Ondernemer moet onderzoek doen of sieraad keur/merkteken heeft

De Geschillencommissie




Commissie: Sieraden en Uurwerken    Categorie: (Trouw) ringen    Jaartal: 2017
Soort uitspraak: -   Uitkomst: -   Referentiecode: 102830

De uitspraak:

Onderwerp van het geschil

Het geschil betreft een door de consument op 26 februari 2016 bij de ondernemer afgegeven gouden (dames)trouwring (ten behoeve van het aanbrengen van een zetting met een steentje erin).

De consument heeft op 17 april 2016 de klacht schriftelijk voorgelegd aan de ondernemer.

Standpunt van de consument

Het standpunt van de consument luidt in hoofdzaak als volgt.

Op 26 februari 2016 heb ik een gouden (dames)trouwring bij de ondernemer aangeboden ten behoeve van het aanbrengen van een zetting met een steentje. Het bewijs van afgifte/inname van de ondernemer heb ik als bijlage bijgevoegd. Deze dierbare gouden trouwring is in 1985 middels vererving in mijn bezit gekomen. Afgesproken werd dat voorafgaand aan de werkzaamheden van de ondernemer een prijsopgaaf zou plaatsvinden. De ondernemer heeft ongeveer een week na inname van de ring met mij gebeld waarbij een mondelinge prijsopgave werd gedaan van € 175,–, waarvoor akkoord is gegeven. Circa één week later belde de ondernemer nogmaals, echter nu met de mededeling dat op basis van een inspectie van de voor de ondernemer werkzame goudsmid er meer zettingen op de ring geplaatst zouden moeten worden dan eerder was afgesproken. Ook daarvoor werd toestemming gegeven. Op 10 maart 2016 belde de ondernemer opnieuw, alleen thans met de mededeling dat de door mij ingeleverde trouwring “nep” zou zijn en hooguit een ouderdom van vijf tot zes jaar zou kunnen hebben, hetgeen naar mijn mening absoluut niet het geval is en kan zijn. Naar aanleiding van dat laatste telefoongesprek met de ondernemer en een daaropvolgend bezoek aan de ondernemer en de houding van de ondernemer hebben wij de volgende klachten:

1. De gouden ring is 46 jaar (van 1939 tot 1985) lang gedragen door een moeder van negen kinderen. Toen wij de ring na het overlijden van onze moeder in 1985 in bezit kregen zag de ring er nog onberispelijk uit. Wij hebben de ring, waar overigens geen inscriptie in stond, vanaf 1985 tot februari 2016 bewaard in een sieradendoosje. Op het moment van inname van de ring door de ondernemer bevond de ring zich nog steeds in goede staat. Wij bestrijden het standpunt van de ondernemer dat een zogeheten “dummy ring” zou zijn ingeleverd omdat wij er zeker van zijn dat het een gouden exemplaar betrof. Immers, de gouden ring is meer dan 46 jaar gedragen en dat staat lijnrecht tegenover de houdbaarheid van een zogenaamde nepring (dummy), die volgens de ondernemer na circa vijf tot zes jaar al versleten zou moeten zijn;
2. Door de ondernemer werden zowel telefonisch als tijdens ons bezoek op 11 maart 2016 een aantal zeer laakbare suggesties gedaan zoals of er toevallig geen inbraak bij ons heeft plaatsgevonden waarbij de gouden ring is verwisseld voor een nepring of dat wijlen onze moeder de ring meerdere malen zou hebben laten vergulden. Die suggesties snijden geen hout en zijn door ons ervaren als een onheuse bejegening en zeer klantonvriendelijk;
3. Tijdens ons bezoek van 11 maart 2016 toonde de ondernemer ons een ring met een zetting. Dat betrof niet de ring die door ons was ingeleverd. Die ring was ook voorzien van een merkteken, hetgeen volgens ons niet in de ring aanwezig was. Tijdens het bezoek van onze zoon aan de ondernemer, circa een week later, om deze vervelende kwestie te bespreken, werd een gladde ring (zonder zetting) getoond. Het bevreemdt ons ten zeerste dat de ondernemer twee keer een verkeerde en verschillende ring aan ons en onze zoon heeft getoond;
4. Volgens de juwelier hebben wij een nepring ingeleverd. Omdat wij van de ondernemer en een goudsmid mogen verwachten dat zij deskundig zijn, zou bij de beoordeling van de ring ten behoeve van de prijsopgave en later nogmaals in verband met het aantal te plaatsen zettingen al naar voren moeten zijn gekomen dat het een nepring betrof. Dat was echter niet het geval volgens het bewijs van afgifte en uit de twee gevoerde telefoongesprekken voorafgaand aan de werkzaamheden. Het komt ons voor dat de ondernemer een fout heeft gemaakt en de door ons ingeleverde gouden ring heeft verwisseld met een ander exemplaar. De ondernemer is zeer onzorgvuldig omgegaan met een dierbare gouden ring, waarbij de ondernemer ook nog eens op een zeer klantonvriendelijke wijze te werk is gegaan.

