Ondernemer schendt informatieplicht bij leggen gietvloer

De Geschillencommissie
Print Friendly, PDF & Email




Commissie: Afbouw    Categorie: (non)conformiteit    Jaartal: 2018
Soort uitspraak: bindend advies   Uitkomst: gegrond   Referentiecode: 114764

De uitspraak:

Waar gaat de uitspraak over

De consument stelt dat er een adervorming in de vloer is, ter plekke van de adervorming de vloer loslaat, op sommige plekken de vloer hol klinkt en de ondernemer geen verklaring kan geven waardoor de aders ontstaan. De ondernemer stelt dat bij het begin van de werkzaamheden geen bijzonderheden waargenomen zijn tot de ondervloer. De ondernemer stelt dat ondervloer dusdanig is gaan werken dat er adervorming opgetreden is. De commissie concludeert dat de consument zelf de ondervloer heeft aangelegd en dat de ondernemer dit wist. Het had daarom op de weg van de ondernemer als professional gelegen om te informeren of en zo ja, voldoende dilataties in de ondervloer zouden zijn aangebracht. Die informatieplicht geldt vooral nu de consument dit zelf had gedaan. Door zonder die wetenschap de gietvloer te leggen heeft de ondernemer het risico genomen van adervorming. De consequenties zijn voor de ondernemer. De klacht is gegrond.

Volledige uitspraak

Onderwerp van het geschil
Het geschil vloeit voort uit een op 27 november 2016 gesloten overeenkomst waarbij de ondernemer zich heeft verplicht tot het leggen van een gietvloer.

De overeenkomst is uitgevoerd in maart 2017. De kosten bedroegen € 3.855,–.

Standpunt van de consument
Het standpunt van de consument luidt in hoofdzaak als volgt.

– Er is adervorming in de vloer;
– Ter plekke van de adervorming laat de vloer los;
– Op sommige plekken klinkt de vloer hol;
– De ondernemer kan geen verklaring geven waardoor de aders ontstaan.

Standpunt van de ondernemer
Het standpunt van de ondernemer luidt in hoofdzaak als volgt.

Bij aanvang van de werkzaamheden zijn geen bijzonderheden waargenomen met betrekking tot de ondervloer. Deze was reeds geëgaliseerd door derden. De consument heeft op 29 oktober 2017 geklaagd over adervorming. Wij hebben een werkbezoek gebracht. De conclusie is dat de ondervloer dusdanig is gaan werken dat er adervorming opgetreden is. Dit gebeurt in de ondervloer, dus de vloer die nog onder de egaline ligt.

Deskundigenrapport
De door de commissie ingeschakelde deskundige heeft blijkens zijn rapport, voorzover thans van belang, het volgende vastgesteld.

Artikel : Polyurethaan Full Color gietvloer
Naam fabrikant : [naam fabrikant] Nadere beschrijving van materiaal : In situ vervaardigde polyurethaan gietvloer (eenkleurige uitvoering), voorzien van een transparante polyurethaan topcoating.

Korte omschrijving van de klachten

Consument constateert bij indienen klacht aan de vloer de volgende gebreken:
– Adervorming in de vloer
– Ter plekke van de ader laat de vloer los
– Op sommige plekken klinkt de vloer hol, waaronder een gedeelte van ongeveer 40 x 150 cm.

Informatieoverdracht

Deskundige is in het bezit gesteld van het dossier, zoals ingediend bij de Stichting Geschillencommissie Consumentenzaken. Deskundige is geen overige stukken ter hand gesteld. Consument heeft na het bezoek van deskundige ter plaatse nog de SBR-richtlijn “Esthetische beoordeling kunststof gietvloeren” onder de aandacht gebracht.

