Commissie: Post
Categorie: Standaard verzending / Vermist pakket
Jaartal: 2024
Soort uitspraak: -
Uitkomst: Ongegrond
Referentiecode:
517848/566589
De uitspraak:
Waar gaat de uitspraak over?
De uitspraak gaat over een overeenkomst tussen consument en ondernemer. Het geschil betreft een vermist pakket. De consument is het niet eens met het onderzoek van de ondernemer. Volgens hem is er te snel gezegd dat het pakket kwijt is. De ondernemer stelt zich op het standpunt dat zij veel stukken post vervoeren op een dag. Als de ondernemer voor elk stuk post aansprakelijk gesteld kan worden dan worden de posttarieven erg hoog. Daarom biedt de ondernemer twee services aan “Aangetekend” of “Verzekerservice”. Alleen bij deze services kan de ondernemer aansprakelijk worden gesteld voor eventuele schade bij vermissing. De consument heeft hier geen gebruik van gemaakt. De commissie beslist als volgt. De commissie onderschrijft het standpunt van de ondernemer. De klacht is ongegrond.
De uitspraak
Behandeling van het geschil
Partijen zijn overeengekomen dit geschil bij bindend advies door de Geschillencommissie Post (verder te noemen: de commissie) te laten beslechten. De commissie heeft kennisgenomen van de overgelegde stukken. De behandeling heeft plaatsgevonden op 22 oktober 2024 te Den Haag. Partijen zijn tijdig en behoorlijk opgeroepen ter zitting te verschijnen. Beide partijen hebben geen gebruik gemaakt van de mogelijkheid ter zitting het standpunt nader toe te lichten.
Onderwerp van het geschil
De consument heeft de klacht voorgelegd aan de ondernemer. Het geschil betreft een vermist pakket.
Standpunt van de consument
Voor het standpunt van de consument verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het standpunt op het volgende neer. Ik heb een pakket verstuurd via ondernemer.
Het betreft een stabilisatorstang van een auto, een pakket van behoorlijke afmeting.
De ondernemer heeft na onderzoek verklaard dat dit pakket kwijt is, en ik ben het niet eens met het onderzoek van een hele dag waarna snel gezegd wordt: ”Pakket is kwijt, u heeft het niet verzekerd, dus wij vergoeden de verzendkosten en voor ons is de zaak gesloten”.
Standpunt van de ondernemer
Voor het standpunt van de ondernemer verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het standpunt op het volgende neer. De ondernemer heeft een wettelijke plicht tot het vervoeren van postzendingen en dit wordt op grote schaal met zeer grote hoeveelheden gedaan (7 miljoen poststukken per dag). Bij een dergelijke omvang van de bedrijfsvoering zijn de risico’s zonder aansprakelijkheidsbeperkingen niet meer goed te overzien. Hierdoor zou het gevaar ontstaan dat de posttarieven zeer hoog zouden worden. Dat is maatschappelijk gezien ongewenst. Daarom heeft de overheid in de Postwet mede de bepaling vastgelegd dat de ondernemer bij vermissing, beschadiging of vertraging van (de inhoud van) poststukken die niet met één van beide services “Aangetekend” of “Verzekerservice” zijn verzonden niet aansprakelijk is voor de daaruit voortvloeiende schade. De overheid heeft in de Postwet de afzenders van poststukken juist de keus willen bieden om ja dan nee gebruik te maken van verzekering van poststukken. Wanneer een afzender prijs stelt op een verzekering van zijn poststuk tegen verlies of beschadiging, dient hij of zij dat bij verzending zelf aan te geven en het bijbehorende – hogere- tarief te voldoen. De eigen verantwoordelijkheid voor die keus bij afzenders staat voorop. Indien een consument ervoor heeft gekozen om een pakket als Standaardpakket te verzenden en dat pakket (of de inhoud ervan) raakt vervolgens tijdens het vervoer vermist of beschadigd, kan geen schadevergoeding meer worden geëist. Het is dus aan consument zelf om vooraf te beoordelen of zij een aanvullende dienst verlangen of niet. In dat opzicht informeert de ondernemer het publiek via de tarieffolders (zie bijlage 5) die in het folderrek op de balies van de ondernemer servicepunten aanwezig zijn. Ook zijn de keuzemogelijkheden en de bijbehorende tarieven op de website van de ondernemer te vinden. Naar aanleiding van het geschil is het dossier van de consument nogmaals doorgenomen om te bekijken of er nog onderzoeksmogelijkheden waren. De klantenservice-medewerker heeft alle onderzoeksmogelijkheden benut die er waren.
Beoordeling van het geschil
De commissie heeft het volgende overwogen. De commissie onderschrijft in grote lijnen aan het standpunt van de ondernemer. Nu de consument geen aanvullende dienst heeft afgenomen, kan worden volstaan met een vergoeding van de verzendkosten. De klacht treft geen doel.
Op grond van het voorgaande is de commissie van oordeel dat de klacht ongegrond is. Derhalve wordt als volgt beslist.
Beslissing
Het door de consument verlangde wordt afgewezen. Aldus beslist door de Geschillencommissie Post, bestaande uit mr. D.J. Buijs, voorzitter, drs. G.J.F.M. Klaas en J.M.A. van Haren, leden, op 22 oktober 2024.