
Commissie: Natuursteen
Categorie: (non)conformiteit
Jaartal: 2022
Soort uitspraak: bindend advies
Uitkomst: gegrond
Referentiecode:
123138/130781
De uitspraak:
Waar gaat de uitspraak over?
De ondernemer heeft een granieten aanrechtblad geleverd en geplaatst bij de consument. Naderhand zijn er gebreken geconstateerd. De ondernemer betwist dat de werkzaamheden ondeugdelijk zijn uitgevoerd. De door de commissie ingeschakelde deskundige stelt vast dat de gebreken bijna niet te zien zijn. De commissie komt tot de conclusie dat de klacht gegrond is en dat herstelkosten moeten worden vergoed door de ondernemer.
De uitspraak
Onderwerp van het geschil
De consument heeft de klacht voorgelegd aan de ondernemer.
Het geschil betreft de kwaliteit van de door de ondernemer uitgevoerde werkzaamheden (levering aanrechtblad).
De consument heeft een bedrag van € 3.841,– niet betaald en bij de commissie gedeponeerd.
Standpunt van de consument
Voor het standpunt van de consument verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het standpunt op het volgende neer.
Tijdens de werkzaamheden en naderhand zijn er aan het granieten aanrechtblad, geleverd en geplaatst door de ondernemer, meerdere gebreken geconstateerd. Het aanrechtblad bestaat uit vijf onderdelen te weten: drie werkbladen, twee staanders en één uit zes delen bestaande plint. Alle drie de werkbladen zijn niet naar wens; de plint en één van de staanders is ook niet naar wens. De consument heeft de door hem ervaren problemen nader uiteengezet in een bijlage bij het vragenformulier. Bij schrijven van 8 oktober 2022 heeft de consument gereageerd op het deskundigenrapport. De commissie verwijst naar de hiervoor genoemde bijlage en naar de reactie op het deskundigenrapport en zal hier, voor zover dit van belang is voor de (motivering van de) beslissing, bij de Beoordeling op terug komen.
Bij schrijven van 31 oktober 2022 heeft de consument, samengevat weergegeven, zijn ongenoegen geuit over het verloop van de procedure bij de Geschillencommissie. Ter zitting heeft de consument aangegeven dat hij desondanks een bindende uitspraak van de commissie wenst.
De consument heeft ter zitting aangegeven dat hij geen herstel van de klachten door de ondernemer meer verlangt, maar een financiële afwikkeling van het geschil.
Standpunt van de ondernemer
Voor het standpunt van de ondernemer verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het standpunt hierop neer dat de ondernemer betwist dat de werkzaamheden niet deugdelijk zijn uitgevoerd. Voor zover er afwijkingen zijn, vallen deze binnen de toleranties. De commissie verwijst naar hetgeen de ondernemer hierover in zijn verweerschrift heeft opgemerkt. De ondernemer heeft ter zitting aangegeven dat hij zich kan zich vinden in het deskundigenrapport.
De ondernemer heeft ter zitting aangegeven niet bereid te zijn tot herstel van eventuele tekortkomingen in de uitgevoerde werkzaamheden.
Deskundigenrapport
De door de commissie benoemde heeft in zijn deskundigenrapport, samengevat weergegeven, geconcludeerd dat weliswaar niet alle werkzaamheden deugdelijk zijn uitgevoerd, maar dat de klachten bijna niet te zien zijn. De klachten zijn herstelbaar en de herstelkosten dienen naar de mening van de deskundige begroot te worden op een bedrag van € 450,– inclusief btw.
Beoordeling van het geschil
De commissie heeft het volgende overwogen.
De commissie beslist naar redelijkheid en billijkheid, met inachtneming van de tussen partijen gesloten overeenkomst en de daarvan deel uitmakende voorwaarden.
De conclusies van de door de commissie benoemde deskundige met betrekking tot de wijze waarop de werkzaamheden door de ondernemer zijn uitgevoerd komen de commissie zowel feitelijk als vaktechnisch overtuigend voor. De commissie neemt deze conclusies en aanbevelingen dan ook over.
Dit betekent ook dat de commissie voor wat betreft de wijze waarop de werkzaamheden door de ondernemer zijn uitgevoerd voorbij gaat aan de kanttekeningen die de consument bij het deskundigenrapport heeft geplaatst. Anders dan de consument lijkt te veronderstellen, zijn er voor werkzaamheden als de onderhavige geen marges of toleranties vastgesteld. Bij gebrek aan dergelijke normen moet uitgegaan worden van de redelijkheid en de billijkheid. Dat de deskundige ervoor gekozen heeft om dat wat gebruikelijk is in de bedrijfstak aan te houden, kan de commissie billijken en de foto’s geven geen aanleiding om te veronderstellen dat dit in dit geval onredelijk zou zijn.
De commissie is wel van oordeel dat de deskundige de herstelkosten te laag heeft ingeschat en meer in het bijzonder geen rekening heeft gehouden met bijvoorbeeld het herstel van het stucwerk. Ook neemt de commissie in de door haar begrote herstelkosten enige (financiële) compensatie mee voor het door de ondernemer niet weersproken ‘verval’ van garantie en het uitsteken van de handvatten onder het barblad. Vanwege de verlijming is dit euvel redelijkerwijze niet te verhelpen.
Op grond van het voorgaande is de commissie van oordeel dat de klacht gegrond is en dat de consument in redelijkheid een door de ondernemer te betalen schadevergoeding van € 1.500,– toekomt. Tevens dient de ondernemer het door de consument te betalen klachtengeld te vergoeden.
De commissie heeft kennisgenomen van het schrijven van de consument van 31 oktober 2022, waarin hij zijn ongenoegen uit over het verloop van de procedure bij de Geschillencommissie.
De commissie betreurt het dat de consument dit zo heeft ervaren. Nu de commissie geen kennis over of betrokkenheid bij ‘het voortraject’ heeft gehad, kan de commissie hier ook geen oordeel over geven.
Wat partijen verder hebben aangevoerd, kan niet leiden tot een ander standpunt en kan derhalve onbesproken blijven.
Derhalve wordt als volgt beslist.
Beslissing
De ondernemer betaalt aan de consument een vergoeding van € 1.500,–. Betaling dient plaats te vinden binnen een maand na de verzenddatum van dit bindend advies.
Bovendien dient de ondernemer overeenkomstig het reglement van de commissie een bedrag van € 125,01 aan de consument te vergoeden ter zake van het klachtengeld.
Met inachtneming van het bovenstaande wordt het depotbedrag als volgt verrekend. Van het depotbedrag van € 3.841,– wordt een bedrag van € 1.625,01 aan de consument terug betaald en wordt het restant van € 2.215,99 aan de ondernemer uitgekeerd.
Overeenkomstig het reglement van de commissie is de ondernemer aan de commissie behandelingskosten verschuldigd.
Aldus beslist door de Geschillencommissie Natuursteen, bestaande uit de heer mr. A.G.M. Zander, voorzitter, de heer mr. A.B. van Kruistum, mevrouw mr. W. van den Berg, leden, op 18 november 2022.