Ondernemer schiet tekort in naleving opvangovereenkomst door meerdere wegloop-incidenten

De Geschillencommissie




Commissie: Kinderopvang    Categorie: Overeenkomst    Jaartal: 2021
Soort uitspraak: bindend advies   Uitkomst: gegrond   Referentiecode: 122817/131694

De uitspraak:

Waar gaat de uitspraak over

De consument heeft een opvangovereenkomst met de ondernemer voor de opvang van zijn zoon. Tijdens de opvang zijn er meerdere incidenten geweest waarbij de zoon zonder toezicht weg kon lopen en in gevaar is geweest. De consument durfde daardoor de zoon niet meer naar de opvang te brengen en heeft hem thuis gehouden. De consument eist een schadevergoeding. De ondernemer geeft toe dat er incidenten hebben plaatsgevonden en heeft hierop actie ondernomen. Ook heeft de consument gratis opvang gekregen ter compensatie. De ondernemer heeft daarnaast een schikkingsvoorstel gedaan, dat door de consument niet geaccepteerd is. De commissie oordeelt dat de ondernemer, door de incidenten, tekort is geschoten in de nakoming van de opvangovereenkomst. Wel heeft de ondernemer veel gedaan om het geschil op te lossen. De klacht is gegrond.

Volledige uitspraak

Onderwerp van het geschil
De consument heeft de klacht voorgelegd aan de ondernemer.

Het geschil betreft de onachtzaamheid van de ondernemer gedurende de opvang van de zoon van de consument. De zoon is meerdere keren aan de aandacht van de ondernemer ontsnapt waardoor er gevaarlijke situaties zijn ontstaan.

Standpunt van de consument
Voor het standpunt van de consument verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het standpunt op het volgende neer.

De zoon van de consument werd vanaf 16 januari 2017 door de ondernemer opgevangen; eerst op de peuterspeelzaal en later op de buitenschoolse opvang. Op beide locaties hebben zich incidenten voorgedaan waarbij de ondernemer niet goed op de zoon heeft gelet en de veiligheid van de zoon ernstig in gevaar is gekomen.

Op 15 februari 2017 is de ondernemer de zoon bij de peuterspeelzaal uit het oog verloren en is de zoon naar de openbare weg gewandeld. Door een buurtbewoner is de zoon weer veilig thuisgebracht.
De andere incidenten hebben zich voorgedaan op de eerste dagen dat de zoon gebruik maakte van de naschoolse opvang van de ondernemer; op 3, 4 en 5 maart 2020. De zoon is toen aan de aandacht van de ondernemer ontsnapt. De consument heeft hiermee de schrik van zijn leven gekregen en durfde de zoon niet meer naar de opvang te laten gaan. De consument heeft verlofdagen moeten opnemen om de zoon op te vangen hetgeen naast stress ook de nodige financiële belasting met zich meebracht.

De consument wilde graag in gesprek met de ondernemer en toewerken naar een herstel van vertrouwen en continuering van de opvangovereenkomst. Voor de zoon was er geen andere opvangmogelijkheid beschikbaar. De ondernemer heeft in september 2020 te kennen gegeven de opvangovereenkomst te willen beëindigen. Vervolgens heeft de ondernemer het besluit tot beëindiging opgeschort. De consument had echter geen vertrouwen meer in de ondernemer.
De consument verlangt een erkenning van het feit dat de ondernemer is tekortgeschoten in de nakoming van de opvangovereenkomst.

De consument vordert schadevergoeding van de ondernemer ter compensatie van het materiële en immateriële leed dat hem door de ondernemer is aangedaan. Deze schade bestaat uit een vergoeding voor de opgenomen verlofdagen, het gebrek aan gedegen opvangmogelijkheden voor de zoon en de angst die de ondernemer in het gezin van de consument heeft veroorzaakt. De consument begroot de schade op € 20.000,–.

Standpunt van de ondernemer
Voor het standpunt van de ondernemer verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het standpunt op het volgende neer.

De ondernemer erkent dat zich bij de opvang van de zoon incidenten hebben voorgedaan die niet hadden mogen gebeuren. Op 15 februari 2017, toen de zoon op de peuterspeelzaal “[naam peuterspeelzaal]” verbleef, is de zoon aan de aandacht van de begeleidster ontsnapt en heeft hij het terrein van de speelzaal verlaten. De ondernemer heeft de consument hier zijn excuses voor aangeboden en de consument gecompenseerd door een jaar lang geen kosten van opvang ter waarde van € 1.800,– in rekening te brengen.
In maart 2020, toen de zoon naar de buitenschoolse opvang van de ondernemer ging, hebben zich wederom incidenten voorgedaan waarbij de zoon kort aan de aandacht van de ondernemer is ontsnapt.
De ondernemer heeft hier alle verantwoordelijkheid voor genomen en actie ondernomen. Het protocol rondom weglopen is opnieuw besproken en inhoudelijk bij de medewerkers aan de orde gesteld. Wederom zijn excuses gemaakt aan de consument. Uit de verschillende inspectiebezoeken van de afgelopen jaren komt naar voren dat de ondernemer voldoet aan de eisen zoals beschreven in de wet kinderopvang en de wet Innovatie Kwaliteit Kinderopvang (IKK).