De consument verlangt bij voorkeur de ingeleverde gouden trouwring terug. Evenwel gelet op het feit dat die ring er waarschijnlijk niet meer is, verlangt de consument een soortgelijke eenvoudige gladde gouden damestrouwring en gemeende excuses.

Standpunt van de ondernemer

Het standpunt van de ondernemer luidt in hoofdzaak als volgt.

Op 26 februari 2016 heeft de consument een (naar haar zeggen) gouden trouwring ter reparatie aangeboden in onze winkel om een zetting met zirkonia bij te plaatsen. Na over en weer contact te hebben gehad over het model en de grootte van de steen is onze prijsopgaaf akkoord bevonden. Bij het solderen van de zetting in onze werkplaats bleek het niet om een gouden ring te gaan maar om een dummy exemplaar, waarna wij onmiddellijk de klant daarvan telefonisch op de hoogte hebben gebracht. Een 46 jaar lang gedragen ring bevat draagsporen en zal nooit in nieuwstaat verkeren. De ring zag er bij aanname uit als een gedragen trouwring. Dit en het bijbehorende verhaal gaven voor ons geen aanleiding om de ring op echtheid te controleren. Wij hebben bij het ontdekken van de dummy ring inderdaad aan de klant gevraagd of de ring mogelijk verwisseld zou kunnen zijn. Wij snappen dat dat niet iets is wat je graag wilt horen, maar mogelijk wel gebeurd is. Het zal ook niet de eerste keer zijn dat een ring in een verzorgingstehuis wordt verwisseld. Op geen enkele manier hebben wij de consument daarmee willen kwetsen of onheus bejegenen. De manier waarop wij deze suggesties hebben gedaan is op een professionele en zeker niet op een klantonvriendelijke wijze gebeurd. Wij hebben in eerste instantie de ring laten zien met daarop de zetting gesoldeerd. Toen de consument aangaf de ring in die staat niet te accepteren hebben wij de zetting weer verwijderd en de ring gepolijst om opnieuw mee te geven aan de consument. Het is wel degelijk dezelfde ring die wij hebben laten zien. Bij het aannemen was het dummy modelnummer (merkteken) niet met het blote oog zichtbaar. Na het verwarmen van de ring is dat duidelijk naar boven gekomen. Wij hebben tijdens de aanname geen enkele twijfel gehad over deze ring. Onze reparaties worden per reparatie verwerkt achter de werkbank en worden daar pas uit het reparatiezakje gehaald. De ring kan daarom niet verwisseld zijn in ons bedrijf. In onze optiek hebben wij te maken met een verwisseling die eerder heeft plaatsgevonden waar ook de consument geen weet van heeft gehad en ook niet heeft ontdekt omdat de ring niet meer gedragen is na de vererving van de ring. Wij begrijpen heel goed dat het niet leuk is om te horen dat een dierbaar sieraad niet is wat het zou moeten zijn. Als wij een fout hadden gemaakt dan hadden wij dit gemakkelijk kunnen verbloemen voor de consument door een sloopring te pakken en deze te gebruiken. Wij hadden dan onze inkomsten gehad en de consument haar ring. Als ondernemer hechten wij echter waarde aan eerlijk en oprecht zaken doen. Wij hebben te goeder trouw gehandeld. De consument heeft aangegeven dat zij akkoord gaat met een vergelijkbare ring en excuses. In onze laatste e-mail, die ook is bijgevoegd door de consument, hebben wij die oplossing aangedragen. Dat voorstel is blijkbaar afgewezen. Wij hebben nooit een reactie op die mail ontvangen.         