Waarnemingen deskundige

Ter plaatse is door de deskundige een polyurethaan gietvloer met een transparante topcoating aangetroffen. In het oppervlak van de vloerafwerking zijn aders zichtbaar. Het gaat met name om zeer rechtlijnige opgebolde aders. In de keuken en eetkamer zijn rechtlijnige aders zichtbaar in de breedte van de woning, in de zitkamer zijn rechtlijnige aders haaks daarop, in de lengterichting van de woning aanwezig. In de gang is sprake van enige meer warrige adervorming, waarbij de aders holliggend zijn. De aders hebben, ofschoon zeer rechtlijnig, geen directe relatie met de ligging van de verwarmingsleidingen. Het rechte verloop heeft kennelijk een constructieve oorzaak (aansluitnaden van betonnen systeemplaten).

De vloerverwarming staat bij inspectie ingesteld op een bescheiden watertemperatuur van 28-30°C.

In het vloeroppervlak heeft de deskundige holklinkende vloerdelen aangetroffen. Op grond van klank concludeert de deskundige dat er sprake is van onthechting tussen de constructievloer en de dekvloer en niet van onthechting tussen de dekvloer en de vloerafwerking. Ook onthechting tussen de dekvloer en de door consument aangebrachte egalisatielaag lijkt niet aan de orde te zijn.

Beoordeling van de klachten

Indien een hechtende dekvloer wordt voorzien van een ingefreesde vloerverwarming, ontstaat een heel nieuw krachtenspel, dat ook in oude, bestaande vloeren tot nieuwe problemen kan leiden.

Door het infrezen van leidingen wordt de doorsnede van de vloeropbouw verzwakt. De kans op scheuren ter plaatse van een in te brengen leiding wordt vergroot.

Door optredende thermische werking wordt juist deze verzwakte plaats door opwarmen en afkoelen aan spanning blootgesteld, hetgeen tot scheurvorming in de vloer kan leiden. Aanvullend op het ontstaan van scheuren kan bij overschrijden van de hechtkracht tussen dekvloer en constructievloer (alsook egalisatielaag en dekvloer, hetgeen ik hier niet vaststelde) onthechting optreden. Een kunststof vloerafwerking is elastisch van aard, en zal niet door opwarmen en afkoelen van haar ondergrond onthechten, maar daar mee bewegen.

Bij introductie van vloerverwarming wordt een kans op adervorming geïntroduceerd. Door het ontstaan van scheuren in de dekvloer en egalisatielaag (in afkoelfasen) ontstaat trek in de kunststof vloerafwerking, waardoor deze oprekt. Bij opwarmen van de dekvloer zoekt de verkregen ‘extra’ lengte vloerafwerking een plaats en dan is opbollen de enige mogelijkheid. Het hoofdzakelijk rechte verloop van de aders in deze vloer suggereert sterk een relatie met de ligging van betonplaten in de constructievloer.

De kunststof vloerafwerking vertoont aders, maar dit is naar mening van de deskundige niet aan te merken als een gebrek van de vloerafwerking, maar wordt veroorzaakt door werking van de door consument geprepareerde ondergrond. Consument heeft na bezoek van deskundige nog een SBR-kennispaper aan het dossier toegevoegd en nadrukkelijk onder de aandacht gebracht. Dit document wordt inderdaad algemeen toegepast om (gebreken aan) kunststof gietvloeren te beoordelen. Paragraaf 5.6 van dit document gaat specifiek in op het fenomeen adervorming in gietvloeren, als hier aan de orde.

In paragraaf 5.6.2 “Aders” stelt dit door consument aangereikte document (letterlijk):
Voor het zichtbaar zijn van aders in de kunstharsgebon¬den gietvloer is geen classificatie opgenomen.
Wel geldt:
• Indien de kunstharsgebonden gietvloer is doorgezet over een al aanwezige scheur in de ondergrond en niet vooraf schriftelijk is gewaarschuwd voor mogelijke adervorming, wordt optredende adervor¬ming als een gebrek aangemerkt.
• Aders in de kunstharsgebonden gietvloer op plaatsen waar pas na het aanbrengen van de kunst-harsgebonden gietvloer scheuren zijn ontstaan in de ondergrond, worden niet als gebrek aangemerkt.

