapport, voor zover hier van belang ook bevattende de ratio kind-leidster. Zo de ondernemer niet aan de regelgeving voldoet, ligt het op de weg van het College van Burgemeester en Wethouders sanctionerend op te treden. Bovendien is het verschaffen van de door de consument gevraagde gegevens veel werk. Ook zijn de te verstrekken gegevens privacy-gevoelig. De ondernemer verzoekt dan ook de klacht af te wijzen. Beoordeling van het geschil De commissie heeft het volgende overwogen. Ter zitting erkende de ondernemer dat hij naar consumenten in het algemeen kenbaar maakt zich te houden aan meergenoemd Convenant, in het bijzonder aan de daarin vermelde kind-leidster ratio. De commissie is van oordeel dat, indien aan een aangeboden dienst bepaalde eigenschappen door de ondernemer toegekend worden en hij naar het publiek toe uitdrukkelijk op die eigenschappen wijst, hij dient in te staan dat zijn dienst aan die eigenschappen beantwoordt (artikelen 6:194 juncto 6:195 Burgerlijk Wetboek). Daarbij komt dat het hier gaat om een dienst die een kind betreft, waarover de ondernemer zelf op zijn website vermeldt het belangrijk te vinden informatie van belang voor het kind te communiceren. Het ligt dan voor de hand dat de ondernemer desgevraagd een zodanige transparantie betracht dat de consument kan beoordelen of de door hem afgenomen dienst inderdaad aan de door de ondernemer genoemde eigenschappen beantwoordt. De begrenzing van een dergelijke transparantie zou gevonden kunnen worden in de hoeveelheid werk die daaraan verbonden is, doch de commissie is er niet van overtuigd dat zich iets dergelijks voordoet, in elk geval onderbouwt de ondernemer zijn stelling terzake onvoldoende. Ook de privacy van de kinderen wordt niet geschonden nu de ondernemer de te verschaffen informatie kan beperken door alleen hun leeftijdsgroep en aantal te vermelden, zodat herleiding naar naam in principe niet mogelijk is. Het voorgaande leidt ertoe dat de commissie de klacht van de consument zal toewijzen voor zover deze klacht ziet op het verschaffen van informatie betreffende de verzorging van de kinderen van de consument. Het tweede deel van de klacht, de mogelijke restitutie, wordt afgewezen. Niet staat vast dat de ondernemer tekort is geschoten. Dan is er geen aanleiding restitutie te verlenen. Nu de consument grotendeels in het gelijk wordt gesteld, dient de ondernemer haar het klachtengeld te vergoeden. Derhalve wordt als volgt beslist. Beslissing De ondernemer dient desgevraagd te verschaffen de door de consument verlangde gegevens waardoor de toegezegde kind-leidster ratio, voor zover betrekking hebbend op de kinderen van de consument, door haar gecontroleerd kan worden. De commissie wijst het meer of anders verlangde af. Bovendien dient de ondernemer overeenkomstig het reglement van de commissie een bedrag van € 50,– aan de consument te vergoeden ter zake van het klachtengeld. Overeenkomstig het reglement van de commissie is de ondernemer aan de commissie een bijdrage in de behandelingskosten van het geschil een bedrag verschuldigd van € 50,–. Aldus beslist door de Geschillencommissie Kinderopvang op 18 april 2007.