ondernemer niet aansprakelijk voor doodgaan van de planten tijdens de hittegolf. Consument had moeten weten dat de planten regelmatig gesproeid moesten worden,

  • Home >>
  • Groen >>
De Geschillencommissie




Commissie: Groen    Categorie: Informatie    Jaartal: 2019
Soort uitspraak: -   Uitkomst: -   Referentiecode: 119629

De uitspraak:

Onderwerp van het geschil

Het geschil vloeit voort uit een op 25 juni 2018 tussen partijen gesloten overeenkomst. De ondernemer heeft zich daarbij verplicht tot het leveren en planten van plantjes tegen de daarvoor door de consument te betalen prijs van (afgerond) € 255,–.
De overeenkomst is uitgevoerd op of omstreeks 25 juni 2018.

De consument heeft op 4 juli 2018 de klacht voorgelegd aan de ondernemer.

Standpunt van de consument

Het standpunt van de consument luidt in hoofdzaak als volgt.

De klacht van de consument komt hierop neer dat zij op twee punten onjuist is geïnformeerd door de ondernemer. In de eerste plaats heeft de ondernemer geadviseerd de plantjes vlak voor een hittegolf te (laten) planten. In de tweede plaats hebben medewerkers van de ondernemer gezegd dat de plantjes enkel de avond van het planten besproeid moesten worden en daarna niet meer. Deze mededeling is gedaan in aanwezigheid van de zus van de consument.

De consument verlangt terugbetaling van een bedrag van € 160,–.

Standpunt van de ondernemer

Het standpunt van de ondernemer luidt in hoofdzaak als volgt.

De ondernemer weerspreekt de klacht van de consument. De hittegolf kon niet worden voorspeld, zodat hier ook geen rekening mee gehouden kon worden. Dat de plantjes alleen die avond besproeid zouden moeten worden, is nooit gezegd. Er is, zoals altijd, gezegd dat de plantjes met warm weer iedere avond besproeid zouden moeten worden. Hiernaast verwijst de ondernemer naar artikel 8.3 VHG Hoveniers, waarin staat dat in geval van overmacht de vergoedingsplicht van de ondernemer beperkt is tot 10%.

Beoordeling van het geschil

De commissie heeft het volgende overwogen.

De enkele omstandigheid dat een hittegolf aanstaande was, is onvoldoende om te kunnen concluderen dat de ondernemer niet als een redelijk en vakbekwaam hovenier heeft gehandeld door de consument te adviseren de plantjes te kopen en te (laten) planten.

Het is aan de consument om aannemelijk te maken dat medewerkers van de ondernemer haar hebben gezegd dat zij de plantjes alleen de eerste avond zou moeten besproeien en daarna niet meer. De ondernemer betwist immers dat dit is gezegd. De consument is er niet in geslaagd haar stellingen op dit punt aannemelijk te maken, waarbij de commissie in ogenschouw neemt dat de consument ook geen verklaring van haar zus, die aanwezig zou zijn geweest toen de bewuste mededeling zou zijn gedaan, heeft overgelegd.

Maar zelfs al zou de bewuste mededeling zijn gedaan, dan leidt dat naar het oordeel van de commissie niet tot gegrondheid van de klacht. Het is immers een feit van algemene bekendheid dat jonge aanplant regelmatig moet worden besproeid en niet alleen de eerste avond, zodat de consument ook niet zonder meer op een eventuele andere mededeling van medewerkers van de ondernemer mocht afgaan. Zij had dat bij de ondernemer zelf moeten verifiëren.

Op grond van het voorgaande is de commissie van oordeel dat de klacht ongegrond is.

Wat partijen voor het overige nog hebben aangevoerd, leidt niet tot een andere beslissing.

Derhalve wordt als volgt beslist.

Beslissing

Het door de consument verlangde wordt afgewezen.

Aldus beslist door de Geschillencommissie Groen bestaande uit:
mr. A.G.M. Zander, voorzitter, mevrouw mr. M.J. Boon en de heer R. Ruijs, leden, op 6 december 2018.