Of en waar een dekvloer gaat scheuren is doorgaans lastig te voorspellen. Het ontstaan van scheuren kan worden beperkt door krimpnaden of dilataties aan te brengen in de dekvloer (ondergrond). Het is raadzaam om bij vloerverwarming en/of vloerkoeling het opstook- dan wel afkoelprotocol ten minste één keer te doorlopen alvorens de kunstharsgebonden gietvloer aan te brengen.”

De onderstreepte zin is alleen van toepassing bij nieuw aan te brengen dekvloeren, welke niet hechtend worden aangebracht (dus op een scheidings- of isolatielaag). Partijen verschillen niet van inzicht over het feit dat de door consument aangebrachte egalisatielaag bij aanvang van de applicatie van het vloersysteem door DTZ vrij was van scheurvorming, waarbij consument stelt dat reeds een opstook- en afkoelprotocol was doorlopen. De kans op toekomstige scheurvorming zou daarmee gering zijn (doch nimmer afwezig).

Nu niet bekend is met welke temperatuur het opstookprotocol is doorlopen kan niet worden vastgesteld of de toepassing van een te hoge watertemperatuur nog heeft bijgedragen aan het ontstaan van de schade.

Herstel

Gezien het feit dat geen sprake is van een gebrek in de door ondernemer aangebrachte gietvloer maar van schade in de door consument bewerkte dekvloer komt herstel niet aan de orde. Een volledige overlaging kan het probleem van zichtbaar wordende adervorming verhelpen of beperken. Er is geen volledige zekerheid van het uitblijven van toekomstige adervorming te geven. Ondernemer heeft eerder al aangegeven desgewenst tegen kostprijs een dergelijke overlaging te willen realiseren.

Beoordeling van het geschil
De commissie heeft het volgende overwogen.

De commissie neemt de bevindingen en conclusies van de deskundige over en maakt deze tot de hare.

Tijdens de behandeling is naar voren gebracht dat de consument zelve de ondervloer heeft aangelegd en dat de ondernemer dit wist. Nu de ondernemer dit wist had het op zijn weg gelegen – als professional – om te informeren of en zo ja, voldoende dilataties in de ondervloer zouden zijn aan gebracht. Die informatieplicht geldt naar het oordeel van de commissie eens te meer nu de consument dit zelf had gedaan. Door echter zonder die wetenschap de gietvloer te leggen heeft de ondernemer het risico genomen van adervorming en dit behoort in dit geval voor zijn risico te zijn. Het gebrek aan informatie en het verzuimen van de plicht daartoe kan niet, anders dan de ondernemer meent, worden weggenomen door een verwijzing naar het bepaalde in de toepasselijke algemene voorwaarden: integendeel het bepaalde in art 5 lid 3 van de toepasselijke Algemene Consumenten Voorwaarden Afbouwbedrijf legt naar het oordeel van de commissie voornoemde informatieplicht op de ondernemer.

Nu de consument in het klachtformulier uitsluitend heeft aangegeven dat zij een antwoord wil op de vraag wie verantwoordelijk is voor het ontstaan van de aders in de vloer kan de commissie niet aangeven wat de – verdere – consequenties van het nalaten van de ondernemer op dit punt.

Op grond van het voorgaande is de commissie van oordeel dat de klacht gegrond is.

Derhalve wordt als volgt beslist.

Beslissing
De commissie verstaat dat de ondernemer verantwoordelijk en aansprakelijk is voor de adervorming in de door hem bij de consument aangebrachte gietvloer.

Bovendien dient de ondernemer overeenkomstig het reglement van de commissie een bedrag aan de consument te vergoeden ter zake van het klachtengeld ad € 127,50.

Overeenkomstig het reglement van de commissie is de ondernemer aan de commissie behandelingskosten verschuldigd.

Aldus beslist door de Geschillencommissie Afbouw, bestaande uit mr J. van der Groen, voorzitter, mevrouw mr. W. van den Berg en ir. J.A.A. van Strijp, leden, op 4 mei 2018.