Vanaf 5 maart 2020 heeft de consument de zoon thuis gehouden. De ondernemer heeft de opvang overeenkomst dan ook op 2 september 2020 willen ontbinden maar bij brief van 22 september 2020 heeft de ondernemer het besluit tot beëindiging weer opgeschort. Formeel is er nog steeds sprake van een opvangovereenkomst en voor de zoon is er nog steeds plaats in de naschoolse opvang van de ondernemer. De ondernemer heeft de consument hier geen kosten voor in rekening gebracht.
De ondernemer merkt nog op dat het onjuist is dat er geen andere opvangmogelijkheden voor de zoon zijn; voor de zoon zijn er diverse andere opvanginstellingen in de omgeving.

De ondernemer betreurt hetgeen is voorgevallen zeer en heeft zijn best gedaan de vertrouwensband met de consument te herstellen. De ondernemer heeft de consument naast het bedrag van € 1.800,– een schikkingsvoorstel gedaan van € 750,– dat door de consument niet is geaccepteerd.

Beoordeling van het geschil
De commissie heeft het volgende overwogen.

De zoon van de consument werd door de ondernemer opgevangen op twee locaties van de ondernemer; vanaf 16 januari 2017 bij peuterspeelzaal “[naam peuterspeelzaal]” en vanaf 3 maart 2020 bij buitenschoolse opvang [naam bso].

Op beide locaties hebben zich incidenten voorgedaan waarbij de zoon aan de aandacht van de ondernemer is ontsnapt. De ondernemer heeft die incidenten erkend en zijn excuses daarvoor aangeboden.
Gelet op de erkenning door de ondernemer zal de commissie niet ingaan op de aard van de incidenten en verklaart zij de klacht dat de ondernemer tekort is geschoten in de nakoming van de overeenkomst tot opvang van de zoon van de consument gegrond.

Ten aanzien van de door de consument gevorderde schadevergoeding van € 20.000,– overweegt de commissie als volgt.
Hoewel de klacht van de consument gegrond is, is de commissie van oordeel dat de consument onvoldoende heeft aangetoond dat hij als gevolg van het handelen van de ondernemer schade heeft geleden. Die schade is op geen enkele wijze onderbouwd of aannemelijk gemaakt.
Daarbij is door de consument niet weersproken dat er voor de zoon andere opvangmogelijkheden in de regio zijn waar de zoon had kunnen worden aangemeld. Evenmin is weersproken dat de ondernemer de consument de kosten van een jaar lang opvang in de peuterspeelzaal ten bedrage van € 1.800,– niet in rekening heeft gebracht.

De ondernemer is alleszins redelijk geweest bij het oplossen van het tussen partijen gerezen geschil.
Zo is de overeenkomt tot opvang van de zoon “slapend” gehouden zonder daarvoor kosten aan de consument in rekening te brengen, is een bedrag van € 1.800,– betreffende de peuteropvang niet in rekening gebracht en is een aanbod gedaan tot betaling van € 750,–. Daarnaast zijn meerdere gesprekken gevoerd om het vertrouwen tussen partijen te herstellen.

De commissie wijst de gevorderde schadevergoeding dan ook af.

Omdat de klacht gegrond is zal de commissie wel bepalen dat het klachtengeld aan de consument dient te worden vergoed.

Beslissing
De commissie:

– verklaart de klacht gegrond en stelt vast dat de ondernemer is tekort geschoten in de nakoming van de overeenkomst tot opvang van de zoon van de consument;
– wijst af de vordering tot het toekennen van schadevergoeding;
– bepaalt dat de ondernemer overeenkomstig het reglement van de commissie een bedrag van € 25,– aan de consument dient te vergoeden ter zake van het klachtengeld;
– wijst af het meer of anders verzochte.
Aldus beslist door de Geschillencommissie Kinderopvang, bestaande uit mevrouw mr. A.D.R.M. Boumans, voorzitter, de heer drs. T. Blom en de heer H. Stel, leden, in aanwezigheid van mevrouw mr. J.C. Quint, secretaris, op 3 december 2021.