Beoordeling van het geschil

De commissie heeft het volgende overwogen.

Vaststaat dat de ondernemer overeenkomstig zijn eigen bewijs van afgifte van 26 februari 2016 een gouden damestrouwring van de consument in ontvangst heeft genomen. Wat er verder al zij van de wederzijdse standpunten van partijen, daarvan dient volgens de commissie vanuit te worden gegaan. Normaal gesproken worden op gouden voorwerpen/sieraden keur-/merktekens aangebracht, waarmee gegarandeerd wordt dat een voorwerp/sieraad het juiste gehalte aan edelmetaal bevat. Dat is zelfs een wettelijke bescherming op grond van de (Nederlandse) Waarborgwet 1986. Indien een keur-/merkteken ontbreekt, ligt het bepaald in de rede dat een ondernemer in zo’n geval onderzoek doet naar de vraag of het aan hem aangeboden voorwerp/sieraad wel (voldoende)edelmetaal betreft. De ondernemer had derhalve de door de consument bij hem aangeboden trouwring dienen te onderzoeken/toetsen, hetgeen hij heeft nagelaten. Dat blijkt ook uit het verweer van de ondernemer waarin is aangegeven dat het “verhaal” van de consument hem geen aanleiding gaf om de ring op echtheid te controleren en dat de ondernemer tijdens de aanname geen twijfel had over de ring. Het nalaten van het doen van onderzoek naar de aan hem aangeboden trouwring komt aldus voor rekening en risico van de ondernemer. Nu de ondernemer op het bewijs van aangifte zelf heeft genoteerd dat sprake is van een gouden damestrouwring dient daar zoals vermeld dan ook vanuit te worden gegaan. Aan de verdere stellingen van de ondernemer voor wat betreft een potentiële eerdere verwisseling van de ring, dat sprake zou zijn van een dummy ring en het geheel te goeder trouw te hebben gehandeld gaat de commissie voorbij en doet aan het vorenstaande niet af. Het risico van het niet doen van een concreet onderzoek naar de echtheid van de aangeboden trouwring komt voor rekening en risico van de ondernemer. Dat betekent dat de ondernemer gehouden zal zijn om een vergelijkbare (een model zoals is afgegeven) 14 karaats gladde gouden trouwring aan de consument te verschaffen/retourneren. Dat de consument aanvankelijk een aanbod van de ondernemer daartoe heeft afgewezen valt haar in het licht van haar emoties en meer in het bijzonder de betwisting/ontkenning van de ondernemer dat hij een fout zou hebben gemaakt niet euvel te duiden.

Op grond van het voorgaande is de commissie van oordeel dat de klacht van de consument gegrond is, zodat de ondernemer eveneens gehouden is om het door de consument betaalde klachtengeld te vergoeden.

Derhalve wordt als volgt beslist.

Beslissing

De ondernemer is gehouden om aan de consument een vergelijkbaar model 14 karaats gouden trouwring kosteloos te verschaffen. Dit dient te gebeuren binnen één maand na de verzenddatum van dit bindend advies.

Bovendien dient de ondernemer overeenkomstig het reglement van de commissie een bedrag van
€ 77,50 aan de consument te vergoeden ter zake van het klachtengeld.

Overeenkomstig het reglement van de commissie is de ondernemer aan de commissie als bijdrage in de behandelingskosten van het geschil een bedrag verschuldigd van € 75,–.

De commissie wijst het meer of anders verlangde af.

Aldus beslist door de Geschillencommissie Sieraden en Uurwerken op 27 juli 2016.